De afgelopen paar verkiezingen ging het niet alleen tot in den treure over welke partij de grootste van Nederland werd, maar was het ook steeds onzeker wie de grootste partij op links zou worden. De politicus die het hoogst in de peilingen stond, werd meteen als kanshebber voor het premierschap genoemd, wat doorgaans veel media-aandacht opleverde. Historisch was de Partij van de Arbeid uiteraard altijd de grootste op links, maar nadat de PvdA in 2017 implodeerde, wisselden de Socialistische Partij, GroenLinks, PvdA en de Partij voor de Dieren elkaar in de peilingen af als ‘de grootste’ linkse partij terwijl ze er gezamenlijk vaker op achteruit dan op vooruit gingen.
Dit patroon wordt waarschijnlijk doorbroken door de fractiefusie tussen PvdA en GroenLinks en de kandidatuur van Timmermans, maar ook doordat er op links beperkt tegenwicht is. Van de SP hoeft weinig tegenstand verwacht te worden. Die partij is, in weerwil van zo’n beetje alle in het verleden behaalde resultaten, tot de onnavolgbare conclusie gekomen dat Marijnissen de best mogelijke leider voor komende verkiezingen is. De PvdD zal ook deze verkiezing waarschijnlijk groeien, maar maakt doorgaans weinig aanspraak op het electoraat buiten haar eigen groeiende ‘basis’. Bij1 mag, zowel door het terugtreden van Sylvana Simons als door het gekibbel binnen de partij, tevreden terugkijken op de verkiezingen als ze één zetel weten te behouden.
Gezamenlijke stap naar links
Binnen de PvdA en GroenLinks is het de afgelopen jaren langzaam maar zeker doorgedrongen dat ze zich met een al te liberale koers niet populair maken. Hoewel nooit echt met het verleden is gebroken, lijkt men te beseffen dat het sociaal-liberalisme dat bij de PvdA hoogtij vierde onder Kok, Melkert, Bos en Samsom of in het geval van GroenLinks onder Halsema en Klaver (vooral in zijn vroege jaren), vandaag niet meer werkt. Wanneer we de recentere bijdragen aan Socialisme & Democratie of De Helling – de uitgaven van de wetenschappelijk bureau’s van beide partijen – erop naslaan, zien we hoe steeds meer radicale stemmen een podium krijgen. Van een echte kentering is nog geen sprake is, maar in de programma’s van de afgelopen verkiezingen zette de PvdA vaker een stap naar links dan naar rechts. De programmacommissie, waar de directeuren van beide wetenschappelijk bureau’s in zetelen, willen misschien eindelijk breken met een naïef, bijna dogmatisch sociaal-liberaal geloof in de markt.
Maar of Timmermans als gedeelde lijsttrekker een goede match is die aansluit bij de nieuwe, naar verwachting linksere alliantie, valt te bezien. Natuurlijk, Timmermans is een populaire sociaaldemocraat die als Eurocommissaris voor klimaat ook een groen imago op heeft gebouwd, maar als we voorbij die oppervlakte kijken, verschijnt een ander beeld. Op twitter circuleerde al snel een oud wikileaks-document waarin Timmermans in 2006 toenmalig PvdA-leider Wouter Bos ontraadde om met de SP van Jan Marijnissen te gaan regeren. Al had deze partij net 25 zetels gewonnen en had alleen dat al aanleiding kunnen zijn om de coalitie naar links te trekken, was Timmermans advies simpelweg ‘it would be foolish for the PvdA to trust anyone “who used to be a communist”’.
Tijdens Balkenende IV (2007-2010), waar niet de SP, niet GroenLinks, maar de ChristenUnie aan de CDA-PvdA coalitie werd toegevoegd, was Timmermans staatssecretaris van Buitenlandse zaken en maakte hij vooral naam met zijn meertaligheid. Timmermans laat zich erop voorstaan dat hij, als zoon van een archivaris op de ambassade, het tot minister wist te schoppen. Op school en later als ambtenaar bij Buitenlandse Zaken werkte zijn achtergrond hem vaak tegen. In die zin is Timmermans een product van de sociaaldemocratie.
‘Brutus van Cohen’
Maar dat de sociaaldemocratie veel voor Timmermans betekend heeft, wil niet zeggen dat dit andersom ook altijd zo was. Eenmaal terug in de oppositie in 2011, zou hij als Kamerlid een half jaar lang niets hebben uitgevoerd omdat hem de portefeuille Buitenlandse Zaken als Kamerlid werd ontzegd. En dat terwijl een ongeschreven regel luidt dat het not done is om iemand woordvoerder te maken op het beleidsterrein waar ze kort daarvoor ambtsdrager zijn geweest. Je kunt zeggen: ‘hij durft het in elk geval hard te spelen’, maar of dat altijd ook links is, is een andere vraag.
Een jaar later stelde Timmermans alles in het werk om te zorgen dat de PvdA niet naar links opschoof. Hij zou de ‘Brutus van Cohen’ zijn omdat hij binnen de fractie een kleine opstand had willen organiseren toen Job Cohen en Hans Spekman in een dubbelinterview aangaven dat de partij naar links moest bewegen. Van Timmermans mocht de PvdA geen ‘SP-light’ worden. Het meest opmerkelijk daaraan was eigenlijk dat de SP ineens het referentiepunt van de PvdA was geworden (in plaats van andersom). In elk geval luidde Timmermans’ kritiek de val van Cohen in en maakte zo de weg vrij voor Samsom.
In 2012 werd Timmermans minister van Buitenlandse Zaken in het later zo afgestrafte Kabinet Rutte II. Hij greep de MH17-ramp aan om enorme populariteit te verwerven met een emotionele speech bij de Verenigde Naties. Daar zaten wat feitelijke onjuistheden (of in elk geval onzekerheden in), maar dat deed er toen niet toe. Timmermans weet als geen ander alle gedeelde emoties en affecten die de politiek kent in te zetten om zijn doelen te bereiken. Dat heeft vaak veel weg van goedkope emo-TV, maar het spreekt veel mensen wel aan en misschien dat links zich daar inderdaad onvoldoende van bediend heeft de afgelopen verkiezingscampagnes.
Mogelijk vertrok Timmermans net op tijd uit het Kabinet Rutte II om te voorkomen dat hij medeverantwoordelijk werd gehouden voor de misstappen van de PvdA destijds, zoals eerder Asscher en Ploumen wel gebeurde. In elk geval slaagde Timmermans er in 2019 in om de PvdA de grootste partij te maken tijdens de Europese Verkiezingen en dat gaf hem de beste kaarten om de gedeelde fractie van PvdA en GroenLinks te leiden.
Hoeder van het midden
Ondertussen lijkt weinig erop te wijzen dat Timmermans zelf inmiddels naar links op is geschoven, zoals de rest van de PvdA dat misschien wel heeft gedaan. Enkele maanden voor zijn kandidatuur zei hij nog tegen Lex Bohlmeijer: ‘Het is belangrijk dat we niet weglopen uit het midden. Als dat midden verlaten wordt door de politiek, dan wordt het later ook verlaten door de mensen. Dan staan groepen mensen alleen nog maar tegenover elkaar. Dan wordt de afstand te groot om nog bruggen te bouwen en dat mag ons niet overkomen.’ (Het blijft onwerkelijk om te zien hoe historisch linkse partijen vanuit de oppositie de nadruk leggen op bruggen bouwen, terwijl rechtse partijen die daadwerkelijk de macht hebben hier maar weinig om lijken te geven.)
Behalve zijn lidmaatschapskaart en niet altijd even trouwe dienst aan de PvdA verraadt bijna niets dat Timmermans echt links is. Ideologisch gezien lijkt het leitmotiv van Timmermans steeds te zijn geweest om de PvdA zo dicht mogelijk bij rechts te houden. De nationalistisch-linkse en rechtse oppositie zet hem graag weg als een Eurocraat die net zo goed bij D66 had gepast, en dat is misschien ook wel terecht. Electoraal gezien biedt dat mogelijkheden om kiezers van D66 af te snoepen — een klimaat-Eurocommissaris is toch van een ander kaliber dan een klimaatminister — maar inhoudelijk hoeven we niet te verwachten dat Timmermans veel aan de status quo gaat veranderen.
Misschien geeft de zogeheten ‘natuurherstelwet’ die hij kort voor zijn kandidaatstelling door het Europees Parlement loodste, wel het helderste beeld van wat we met Timmermans aan het roer mogen verwachten. Wat begon als een ambitieus plan om de natuur en ecosystemen in Europa te herstellen, werd langzaam afgebouwd tot een ‘lege huls’, zo stelt bijvoorbeeld de vogelbescherming. Het draagt nog wel de naam ‘natuurherstelwet’, maar verplicht alleen nog tot inspanningen om te behouden wat er aan natuur over is. Wie vertrekt vanaf een technocratische consensus van wat net voldoende zou kunnen zijn om een beleidsdoelstelling te halen en vervolgens compromissen moet sluiten met de gevestigde kapitaalbelangen, zal altijd tekortschietende resultaten boeken.
Natuurlijk heeft Timmermans meer gedaan. Als Eurocommissaris was hij bijvoorbeeld mede-verantwoordelijk voor de European Green Deal. Maar ook daarvoor geldt dat de winst is dát er publieke middelen beschikbaar worden gemaakt voor verduurzaming en de energietransitie, maar voor een groot deel vloeien die subsidies direct naar het grootbedrijf. De bedrijven in de bouw- of energiesector zullen met of na voltooiing van de wind- en zonneparken winst kunnen boeken dankzij publieke financiering. Het is eerder groenrechts dan groenlinks. Voeg daar nog zijn nodeloze opmerking als vicevoorzitter van de Europese Commissie aan toe dat zestig procent van de vluchtelingen ‘geen enkele reden zou hebben om een vluchtelingenstatus aan te vragen’ en er blijft steeds minder van Timmermans progressieve imago over.
Strategisch stemmen
Met Timmermans maakt een linkse alliantie eindelijk weer een kans om de grootste van Nederland te worden en om die reden slikken sommige linkse critici hun bedenkingen bij Timmermans misschien liever even in of steunen ze hem zelfs. Het zou van bijzonder weinig ideologische ruggengraat getuigen om die lijn te volgen. In Nederland is er geen primary zoals in de Verenigde Staten (waarna je uiteindelijk dan toch Sanders’ democratische tegenspeler Biden steunt) of een tweede verkiezingsronde zoals in Frankrijk (waarin je mogelijk dan toch maar Macron steunt). In Nederland geldt: wie linkser wil dan Timmermans, kan gewoon linkser stemmen. En zolang Timmermans zich niet als links bewijst, is dat voorlopig waarschijnlijk het beste advies.
Maar wie dan toch gevoelig is voor het verwezenlijken van het rood-groene machtsblok mag zich in elk geval afvragen wat er gebeurd is bij GroenLinks en de PvdA, dat de beste optie nu lijkt om gezamenlijk een sociaalliberaal te steunen. Waarom zijn beide partijen vleugellam geworden op links, terwijl deze tijd schreeuwt om een linkser geluid? Waarom is het niet gelukt om bekende, aansprekende linkse gezichten te kweken? Wie nu zijn fiat aan Timmermans leiderschap geeft, zou zich op zijn minst kunnen organiseren om te zorgen dat er bij de volgende (leiderschaps)verkiezing een overtuigend linkser alternatief beschikbaar zal komen.
Jouke Huijzer is redacteur van Jacobin Nederland.