In oktober 2012 kondigde het Noorse Nobelcomité aan dat de Nobelprijs voor de Vrede zou worden toegekend aan de Europese Unie omdat deze ‘al meer dan zes decennia had bijgedragen aan de bevordering van vrede en verzoening, democratie en mensenrechten in Europa.’ Een decennium later verdeelde een nieuwe oorlog op het continent Europa — en was Rusland net begonnen met het bombarderen van burgerdoelen in Oekraïne.
Als reactie op deze nieuwe golf van Russische agressie tegen Oekraïense burgers verklaarde de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, in oktober 2022 resoluut: ‘De aanvallen van Rusland op de civiele infrastructuur, vooral elektriciteit, zijn oorlogsmisdaden. Mannen, vrouwen en kinderen afsluiten van water, elektriciteit en verwarming, met de winter in aantocht — dit zijn pure terreurdaden. En zo moeten we ze ook noemen.’
Vorige week, een jaar na de aanval op burgerdoelen in Oekraïne, barstte een ander militair conflict los toen Hamas op gewelddadige wijze de grens van Gaza overstak en meer dan duizend Israëlische burgers doodde of gijzelde. Als reactie op de aanvallen van Hamas verklaarde de Israëlische minister van Energie dat in Gaza ‘geen elektrische schakelaar zal worden aangezet, geen kraan zal worden opengedraaid en geen brandstoftruck binnen zal komen’ totdat de ontvoerden zouden worden vrijgelaten. Zijn regering voegde de daad bij het woord. Deze ‘volledige belegering van Gaza’ is pure ‘collectieve straf’ — iets wat de Verenigde Naties als oorlogsmisdaad beschouwen.
Vrienden van Israël
Deze keer vond Von der Leyen het niet nodig om het afsluiten van ‘mannen, vrouwen en kinderen van water, elektriciteit en verwarming’ te veroordelen. In plaats daarvan ging ze op reis om de Israëlische president persoonlijk te ontmoeten en zei: ‘Wij zijn vrienden van Israël. Wanneer vrienden worden aangevallen, staan we hen bij. Israël heeft het recht en de plicht om te reageren op de oorlogsdaad van Hamas. Wij eisen de onmiddellijke vrijlating van alle gijzelaars die door Hamas zijn meegenomen.’
Veel opiniemakers en politici, vooral op links, stelden dat Von der Leyen er verkeerd aan deed om niet op te roepen tot enige terughoudendheid, waarmee ze Israël in feite carte blanche gaf. DiEM25, een organisatie opgericht door de voormalige Griekse minister van Financiën, Yanis Varoufakis, schreef op X over Von der Leyen: ‘Ze is niet verkozen. Ze had geen mandaat van de EU-lidstaten om naar Israël te gaan. Ze heeft nooit opgeroepen tot terughoudendheid of respect voor het internationaal recht.’ Varoufakis zelf weigerde ‘Hamas of de Israëlische kolonisten te veroordelen’ maar volharde in de opvatting dat ‘wij, Europeanen en Amerikanen, de schuldigen zijn van de wreedheden in Israël-Palestina.’
Maar in het Westen stonden Von der Leyen en Biden niet alleen. In de onmiddellijke nasleep van de aanvallen van Hamas, terwijl Israël Gaza al bombardeerde, veroordeelden enkele van de meest ervaren liberale Europese regeringsleiders, van Emmanuel Macron tot Mark Rutte, de aanvallen en verklaarden dat Israël het volste recht had om zichzelf te verdedigen, terwijl ze zwegen over de Palestijnse slachtoffers als gevolg van de bombardementen op Gaza. Die stellingname verschilde niet veel van de verklaringen van de radicaal-rechtse regeringen van Polen, Hongarije en Italië. Evenmin van de gezamenlijke verklaring van de leiders van Frankrijk, Duitsland en Italië, samen met het VK en de VS, waarin stond dat ‘we verenigd en gecoördineerd zullen blijven, samen als bondgenoten en als gemeenschappelijke vrienden van Israël, om ervoor te zorgen dat Israël zichzelf kan verdedigen.’
Doordachte reacties
Opmerkelijk genoeg leken de reacties van andere regeringen veel bedachtzamer. Saoedi-Arabië, bekend om zijn mensenrechtenschendingen en leider van een militaire coalitie in de bloedige oorlog die Jemen teistert, reageerde door te wijzen op de herhaaldelijke waarschuwingen voor de gevaren ‘van de situatie als gevolg van de voortzetting van de bezetting, het ontnemen van de legitieme rechten van het Palestijnse volk en de herhaling van systematische provocaties tegen hun heiligdommen.’ China, waarvan we weten dat het misdaden tegen de menselijkheid pleegt tegen de Oeigoerse en Tibetaanse bevolking, stelde dat ‘de acties van Israël verder zijn gegaan dan zelfverdediging en het gehoor moet geven aan de oproep van de internationale gemeenschap.’
Deze keer waren het niet Europa of de VS die opriepen tot terughoudendheid, vrede en respect voor mensenrechten of inheemse rechten. Landen als China, Saoedi-Arabië en Rusland riepen op tot ‘een onmiddellijk staakt-het-vuren, het afzweren van geweld, het betrachten van zelfbeheersing en het beginnen van een onderhandelingsproces.’ Het roept de vraag op waarom westerse regeringen, die bekendstaan om hun moraalridderschap, zo stil blijven wanneer Israël oorlogsmisdaden begaat. Hoe kan het dat regeringen die internationaal bekendstaan om hun mensenrechtenschendingen en betrokkenheid bij oorlog en agressie, op dit moment terughoudendheid prediken, terwijl het Westen een oogje dichtknijpt voor verschillende vormen van onderdrukking in Palestina?
Oorlogen vergelijken
Er zijn momenteel twee militaire conflicten — of eerder complete oorlogen — die onze aandacht in het Westen opslokken. Het ene is de gewelddadige uitbraak uit Gaza door Hamas-troepen, inclusief het brute geweld en de moord op Israëlische burgers, die een niet minder brute reactie van de Israëlische regering uitlokt. De andere oorlog wordt uitgevochten in Oekraïne en lijkt, ondanks zware verliezen in de zomer, geen andere kant op te gaan dan meer menselijke slachtoffers aan beide kanten. Alleen de wapenindustrie profiteert van de verlenging ervan.
De twee oorlogen maken een pijnlijke vergelijking mogelijk tussen de reacties op de terreurdaden van Rusland en de zeer vergelijkbare daden van Israël. In het ene geval gebruikten westerse leiders veel woorden om de oorlogsmisdaden van Rusland af te keuren. In het andere geval stonden diezelfde regeringsleiders te popelen om hun steun aan Israël te betuigen.
Von der Leyen verklaarde zelfs dat zij ‘weet dat hoe Israël reageert zal tonen dat het een democratie is.’ Een heel andere verklaring dan die in reactie op de escalatie in mei 2021, toen Von der Leyen tweette: ‘Zeer bezorgd over de situatie in Israël en Gaza. Ik veroordeel willekeurige aanvallen van Hamas op Israël. Burgers aan alle kanten moeten worden beschermd. Het geweld moet nu stoppen.’
Een op relaties gebaseerde logica
Het markeert een nieuw tijdperk waarin de westerse machten zich niet langer beroepen op een regelgebaseerde logica om hun liberale orde te rechtvaardigen, maar een schaamteloze neo-imperialistische retoriek aannemen waarin macht belangrijker is dan regels. De Europese politiek wordt beheerst door een vriend-vijandschapcomplex dat niet langer gericht is op het naleven van wetten, maar meer op het steunen van de bondgenoten van het Europese imperium. Twee weken lang was er geen oproep tot terughoudendheid, geen verwijzing naar internationaal recht of fundamentele mensenrechten in Von der Leyen’s uitspraken op Twitter. De anders zo technocratische Europese Commissie heeft nog nooit zo Trumpiaans geklonken.
De redenering, zowel in Europa als in de VS is als volgt: we zijn ‘gemeenschappelijke vrienden van Israël’, ‘Israël wordt aangevallen’, ‘ze hebben het recht en de plicht om te reageren’, onze steun is ‘standvastig’, ‘verenigd’ en ‘onwrikbaar’, en ‘alleen Hamas is verantwoordelijk’ voor deze ‘niet-uitgelokte’ aanval. Verwijzingen naar het internationaal recht door andere regeringsleiders waren schaars en kwamen vaak vrij laat. We vinden alleen veroordelingen van Israëls voortdurende mensenrechtenschendingen door regeringsleiders in kleine landen zoals Noorwegen, Ierland en België. Niemand durft verantwoordelijkheid te nemen voor hoe Europa en de VS hebben toegestaan dat het koloniale Israëlische project zich ontwikkelde tot wat het nu is: een apartheidsregime.
Normatieve macht
Studenten Europese politiek leren over de ‘normatieve’ of ‘transformatieve macht’ van de EU. Dit houdt in dat, omdat het aantrekkelijk is om sterke economische banden met Europa te onderhouden, en soms zelfs het uitzicht op toetreding tot de EU, buurlanden geneigd zijn om hun politieke en economische systemen te transformeren, corruptie te bestrijden, democratie te ontwikkelen en liberale rechten en vrijheden te respecteren. Uit canonieke werken leren we dat de EU een ‘normatieve macht’ is geworden door:
haar buitenlandse betrekkingen te laten informeren door en voorwaardelijk te maken op een reeks van normen die dichter in de buurt komen van die van de […] universele verklaring van de rechten van de mens (UVRM) dan de meeste andere actoren in de wereldpolitiek.
Maar de dubbele moraal in de Russisch-Oekraïense oorlog en het Israëlisch-Palestijnse conflict bewijst eens te meer hoe ideologisch dergelijke noties van Europa als ‘normatieve macht’ zijn. Van Oekraïne tot Palestina en van Kosovo en Bosnië-Herzegovina tot de (voormalige?) Armeense enclave Nagorno-Karabach, geeft de Europese Commissie de voorkeur aan stabiliteit boven het ontwikkelen van democratie (‘stabilitocratie’ zoals het algemeen bekendstaat). Ze kiest keer op keer voor het versterken van haar economische en geopolitieke relaties boven het garanderen van mensenrechten.
Daarmee ondermijnt ze mogelijk de rechten en vrijheden die de Europeanen zo dierbaar zijn. Welke basis voor kritiek is er op de praktijken van China, Rusland, India of Iran als Europa diezelfde praktijken onvoorwaardelijk goedkeurt wanneer ze worden uitgevoerd door een historische bondgenoot? Hoelang zal het duren voordat dit een averechts effect heeft op de westerse bevolking? Als Europeanen zich ooit in een ondergeschikte positie bevinden (zoals de Oekraïners die onder een bezetting leven al doen), kunnen zij niet langer beweren dat ze humanitaire principes van anderen waarborgden toen zij of hun bondgenoten de dominante macht waren. Wat kunnen we dan van anderen verwachten?
Afglijden
Het Europese project wordt vaak voorgesteld als ontstaan vanuit de wens om nooit meer de verschrikkingen te herhalen, ontketend door het nationalisme van de Eerste Wereldoorlog en het fascisme van de Tweede, die grote delen van Europa in een kerkhof veranderden. Als je het door de EU gefinancierde Huis van de Europese geschiedenis in Brussel bezoekt, is de boodschap duidelijk: Europa is een liberale macht die eerst het fascisme versloeg en later zegevierde over de Sovjetregimes. In de grote zaal staan voorstellingen van de ‘totalitaire twee’ tegenover elkaar geplaatst als de vijandige schrikbeelden waar Europa nooit in af mag glijden.
Als Europa zichzelf echt beschouwt als een liberale macht die staat voor de ‘bevordering van vrede en verzoening, democratie en mensenrechten’, dan is het van het grootste belang dat de voorzitter van de commissie haar eerdere uitspraken terugneemt. Dat de EU er alles aan doet om ervoor te zorgen dat Israël de universalistische principes respecteert die het beweert hoog te houden. Anders zou Europa weleens af kunnen glijden naar een regime dat ooit een tegenstander was — en niet die van het socialistische soort. Op dit moment kan Europa niet langer beweren een ‘liberale’, ‘normatieve’ of ’transformatieve’ macht te zijn. De dubbele moraal met betrekking tot oorlogsmisdaden geeft aan dat de EU vrienden belangrijker vindt dan regels, waardoor ze niet lijkt op een ‘liberale orde’ maar op een imperium. Misschien, om met Von der Leyen te spreken, ‘moeten we het ook zo noemen’.
Jouke Huijzer is redacteur van Jacobin Nederland