PVV-leider Geert Wilders heeft dinsdag besloten dat zijn partij niet langer deel uitmaakt van de coalitie en luidde zo de val van het Kabinet-Schoof I in. Daarna vielen verschillende partijleiders over elkaar heen om te vertellen hoe onverantwoord die keuze van Wilders was. Het ontbrak met name de leiders van de coalitiepartijen aan zelfreflectie over hoe verantwoord het was om überhaupt ooit met Wilders in zee te gaan.
De twee jaar terug nog door zo’n beetje alle media als ‘milder’ bestempelde Wilders gaf als verklaring voor zijn plotse vertrek dat wat eerder nog trots ‘het strengste migratiebeleid ooit’ werd genoemd, niet ver genoeg ging. Opmerkelijk, want na de verkiezingen zei hij dat zijn ongrondwettelijke plannen wel even de koelkast in konden. Of dit ook werkelijk de reden is, is maar zeer de vraag: In 2012 blies Wilders het kabinet Rutte I op omdat hij zogenaamd niet aan de Europese begrotingsnormen wilde voldoen. Later bleken vooral spanningen binnen de fractie reden om de steun in te trekken.
Maar wat Wilders zijn werkelijke motieven zijn is eigenlijk niet relevant. Belangrijker is wat dit betekent voor de aanstaande verkiezingscampagne die meteen al begonnen lijkt te zijn. Op voorspelbare wijze beginnen partijen zich te profileren en daarbij staat links voor een keuze hoe ze de volgende verkiezingscampagne in willen gaan. Drie scenario’s liggen voorhanden:
1. Een wedstrijdje migranten ontmenselijken
Zo doet VVD-leider Yesilgöz hard haar best om duidelijk te maken dat de verschillen tussen haar partij en de PVV helemaal niet zo groot zijn als Wilders suggereert. Rechts probeert van de verkiezingen zo weer een wedstrijdje inhumaan migratiebeleid te maken. Linkse partijen hebben de afgelopen jaren eveneens streefcijfers van het migratiesaldo genoemd (SP) of koerswijzigingen op migratie aangekondigd (GroenLinks-PvdA) om zich van een nog rechtsere kant te laten zien. Met weinig oog voor de mensen aan de Europese grenzen lijken zij zo mee te willen doen aan het radicaalrechtse project om iedereen die toevallig niet een Nederlands of Europees paspoort heeft van zoveel mogelijk (gelijke) rechten te ontdoen. Rechtse spelletjes meespelen is echter een desastreuze strategie – zowel voor die mensen als voor de linkse partijen zelf. Maar waarschijnlijk gaan de komende verkiezingen ergens anders over, want Wilders heeft zijn reputatie als ‘milder’ inmiddels behoorlijk verspild en journalisten en commentatoren hebben maar weinig begrip voor zijn vroegtijdige bom onder het kabinet.
2. Een wedstrijdje wie is de ‘betrouwbaarste bestuurder’
Schoof I was een ruziekabinet dat maar weinig voor elkaar kreeg. Dus zullen partijleiders nu graag benadrukken dat zij het anders gaan doen. Dat er nu écht een ‘nieuwe bestuurscultuur’, ‘nieuw leiderschap’ of ‘goed bestuur’ komt zodat er nu wel compromissen worden gesloten, dat de rechtsstaat een keer wordt gerespecteerd en er eindelijk rust in de tent komt. Al deze frases verklappen nog niets over wat er dan precies gedaan wordt, wat er verandert en wie daar beter van wordt. Partijen steken de loftrompet over ervaren bestuurders, reduceren politiek tot beleid en gaan verder niet op de inhoud in. De impliciete boodschap die uitgaat van deze nadruk op bestuurders is dat het volk vooral politici moet vertrouwen en niet te mondig moeten worden. Want we willen toch geen ruzie zoals in het PVV-kabinet? Moeten we niet eenheid uitstralen nu er een oorlog woedt op het Europees continent? Het zijn waarschuwingen die we vooral terugvinden bij zowel de VVD als de partijen in het politieke midden – CDA, D66, GroenLinks-PvdA – die zichzelf graag als competente bestuurspartijen presenteren.
Links kan ook stemming maken. En dat is harder nodig dan ooit. Niet alleen om de verkiezingen te winnen, maar ook om ervoor te zorgen dat er effectieve maatregelen tegen ontstane problemen worden genomen.
Geloofwaardig zijn ze alleen niet, want precies deze partijen waren de afgelopen decennia meerdere keren aan de macht en zijn dus eveneens schuldig aan het bestuurlijk falen en het voort laten bestaan of vergroten van de belangrijkst problemen van deze tijd. Van het toeslagenschandaal tot de gaswinning in Groningen, de desastreuze privatisering in de zorg tot de weigering om aanhoudende vermogensongelijkheid aan te pakken, van de wooncrisis tot het niet-halen van de klimaatdoelstellingen. De oh-zo-competente bestuurders van CDA, D66, ChristenUnie en (GroenLinks-)PvdA waren er samen met de VVD allemaal medeplichtig en medeschuldig aan. En dan hebben we het nog niet over de totale inertie als het ging om maatregelen tegen Israël, het lange stilzwijgen, het bewust verwarring zaaien en het in diskrediet brengen van demonstranten tegen wat inmiddels dan tóch wel als genocide wordt gezien.
3. Een wedstrijdje links richten
Maar de rechtse agitatie over asiel en migratie hoeft niet bestreden te worden met temperende woorden. Links hoeft niet mee te doen aan de wedstrijd van schijnbaar redelijke bestuurders die matiging, compromis en verbinding prediken. Integendeel, links kan ook stemming maken. En dat is harder nodig dan ooit. Niet alleen om de verkiezingen te winnen, maar ook om ervoor te zorgen dat er effectieve maatregelen tegen ontstane problemen worden genomen.
Want het was rechts dat marktwerking in de zorg introduceerde en het was rechts bezuinigingsbeleid dat de problemen in de zorg verder verergerde. Het was rechtse stemmingmakerij en een rechtse fraudejacht die leidde tot het toeslagenschandaal. Het was een rechtse keuze om Gronings gas op te pompen om aan Europese begrotingsnormen te voldoen. Dat waren ook rechtse begrotingsnormen. Het was een rechts kabinet dat ervoor zorgde dat stikstofnormen ver overschreden werden en de Nederlandse natuur wordt gesloopt. Het woonbeleid van de afgelopen decennia werd door rechtse doctrines ingegeven. Het is een rechtse keuze geweest om het meest inhumane migratiebeleid sinds de Tweede Wereldoorlog te voeren. Het is ook rechts dat geen maatregelen tegen Israël neemt en zich bij monde van premier Schoof voor 100 procent achter Israël schaart om Nederland zo (opnieuw) medeplichtig te maken aan een genocide.
En ja, links – en dan vooral de PvdA – deed ook geregeld mee aan dat rechtse beleid. Soms geloofden PvdA’ers dat het in het landsbelang was, soms dachten ze dat ze er kiezers mee zouden winnen, soms geldt ook gewoon dat stilletjes cadeaus aan het kapitaal geven de weg van de minste weerstand lijkt. Maar als links weer eens wil winnen, dan is het ook voor de PvdA zaak om een duidelijke breuk met dat verleden te maken.
Het is de taak van links om helderheid te scheppen over wie geprofiteerd hebben van het tekortschietende of gewoonweg afwezige beleid van de afgelopen decennia en de confrontatie te zoeken met de profiteurs en de wanbeleidsmakers. Juist door met klare taal in te gaan tegen macht en kapitaal kun je gewone mensen verenigen en verbinden achter een links programma. Links zal er alles aan moeten doen om duidelijk te maken wat de belangrijkste problemen van het moment zijn en wie die veroorzaakt hebben (ze oplossen komt wel als we aan de macht zijn). Links moet durven te verdelen, durven te provoceren en durven uit te delen. Wie nu al voorsorteert op het compromis, verliest na de verkiezingen alle slagkracht tijdens eventuele coalitieonderhandelingen.
Links moet durven te verdelen, durven te provoceren en durven uit te delen.
We hebben geen doorbraak door het midden nodig, maar een uitbraak naar links. Laten we zonder terughoudendheid pleiten voor linkse oplossingen voor de wooncrisis, de zorg, schendingen van internationaal recht en de klimaatcrisis. Laten we rechtse taboes op overheidsingrijpen, planning en kapitaalbelasting doorbreken en pleiten voor een overheid die niet reguleert, maar realiseert. Laten we rechtse heilige huisjes omverwerpen: of het nu gaat over ons vestigingsklimaat, de noodzaak tot bezuiniging, de noodzaak tot defensie-uitgaven, de noodzaak van fossiele subsidies of de gehoorzaamheid aan de VS, de NAVO en Israël. Laten we duidelijk maken dat rechts wegkijkt van oorlogsmisdaden, laten we waarschuwen voor rechtse politieke correctheid die weigert een genocide te noemen wat het is, laten we strijden voor vrijheid van meningsuiting – óók als het om Palestina gaat.
Iedere gedegen analyse bewijst de onzinnigheid van de rechtse prioriteit. Laten we ons schaamteloos aan de kant van de gedegen analyses scharen en een bruut tegengeluid laten horen tegen iedereen die zulke analyses probeert te vertroebelen. Het afbraakbeleid van de afgelopen twintig, dertig, veertig jaar was niet noodzakelijk, er waren altijd miljonairs, miljardairs, banken en beleggers die ervan profiteerden. Als we geen ruimte laten voor rechtse afleidingsmanoeuvres en kritiek op de hoofdschuldigen van de ontstane problemen blijven richten, dan zal ook het politieke midden, ook rechts wel mee moeten doen aan een wedstrijdje links richten. Alleen zo kan links écht winnen.
Jouke Huijzer is hoofdredacteur van Jacobin Nederland