Een klein jaar terug trapte BBB-leider Caroline van der Plas de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen af met de jaarlijkse HJ Schoo-lezing en die leidde tot nogal wat commotie. Met haar beroep op ‘gewoon gezond verstand’, haar aanklacht tegen polarisatie – zoals altijd veroorzaakt door de tegenstander – en uitspraken als ‘onderbuikgevoelens zijn ook gevoelens’ wist ze een gevoelige snaar te raken bij mede- en tegenstanders. Van der Plas zette zich duidelijk af tegen mensen die, zich vaak beroepend op ‘de rede’ of ‘rationeel handelen’, geneigd zijn om anderen als ‘domrechts’ of ‘wappie’ weg te zetten. Programma’s als Voetbal Inside moesten serieus genomen worden in plaats van weggezet als ‘kantinepraat’ – een beschrijving die het programma overigens zelf opvoerde toen het voor de zoveelste keer in opspraak raakte.
Volgens Van der Plas moeten we ‘gezond verstand’ en ‘onderbuikgevoelens’ dus maar eens serieus gaan nemen. Daar heeft ze misschien een punt, maar er is wel een probleem. IISG-directeur Leo Lucassen verwoordde het treffend op X. Dat onderbuikgevoelens ook gevoelens zijn is volgens Lucassen een ‘waarheid als een koe’, maar ‘omdat ze voortkomen uit gebrek aan kennis, vooroordelen en soms regelrechte haat, hebben we daar een apart woord voor uitgevonden.’ Als we de onderbuik leidend laten zijn in onze politieke keuzes, dan betekent dat bij een groot deel van Nederland dat haat, seksisme, racisme, homo- en transfobie en een veelheid aan standpunten die uit onwetendheid voortkomen, de boventoon zullen voeren.
Echter, er zit meer dan alleen haat in de onderbuik. Wat in Nederland als ‘gezond verstand’ geldt, wordt niet alleen gekenmerkt door racisme, seksisme, homo- en transfobie – in die onderbuik zit ook een behoorlijke portie antikapitalisme. Het idee dat je vooral werkt ‘voor de kruimels terwijl de miljoenen naar de bazen gaan’, dat het altijd ‘hard voor weinig’ is en dat ‘wie niet steelt of erft, werkt tot hij sterft’, is net zo goed deel van ons ‘gezond verstand’.
Sentimenten en sedimenten
Het is belangrijk ons te blijven realiseren dat de onderbuik niet vanzelf groeit, maar dat die voor een groot deel door de samenleving wordt bepaald. Via grapjes, normen, onderwijs en imitatie worden overtuigingen van generatie op generatie doorgegeven en diep in de onderbuik opgeslagen. Analyseren we het gezonde verstand op het niveau van de samenleving als geheel, dan kunnen we – in navolging van denkers als Laclau (die weer voortbouwt op Husserl) – metaforisch beter van ‘sedimenten’ dan van ‘sentimenten’ spreken.
Ook de Italiaanse communist Antonio Gramsci schreef ooit dat ‘elke sociale laag zijn eigen “gezond verstand” heeft.’ Dit kwam neer op wat
…de meest wijdverspreide opvatting van het leven en van de mens is. Elke filosofische stroming laat een sedimentatie van ‘gezond verstand’ achter: dit is het document van haar historische effectiviteit. Gezond verstand is niet iets star en onbeweeglijks, maar transformeert zichzelf voortdurend en verrijkt zichzelf met wetenschappelijke ideeën en filosofische opvattingen die het gewone leven zijn binnengedrongen.
Met andere woorden: het ‘gezond verstand’ is in de loop der eeuwen gevormd en altijd aan verandering onderhevig. Zo liggen eeuwen van imperialisme, koloniale en neokoloniale overheersing ten grondslag aan het diepgewortelde racisme in de samenleving. Onze onderbuik is mede bepaald door eeuwen van religieuze dominantie die voorschrijft dat vrouwen inferieur zijn aan mannen, dat die het beste heteroseksuele relaties met elkaar kunnen aangaan en dat genders onveranderlijk en binair zijn.
De standensamenleving die langzaam plaatsmaakte voor een kapitalistische maatschappij heeft klassenverhoudingen steeds verder genaturaliseerd. Hierdoor is het tegenwoordig ‘normaal’ dat mensen die afhankelijk zijn van toeslagen of de bijstand aan een hevige fraudejacht worden onderworpen – terwijl het grootbedrijf op allerlei belastingdouceurtjes kan rekenen. En natuurlijk mag worden opgemerkt dat kapitalisme, imperialisme en het patriarchaat zich vaker gezamenlijk laten gelden dan onafhankelijk van elkaar.
Progressieve sedimenten
Maar laten we niet vergeten dat ook eeuwen van klassenstrijd en de accumulatiedrang van het kapitaal de nodige antikapitalistische sedimenten en sentimenten hebben verankerd in de samenleving – en in onze onderbuik. Sterker nog, dankzij feministische, antiracistische en seksuele emancipatiebewegingen zijn er in de meeste onderbuiken zelfs sentimenten te ontwaren die propageren dat man en vrouw gelijk zijn en dat ‘iedereen gewoon moet kunnen zijn wie die is.’ Inmiddels erkennen we ook steeds meer dat mensen van kleur structureel gediscrimineerd worden en slachtoffer zijn van racisme en politiegeweld. In de onderbuik kunnen dat soort sentimenten schijnbaar probleemloos naast haat richting vrouwen en seksuele of geracialiseerde minderheden bestaan.
Toen Johan Derksen stelde dat ‘we moeten ophouden met dat het zo verschrikkelijk moeilijk is om uit de kast te komen,’ verwees hij naar zowel een conservatief als progressief onderbuikgevoel. Dat de praktijk op zijn zachtst gezegd een stuk weerbarstiger is en Derksen homoseksuele voetballers hiermee vooral schoffeerde, leidt geen twijfel. Maar het oerconservatieve onderbuikgevoel zegt dus ook: ‘doe niet zo moeilijk over homoseksualiteit’. Nu wil ik geenszins beweren dat we de drek die dagelijks uit Derksens mond druipt op enigerlei wijze serieus moeten nemen; hooguit dat je die kunt opvatten als symptomatisch voor de ontwikkeling van het ‘gezond verstand’ in de meest conservatieve lagen van de bevolking. Dat ‘gezond verstand’ is dus óók aan verandering onderhevig.
Gezond verstand navigeren
Gezond verstand is een belangrijke gids als het op politieke mobilisatie aankomt. Voor vrijwel alle kiezers geldt dat hun opvattingen, afgezien van misschien een paar specifieke beleidsterreinen, vooral op ‘gezond verstand’ gebaseerd zijn of op het dominante gevoel in hun onderbuik. Onder ‘vrijwel alle kiezers’ vallen overigens ook politiek journalisten, politicologen en de schrijver dezes. De woorden van politici die uiteindelijk blijven hangen, bestaan vaak uit niet meer dan een paar slogans of onderwerpen gerelateerd aan bepaalde politici of partijen. Zelfs wie de politiek heel nauwgezet volgt, zal zich alleen begrijpelijk kunnen maken aan een groter publiek door naar die paar slogans en onderwerpen te verwijzen.
Electoraal succes hangt dan ook voor een groot deel af van het succesvol mobiliseren van het ‘gezond verstand’. Wanneer Caroline van der Plas stelt dat we onderbuikgevoelens of gezond verstand serieus moeten nemen, dan heeft ze dus deels gelijk. De vraag is alleen: welk deel van die onderbuik moeten politici mobiliseren?
Kijken we naar extreemrechtse partijen, dan zien we dat die vrijwel de hele onderbuik mobiliseren – inclusief alle tegenstrijdigheden daarbinnen. De nadruk ligt op de vermeende raciale en culturele superioriteit van Westerse (witte) samenlevingen, maar tegelijkertijd mobiliseren ze steeds andere, vaak tegenstrijdige, sentimenten. De ene keer staan ze voor vrouwen- en homorechten als het summum van Westerse verworvenheden, het volgende moment bekritiseren ze de aanwezigheid van regenboogvlaggen of beginnen ze een hetze tegen vrouwelijke gezagsdragers. Van tijd tot tijd zijn er antikapitalistische sentimenten te ontwaren – tegen het WEF, de farmaceutische industrie, graaiflatie, etc. – het volgende moment trekken ze van leer tegen de regeldruk voor ondernemers.
De veelheid aan (vaak tegenstrijdige) posities maakt dat er ‘voor iedereen iets in zit’. Iedereen kan zijn ideeën op extreemrechtse partijen projecteren, terwijl politiek commentatoren altijd stof hebben om die partijen nader te onderzoeken. In 2017 kwam DENK met 3, en FvD met 2 zetels het parlement binnen, maar de aandacht die naar die laatste partij uitging staat in geen verhouding tot de aandacht voor DENK. Hoe vaak horen we niet: ‘Nee, ik ben het niet op alle vlakken met hem eens, maar ergens heeft hij een punt,’ als het over een extreemrechtse politicus gaat. De welbegrepen mobilisatie van de onderbuik verklaart dan ook deels het succes van zeer rechtse partijen en politici.
De linkerhelft van de onderbuik
Het is aan links om bij elke verkiezing toch de ‘rede in de revolte’ van de onderbuik te brengen. Om precies het gezonde verstand te mobiliseren dat emancipatoire doelen dient, in plaats van te appelleren aan de patriarchale of racistische organen. Hier lijken veel van de linkse partijen in Nederland moeite mee te hebben. Enerzijds heeft het electorale succes van verschillende rechtse partijen ertoe geleid dat partijen als de SP lange tijd meegingen in de rechtse verwarring en bijna de hele onderbuik mobiliseerden, bijvoorbeeld door arbeidsmigratie te problematiseren en zich tegen ‘elitair links’ af te zetten.
Anderzijds schieten partijen als GroenLinks en de PvdA maar al te snel in de reflex om zich tegen de onderbuik af te zetten en zich bij het zogenaamd ‘weldenkende deel’ van Nederland te scharen. Paradoxaal genoeg doen ze daarmee weinig anders dan appelleren aan de sentimenten van een sociale laag van mensen die over de capaciteit beschikken om zich iets bedachtzamer uit te drukken dan anderen. Maar mensen aanspreken op hun weldenkendheid en rationaliteit is net zo goed deel van het ‘gezond verstand’ – ja, zelfs van de onderbuik van sommige lagen van de bevolking. Ook hier gaat het dus om niet meer dan een sentiment, maar dan om een sentiment dat zich wat zelfingenomen afzet tegen sentimentaliteit.
De onderbuik voeden
Jarenlang zochten linkse vertegenwoordigers het ‘redelijke midden’ op en onderscheidden zij zich als ‘het beschaafde, weldenkende en compromisgeoriënteerde’ deel van de samenleving. Door zich boven anderen te plaatsen en zich eerder op het compromis dan op de meest prangende kwesties te richten, belichaamden ze precies het slag mensen waar (radicaal-)rechts zich graag tegen afzet. Zo kon radicaal rechts zichzelf opwerpen als vertolkers van de volkswil. Aan het ‘gezonde verstand’ werd vrijwel alleen door rechts geappelleerd, de onderbuik werd alleen door rechts gevoed.
Het had ook anders kunnen gaan. Misschien komt de titel van dit stuk vandaag wat hallucinant over, maar de marginale rol van links is grotendeels te verklaren uit de sterk vermagerde linkse onderbuik. En het feit dat die linkse onderbuik in Nederland zo slecht is gevoed, is eigenlijk nog veel hallucinanter – ware het niet dat het ook een bittere werkelijkheid is. Bovendien lijkt hier weinig verandering in te komen: een maand terug gaf Timmermans nog aan ‘constructief oppositie’ te willen voeren. Die houding lijkt zo diep te zijn ingesleten dat zelfs nu het meest rechtse kabinet sinds de vroege jaren veertig aantreedt, deze partijen niet in staat zijn om hun houding aan te passen.
Meer realiteitszin vinden we gelukkig (weer) bij de SP en de Partij voor de Dieren, die wel begrijpen dat het nu zaak is om duidelijk te maken aan welke kant dit kneiterrechtse kabinet echt staat. Dat partijen die voorheen ietwat hautain als ‘domrechts’ werden weggezet, eigenlijk ‘venijnig rechts’ zijn omdat ze, eenmaal aan de macht, eerder de elite dan de onderbuik voeden.
Ooit was dat ook deel van het gezonde verstand. De onvolprezen documentaire What’s Left van Johan Fretz toont aan het begin een archiefbeeld van een zaal die ‘VVD, weg ermee’ schreeuwt, gevolgd door een jonge partij-activist die onbedeesd met plat Amsterdams accent aangeeft wat het doel van de campagne is: ‘Oh gewoon dat mensen geen VVD moeten stemmen omdat het een waardeloze partij is.’ Precies het scheppen van een dergelijk ‘gezond verstand’ is de meest essentiële stap op weg naar de kneiterlinkse regering ‘Onderbuik-II’.
Jouke Huijzer is redacteur van Jacobin Nederland