Voorheen zagen we leftbaiting vooral bij oud-politici en opiniemakers als Zihni Özdil, Ronald Plasterk of zo’n beetje iedereen die betrokken is bij het redelijk rechtse collectief Vrij Links. Ze kunnen zich beroepen op enige linkse credentials omdat ze een partijkaart van een nominaal-linkse partij hebben en daarvoor soms Kamerlid of zelfs minister zijn geweest, maar tegelijkertijd laten ze geen kans voorbijgaan om een rechtse cultuurstrijd te voeren.
Tegenwoordig heb je echter geen linkse credentials nodig om te leftbaiten. Je kunt gewoon een rechtse of zelfs radicaal-rechtse partij zijn, beweren dat je economisch links bent om vervolgens rechts beleid te voeren. Zo ging het ook het afgelopen jaar: vóór de verkiezingen beloven politieke partijen de wereld, hebben ze hun mond vol van goede zorg, sociale voorzieningen, dat ‘werken moet lonen’ en is het hoofdthema bestaanszekerheid. Na de verkiezingen steken ze een hele dikke middelvinger op naar die kiezers die ze dat allemaal beloofd hebben. Ze hoeven niet bang te zijn voor kritische vragen of tegenmacht, want journalisten zien het eerder als hun taak om de keuzes van de politiek uit te leggen aan de bevolking, dan om deze kritisch te bevragen.
Leftbaiting kwamen we eerder al tegen bij Mark Rutte die in 2015 weinig overtuigend ageerde tegen ‘dikke ikken’ en ‘graaiende bankiers’ – zijn eigen partij zeg maar. Onlangs nog bij Omtzigt, die tegen het heilig geloof in de markt en voor een heel aantal sociale voorzieningen als kinderopvang en betaalbare woningen pleitte in zijn H. J. Schoo-lezing. Wel allemaal om te zorgen dat vooral geen Afrikaanse, maar Nederlandse baarmoeders meer zullen baren, maar het klinkt net even of je een socialistisch voorman hoort spreken. Hij houdt een linkse wortel voor, maar twee weken later wordt weer duidelijk wat een rechts regeringsbeleid hij levert.
Want een betere illustratie van leftbaiting dan het regeerprogramma dat afgelopen week werd gepresenteerd is er eigenlijk niet. Vóór de verkiezingen beloven partijen economisch links beleid, daarna leveren ze rechts VVD-beleid. Neem het eigen risico. De grootste partijen in Tweede en Eerste Kamer — PVV en BBB — wilden dat direct of op termijn afschaffen. Ze hadden daar ook de mogelijkheid toe als ze begin januari voor een motie daarover hadden gestemd. Maar toen zei Fleur Agema, inmiddels minister, dat ze hoopte het in de formatie te regelen. Dat gebeurde niet. NSC wilde het niet verhogen en ook de VVD wilde het houden zoals het is. De uitkomst: het eigen risico blijft nog twee jaar zoals het is en wordt dan niet afgeschaft, maar slechts gehalveerd.
De voorgenomen verhoging van het minimumloon van 1,2 procent (wat al belachelijk weinig was) werd in April door de VVD en BBB al tegengehouden. Daarmee blijven ook de AOW en andere uitkeringen achter. Vóór de verkiezingen wilden PVV, VVD en BBB het minimumloon verhogen, al zeiden ze niet met hoeveel. NSC wilde dat niet, maar het loon moest wel toereikend zijn. De uitkomst laat zich raden: het minimumloon wordt niet verhoogd en slechts een keer genoemd in een onbegrijpelijke passage: ‘Het kabinet schenkt waar nodig aandacht aan de relatie tussen het toeslagen- en belastingstelsel, het minimumloon en de sociale zekerheid.’ Naar verwachting komt het in 2025 nog steeds niet boven de 14 euro uit en dat is natuurlijk allerminst toereikend. Maar welke journalist vraagt het kabinet of dit tot bestaanszekerheid leidt?
Rentenieren belonen
Werken moet lonen, zeggen ook rechtse partijen graag. Maar hun keuzes zorgen er vooral voor dat rentenieren loont. Zo valt in het regeerprogramma te lezen dat de verlaging van de mkb-winstvrijstelling wordt teruggedraaid. Een groter deel van de winst gaat dus naar de eigenaren van ondernemingen. Ook wil het kabinet de ‘afschaffing inkoopfaciliteit eigen aandelen’ terugdraaien, waardoor bedrijven geen dividendbelasting hoeven te betalen wanneer ze hun eigen aandelen kopen. Hierdoor blijft het makkelijk om de eigen aandelenprijzen op te stuwen — fijn voor renteniers, maar wie geen kapitaal bezit heeft er niets aan. Verder mogen vastgoedbeleggers een groter deel van hun rente aftrekken van de winstbelasting (van 20 procent naar 25 procent). Onder de streep betekent dit dat iedereen met veel vastgoed minder belasting hoeft te betalen. En om duidelijk te maken dat de prioriteiten van het kabinet ook zeker niet bij een beter klimaat liggen, hoeven bedrijven geen extra CO2-heffing te betalen. Trots wordt er gerept van een lastenverlichting voor het bedrijfsleven van 1,5 miljard. Maar dat is dus eigenlijk een subsidie aan rijke aandeelhouders.
We kunnen in het regeerprogramma lezen dat alle groepen erop vooruitgaan, maar rekent het planbureau ook door hoe hard de allerrijksten, de multimiljonairs, erop vooruitgaan? In de koopkrachtplaatjes staat iets over lage- en middeninkomens en over gepensioneerden. Als de berekeningen al kloppen, mogen wij blij zijn met een half of een heel procentje erbij. Maar wat zijn de gevolgen voor de allerhoogste inkomens of, interessanter, de kapitaalbezitters? Het blijft angstvallig stil en we hebben het er niet over. We berekenen het niet eens en dus blijft het uit alle analyses weg.
Het spelletje meespelen
Waar gaan de analyses dan wel over? Precies waar het kabinet wil dat de analyses over gaan. Over ‘grip op migratie’ zoals de NOS kopte of de vermeende asielcrisis die mensen ervaren en die een noodwet vergt, zoals in de headline op RTL te lezen was. Over de opt-out voor asielafspraken die het kabinet aanvraagt in Brussel en of die er wel echt kan komen. Een poging om de mensen in Ter Apel te humaniseren wordt noch door journalisten, noch door oppositie gedaan. Rob Jetten (D66) stelde in een eerste reactie asielzoekers gelijk met overlast: ‘het wordt wel heel concreet bij asiel en migratie, maar daar is het maar de vraag: gaat de overlast voor Nederlanders echt naar beneden straks? Want als je bezuinigt op de asielketen en je sluit opvanglocaties, dan heb je straks meer mensen op straat die ook tot overlast kunnen leiden.’ Hij deed verder geen poging om zich in te leven in de mensen in Ter Apel. Nee, het gaat alleen om de Nederlanders en hun mogelijke overlast.
Treffender waren de gelijkaardige analyses van Laurens Dassen (Volt) en Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) die wezen op de strategische keuze van het kabinet. Timmermans zei: ‘wat ik zie is dat ze van dit onderwerp het allergrootste onderwerp maken en een heel groot rookgordijn eromheen, zodat mensen niet kijken naar allerlei andere onderwerpen waar ze zich zorgen over maken.’ Daar heeft hij gelijk in. We kunnen terecht verontwaardigd zijn over dat dit kabinet het allemaal nog inhumaner probeert te maken voor mensen als Mikael. Natuurlijk zouden we wel wat meer van het perspectief van de Mikaels en de mensen in Ter Apel willen zien, maar tegelijkertijd spelen we dan het spelletje van het kabinet mee. Want hoe cynisch en inhumaan de maatregelen ten aanzien van migranten, vluchtelingen en asielzoekers van dit kabinet ook zijn, we hebben het zo niet over impopulaire maatregelen als de bezuinigingen op de zorg, cultuur, de publieke omroep, de langstudeerdersboete en de bezuiniging op hoger onderwijs, laat staan dat we over de belastingvoordeeltjes voor de allerrijksten spreken.
Dat leftbaiting zo alomtegenwoordig is in de Nederlandse politiek is deels het gevolg van de gebrekkige moeite die wordt gedaan om partijen op hun verkiezingsbeloftes af te rekenen. Waarom zouden partijen moeilijke keuzes communiceren als ze na de verkiezingen toch gewoon één thema uit kunnen lichten op basis van de vermeende ervaring van mensen en de discussie vervolgens gaat over of de plannen wel haalbaar zijn. De basis voor de ‘ervaren’ asielcrisis en wat politici (en journalisten) hebben bijgedragen aan die ‘morele paniek’ verdwijnt op zijn best naar de achtergrondanalyses.
De problemen die het kabinet zegt te willen oplossen worden niet bevraagd en de kwesties die het niet oplost blijven onbesproken. En zo kunnen die problemen — van bestaansonzekerheid tot de klimaatcrisis en van de algehele oorlogszucht tot discriminatie en racisme — alleen maar groter worden. Het kabinet is het kwetsbaarst op de problemen waar het niet over spreekt en die het ook niet oplost. Voor journalisten, commentatoren en oppositie is het daarom zaak om niet te verzanden in de vraag of de aangedragen oplossingen toereikend zijn, maar juist om de aanval te kiezen en duidelijk te maken waar de problemen voor mensen écht liggen. Door duidelijk te maken dat rechtse partijen niet leveren op linkse thema’s, voorkom je dat kiezers ten prooi vallen aan de loze linkse beloftes van rechtse partijen in verkiezingstijd.
Jouke Huijzer is redacteur van Jacobin Nederland.