Salvador Allende werd omvergeworpen omdat zijn regering liet zien dat Chili kon veranderen

Vandaag is het 50 jaar geleden dat de staatsgreep, gesteund door de VS, tegen de Chileense socialistische president Salvador Allende plaatsvond. De geschiedenis van die staatsgreep is belangrijk, maar we mogen vooral niet vergeten dat de regering-Allende, toen ze aan de macht was, ongelooflijke dingen bereikte. Jacobin interviewde Tomás Moulian, destijds een van Allendes medestrijders.

Jacobin #1 is uit.
Abonneer je voor €30 en we sturen hem op.

De eerste herdenkingsmars voor de Chileense regering van Volkseenheid vond plaats op 11 september 1989. Als eerbetoon aan de slachtoffers van de militaire dictatuur kwamen meer dan 5.000 mensen bijeen bij het toen nog naamloze graf van Salvador Allende in Viña del Mar.

Het zou ook het laatste jaar zijn van de bloedige dictatuur van Augusto Pinochet. Voordat hij aftrad, kondigde hij op de nationale radio onheilspellend aan dat zelfs in zijn afwezigheid de ‘strijd tegen het marxisme moest doorgaan.’

Sindsdien wordt er elk jaar in Santiago de Chile een herdenkingsmars gehouden. In 2005 werd de route omgedraaid, zodat deze zou beginnen op de begraafplaats en zou eindigen bij het Moneda-paleis. De boodschap achter de routewijziging was duidelijk: links zal altijd een plaats hebben om te rouwen om haar gevallen helden, maar haar uiteindelijke bestemming ligt elders.

Links lijkt in Chili de laatste jaren ook van koers te veranderen, met als spectaculairste resultaat een meerderheidsvertegenwoordiging in de zo belangrijke Constitutionele Conventie, die verantwoordelijk is voor het herschrijven van de grondwet.

Te midden van een groeiend vertrouwen in links, beginnen mensen ook met een andere houding terug te kijken op de geschiedenis van Allendes Volksfrontregering (Unidad Popular, UP). Deze wordt niet meer zozeer gezien als iets dat we plechtig moeten herdenken, maar als een actieve zoektocht naar nuttige politieke ervaringen.

Tomás Moulian (1939) is onder historici bekend als een van de leidende militanten van de Volksbeweging voor Eenheidsactie (MAPU Obrero Campesino), een linkse partij die een sleutelrol speelde in de regering van het Volksfront van Allende.

Hoewel Moulian later werd genomineerd tot voorkandidaat voor de Communistische Partij in de presidentsverkiezingen van 2005, staat hij vandaag de dag misschien het meest bekend als socioloog die zich toelegt op de studie van de politieke economie van de dictatuur van Pinochet, en als auteur van het inmiddels klassieke Chile actual. Anatomía de un mito (Het huidige Chili: Anatomie van een mythe).

Moulian publiceerde in 2021 El gobierno de la Unidad Popular. Para comenzar (De regering van het Volksfront: Aan de slag). Geschreven een halve eeuw na de electorale triomf van Salvador Allende en midden in de ongelooflijke linkse heropleving van Chili, is het een passend rigoureuze studie van het beleid van Allendes regering, bedoeld om echte lessen over te brengen aan een links dat staat te popelen om te leren van het verleden.

Mía Dragnic sprak voor Jacobin met Moulian, om meer te weten te komen over hoe het was om een actieve rol te spelen in de 1.000 dagen durende regering van Allende, en waarom links niet alleen herinneringen moet ophalen maar ook nieuwe ideeën moet ontwikkelen op basis van de ervaringen van de regering van de Volkseenheid.

Waar was u op 11 september 1973?

Ik was in de wijk Bustamante in Santiago met mijn kameraad Manuel Antonio Garretón. Onze missie die dag was om in contact te komen met kardinaal Raúl Silva Henríquez, die was tijdens de regering Allende al een belangrijke figuur en later zou hij een sleutelfiguur worden in het verzet tegen de dictatuur.

Onze missie kwam van de partij waarin we op dat moment actief waren, de MAPU, die deel uitmaakte van de regeringscoalitie van het Volksfront. Vanuit de wijk Bustamante konden we de vliegtuigen in de richting van La Moneda zien vliegen. We hoorden al snel over het bombardement en communiceerden met de kardinaal. Hij begreep al wat zich in Chili zou gaan afspelen.

Kunt u vertellen wie kardinaal Raúl Silva Henríquez was en waarom hij zo belangrijk was?

Natuurlijk. Tijdens de dictatuur werd de conservatieve vleugel van de kerk bijna volledig buitenspel gezet door de kardinaal. En al vroeger besloot hij, samen met protestantse, orthodoxe en joodse geledingen, om een instantie op te richten die zich zou inzetten voor de verdediging van de mensenrechten.

Mensenrechtenschendingen waren tijdens de dictatuur schering en inslag en het was – ondanks wat sommigen vandaag de dag beweren – onmogelijk om niet te weten wat er aan de hand was.

De kardinaal zwichtte uiteindelijk voor de druk van Pinochet en schrapte het eerste orgaan gewijd aan de verdediging van de mensenrechten, maar hij schiep een ander: het Vicariaat van Solidariteit, geleid door pater Cristián Precht, dat verantwoordelijk was voor het monitoren van misstanden onder Pinochet. De kardinaal benoemde een aantal advocaten om rapporten te verzamelen en de kerk nam het voortouw in de strijd voor de mensenrechten. Dit redde vele levens.

Mensenrechtenschendingen waren tijdens de dictatuur schering en inslag en het was – ondanks wat sommigen vandaag de dag beweren – onmogelijk om niet te weten wat er aan de hand was. Toen bijvoorbeeld het lichaam van Marta Ugarte, een communistische militante die gevangen was genomen door de geheime politie, opdook op het strand van Los Molles, of toen generaal Alberto Bachelet stierf in een openbare gevangenis ten gevolge van marteling door zijn eigen kameraden van de luchtmacht, kon men niet negeren wat er aan de hand was.

Als we teruggaan naar 11 september, dan springt vooral het bombardement op La Moneda in het oog. Minder mensen weten waarom het bombardement werd uitgevoerd.

Dat klopt. Het is belangrijk om te benadrukken dat het bombardement militair gezien volkomen zinloos was. La Moneda was al verslagen door alle eenheden van de strijdkrachten, die zich inmiddels hadden verenigd om de regering omver te werpen. Er was geen enkele manier meer om weerstand te bieden. We kunnen dus alleen maar concluderen dat het bombardement een andere betekenis had: het was bedoeld om te laten zien dat het leger tot alles bereid was om de regering omver te werpen.

Het bombardement was symbolisch, een voorproefje van wat later zou komen: massa-arrestaties, moorden, verdwijningen en martelingen van allerlei aard. De lijken die het leger tijdens de dictatuur in zee zou gooien, waren in zekere zin allemaal voorspeld door het bombardement.

Naast het leger waren er nog veel meer krachten die zich tegen de regering van de Volkseenheid keerden.

Ja, om te beginnen was de politieke oppositie op dat moment gewoon wreed.

Kort na de parlementsverkiezingen van maart 1973 probeerde de oppositie de twee derde meerderheid van de stemmen te winnen die ze in beide kamers nodig had om een constitutionele staatsgreep te plegen en Allende uit de macht te zetten. Maar de oppositie slaagde hier niet in, en begon een staatsgreep als enig mogelijke oplossing te zien.

Allende zelf speelde een rol in de staatsgreep. Het was Salvador Allende die Augusto Pinochet benoemde als vervanger van generaal Carlos Prats, ook al deed hij dat volgens de regels en de militaire rangen.

Allende bij een militaire parade, Carlos Prats staat rechts van hem.
Bron: Biblioteca del Congreso Nacional de Chile

Pinochet was tot dan toe een constitutionalist en verdediger van de regering Allende. Maar na zijn benoeming tot opperbevelhebber van het leger sloot hij zich aan bij de samenzwering die al door andere generaals, zoals Gustavo Leigh en José Merino, werd georganiseerd.

De economische crisis werd ook een echt probleem voor de Volksfrontregering, vooral het voedseltekort.

De crisis had twee belangrijke oorzaken: de ene was de loonsverhoging die werd doorgevoerd door de regering van het Volksfront, die een stijging van vraag genereerde met als bijgevolg hyperinflatie. Maar deze stijging van de marktvraag moet in zijn juiste context worden geplaatst: het was een stijging van de marktvraag in een land waar de import beperkt was (vanwege een internationale samenzwering die export naar Chili verbood, en doordat het land niet genoeg buitenlandse reserves had om de goederen te bemachtigen die nodig waren om aan de binnenlandse behoefte te voldoen).

Maar naast de loonstijging was er een tweede belangrijke oorzaak: ‘hamsteren’. De regering probeerde dit aan te pakken met de Voorraad- en Prijzenraad (Junta de Abastecimiento y Precios), maar boekte slechts gedeeltelijk succes. De samenzwering was te sterk en het hamsteren speelde een doorslaggevende rol in de staatsgreep. De tekorten stapelden zich op en al snel begonnen mensen in de rij te staan voor voedsel. De populariteit van de Volksfront-regering begon af te nemen.

Huisvrouwen en huiseigenaren moesten een groot deel van de dag in lange rijen staan om dagelijkse spullen te kunnen kopen. Dat wekte woede op en die woede voedde de politieke oppositie.

Een hoogtepunt werd bereikt met de oktoberstaking, die een maand aanhield. Het begon als een regionale staking, maar later werd die nationaal. Transportarbeiders, vrachtwagenchauffeurs, winkeliers (zowel kleine als grote), artsen, middelbare scholieren en universiteitsstudenten deden allemaal mee.

Het interessante is dat de vakbonden geen specifieke arbeidseisen formuleerden. In plaats daarvan waren de belangrijkste slogans van die staking overweldigend van politieke aard: het was een staking die chaos wilde creëren zodat de regering gedwongen zou worden om af te treden. Maar dat lukte niet.

Hoewel de regering van het Volksfront verdeeld en versplinterd was, slaagde ze erin om het land ondanks de oktoberstaking weer op de rails te krijgen. Maar de vrachtwagenchauffeurs, die de leiders van de beweging waren, groeven zich in: ze namen de snelweg over en sloegen andere vrachtwagenchauffeurs die bleven werken, in elkaar (zij die door het Volksfront ‘patriottische vrachtwagenchauffeurs’ werden genoemd). En ondanks dat ze op dat moment geen succes hadden, creëerden deze acties meer mogelijkheden voor de toekomstige staatsgreep.

Laten we teruggaan in de tijd en het meer over de regering van het Volksfront hebben. Wat maakte de periode van het Volksfront tot een ‘fiesta’, zoals velen het in die tijd noemden?

De regering van de Volksfront was een ‘fiesta’ omdat het de hele Chileense samenleving mobiliseerde door de maatregelen die het voorstond.

Wat voor maatregelen waren dat? Ten eerste was er de nationalisatie van de banken. Dit gebeurde op een ongebruikelijke manier, namelijk via de markt: de regering kocht een meerderheidsaandeel van de banken tegen een relatief hoge prijs om aandeelhouders over te halen tot verkoop. En dat deden ze ondanks pogingen van de christendemocraten en de rechtervleugel om hen te overtuigen het niet te doen.

Het tweede grote succes was de nationalisatie van de koperindustrie. Zoals bekend werd de nationalisatie van koper unaniem goedgekeurd in het parlement. Ten derde kunnen we de oprichting van het zogenaamde Sociale Eigendomsgebied noemen, dat verantwoordelijk was voor het opeisen of onteigenen van privébedrijven voor sociaal gebruik, te beginnen bij de textielindustrie.

Als mensen over het Volksfront spreken, hebben ze het over 1.000 dagen democratisch, vreedzaam, pluralistisch socialistisch bestuur in Chili, met beslissingen en resultaten die echte veranderingen betekenden.

Maar wat vooral opviel in die periode was de organisatie van maatschappelijke betrokkenheid door middel van zaken als ‘gemeentelijke bevelen’: burgerparticipatie op gemeentelijk niveau die de basis en de arbeidersklasse inspraak gaf in de manier waarop hun leven werd bestuurd. Hetzelfde kon gezegd worden van de ‘cordones industriales’, die hetzelfde doel nastreefden, maar dan in de industrie, voornamelijk de industrieën die onteigend waren of waar was ingegrepen door de overheid.

Het Volksfront was een ‘fiesta’ omdat het burgers aanmoedigde om deel te nemen aan regeringsbeslissingen. Als mensen over het Volksfront spreken, hebben ze het over 1.000 dagen democratisch, vreedzaam, pluralistisch socialistisch bestuur in Chili, met beslissingen en resultaten die echte veranderingen betekenden.

Op straat maken mensen muurschilderingen om te vieren het Volksfront haar intrede in de politiek doet, 1971.

Denkt u dat de tragische staatsgreep die hierop volgde de tastbare, doorleefde herinnering aan die ‘fiesta’ heeft overschaduwd?

Het zou onzinnig zijn om te beweren dat een tragedie van die omvang niet zijn tol eist op het geheugen van alles wat daarvoor kwam. Dat alles wat de regering heeft gedaan op deze manier wordt uitgewist, is meer dan je kunt verdragen.

Wat herinneren wij – en daarmee bedoel ik: de samenleving in het algemeen – ons nu echt van Allende? In principe herinneren we ons zijn zelfmoord en zijn toespraak in de ochtenduren van 11 september, waarin hij sprak over de grote wegen waarlangs de nieuwe man zal lopen, enzovoort, enzovoort.

We onthouden of bestuderen niet echt al het werk en de verworvenheden van het Volksfront. Dat is natuurlijk ongelooflijk triest, want het was de meest democratische regering die Chili ooit heeft gekend.

Sommigen zouden kunnen zeggen dat de opeenvolgende Concertación-regeringen die Chili regeerden in de post-dictatuurperiode, gedeeltelijk verantwoordelijk waren voor het ten grave dragen van die herinnering.

Ja, ze hebben ongetwijfeld bijgedragen aan een algemene tendens om alles wat het Volksfront vertegenwoordigde en bereikte, te vergeten. Die trend begon met de regering van Patricia Aylwin van de Christen Democratische Partij, wier nu lachwekkende slogan ‘rechtvaardigheid voor zover dat mogelijk is’ was.

Salvador Allende stond voor het compleet tegenovergestelde van dit idee: hij vertegenwoordigde de maximale inspanning om de Chileense samenleving te transformeren, om een Chileense weg naar socialisme te creëren die hij zelf ‘de revolutie van empanadas en rode wijn’ noemde. Dit werd vergeten, omdat er weinig politieke interesse was om het te blijven herinneren – of beter nog, er was een gevestigd belang om het te vergeten.

Lange tijd was de enige herinnering aan die periode die van de staatsgreep. Ik denk dat het nu eindelijk tijd is om de rest van het verhaal te onthouden.

Hoe zou u Salvador Allende beschrijven? 

Allende was in de eerste plaats een burgerheld – iemand die zijn leven gaf voor zijn ideeën. Maar hij was ook een groot staatsman. We moeten niet vergeten dat hij zich vier keer kandidaat heeft gesteld voor het presidentschap en voorzitter van de senaat is geweest.

Ik denk niet dat het vergezocht is om te stellen dat de linkse politiek in Chili sinds 1952 in feite om Allende draaide, totdat Allende besloot zelfmoord te plegen. Chili staat trouwens bekend om zijn politieke zelfmoorden, en er zijn eigenlijk drie grote in onze nationale geschiedenis: die van president José Manuel Balmaceda, de socialist en arbeidersheld Luis Emilio Recabarren, en Allende.

Laten we teruggaan naar 1952, toen Allende zijn intrede deed in de nationale politiek als presidentskandidaat voor de Socialistische Partij. Hoe zag het Chileense politieke landschap er toen uit?

Om te beginnen had de rechtervleugel dat jaar Arturo Matte als kandidaat. Dit was belangrijk omdat het de eerste keer was dat de conservatieven iemand uit de zakenwereld als hun politieke vertegenwoordiger kozen. Matte was lid van de familie Alessandri, een rechtse politieke dynastie in Chili. Met andere woorden, het was het begin van wat de blijvende eenheid van belangen tussen het bedrijfsleven en Chileens rechts zou worden.

Arturo Matte, van wie verwacht werd dat hij 40 procent van de stemmen zou halen, haalde echter niet eens 20 procent. Het was een zware nederlaag voor de rechtse kandidaat en in zekere zin markeerde het een ommekeer die gunstiger was voor de linkse politiek en die aantoonde dat rechts met electorale middelen maar moeilijk zijn doelen kon bereiken.

Allende-aanhangers in 1964. Fotograaf: James N. Wallace

Het Chileense links dat veel mensen vandaag de dag kennen – het links van de jaren zeventig – begon destijds in 1952 door bij elke presidentsverkiezing serieus mee te dingen. We moeten niet vergeten dat Allende vier keer meedeed: in 1952, daarna opnieuw in de verkiezingen van 1958 (waarin hij bijna won en met slechts een paar stemmen verschil verloor van Jorge Alessandri). Hij was opnieuw kandidaat in 1964, maar hij verloor van Eduardo Frei Montalva.

Allende won uiteindelijk in 1970, zij het nipt: hij behaalde 36,3 procent van de stemmen, tegenover 34,9 procent voor Alessandri. De marge was zo klein dat het parlement een beslissing moest nemen over wie de winnaar was, en na veel wikken en wegen viel de beslissing in het voordeel van Allende uit.

Vertel me eens iets over Eduardo Frei Montalva, de directe voorganger van Allende. Hij luidde veel hervormingen in die uiteindelijk onder de regering van het Volksfront werden doorgevoerd, maar hij riep ook op tot de omverwerping van Allende door het leger in 1973.

Zoals je al zei, zat Frei Montalva’s termijn vol hervormingen die in zekere zin vooruitliepen op de regering van Salvador Allende. In 1967 keurde hij een nieuwe agrarische hervorming goed, waarmee hij op dat terrein belangrijke vooruitgang boekte. Hij nam ook een vakbondswet voor boeren aan waardoor landarbeiders vakbonden konden oprichten, iets wat tot dan toe verboden was. Wat landbouwbeleid betreft was de regering van Frei Montalva vooruitstrevend.

De regering voerde ook hervormingen door in het onderwijs door de leerplicht te verhogen van zes naar acht jaar. Frei Montalva richtte daarnaast een instantie op, de Nationale Raad voor Bevordering van het Volk, die verantwoordelijk was voor arbeidskwesties in wat in die tijd ‘poblaciones callampas’ (tentsteden) werden genoemd.

Sommige van zijn hervormingen werden ook door links in twijfel getrokken. Een daarvan was de zogenaamde ‘Chilisering’ van de koperindustrie: de Chileense regering kocht van Amerikaanse eigenaren een aandeel in het eigendom van de kopermijnen. Links bekritiseerde deze stap omdat de voornaamste begunstigden de mijneigenaren waren en niet het Chileense volk.

Hoe het ook zij, mede dankzij deze maatregelen kon het Volksfront proberen nog verder te gaan. En dat gebeurde ook. De regering van Allende ging veel verder dan die van Frei Montalva, maar we moeten niet onderschatten dat die regering een belangrijke basis legde.

Hoe zag de regering van het Volksfront er van binnenuit uit?

Het Volksfront was een coalitie die het Front voor Volksactie (FRAP) opvolgde, een linkse alliantie tussen de Socialistische Partij en de Communistische Partij die in 1956 werd gevormd. Die alliantie duurde tot 1969, toen het Volksfront werd opgericht.

Het Volksfront was veel breder georiënteerd dan de FRAP, omdat er twee nieuwe krachten in werden opgenomen: de Radicale Partij en de MAPU. De Radicale Partij was een belangrijke organisatie: een centristische organisatie – ondanks haar naam – die zich naar links had gekeerd en een belangrijke rol zou gaan spelen binnen het Volksfront.

Er waren ook interne verschillen. Er was een gematigde tendens, geleid door Salvador Allende zelf en de Communistische Partij, de Radicale Partij, en een deel van de MAPU geleid door Jaime Gazmuri.

De andere stroming bestond uit een meer geradicaliseerde groep onder leiding van Carlos Altamirano, christelijk links en het resterende deel van de MAPU onder leiding van Oscar Guillermo Garretón. Deze laatste groep wilde verdergaan dan het programma van het Volksfront, terwijl de gematigde stroming van de MAPU het noodzakelijk vond om vast te houden aan het bestaande programma.

De meest geradicaliseerde tak keek met argusogen naar de mogelijkheid om akkoorden te sluiten tussen het Volksfront en de christendemocraten. Allende steunde die poging echter. Hij was ervan overtuigd dat het bestaande blok moest worden verbreed en dat hij anderen, zelfs tegenstanders, erbij moest betrekken om met vreedzame en institutionele middelen grootschalige omwentelingen te bewerkstelligen.

Allende groet Mapuche-vrouwen, 1972. Bron: Biblioteca del Congreso Nacional de Chile.

Hoe zat het met de politieke betrokkenheid van vrouwen tijdens de regering Allende?

Hoewel niet afdoende, zou je deze vraag kunnen beantwoorden door te kijken naar de rol van Marta Harnecker en Beatriz Allende in de regering Allende. Marta was bekend geworden als vertaalster van de Franse marxistische filosoof Louis Althusser en door de publicatie van haar boek Los Conceptos Fundamentales del Materialismo Histórico [De Kernbegrippen van het Historisch Materialisme, red.] in 1969. Tussen 1970 en 1973 was ze redacteur van het tijdschrift Chile hoy. Ze was onder andere verantwoordelijk voor het verspreiden van informatie over de Peruviaanse progressieve militaire regering van Juan Velasco Alvarado. Marta werkte ook aan de economische faculteit van de Universiteit van Chili, waar ze betrokken was bij de controverses rondom de afhankelijkheidstheorie.

Beatriz Allende was de dochter van de president en tijdens zijn regering werd ze een van zijn beste adviseurs. Ze hielp hem bijvoorbeeld in zijn vaak gespannen relatie met de Beweging van Revolutionair Links (MIR).

In ieder geval had de deelname van vrouwen aan de politiek niet de prioriteit die het nu heeft. Dit verklaart waarom er geen vrouwelijke minister was in een zeer vooruitstrevende regering. Hoewel Allende probeerde een ministerie van Vrouwenzaken op te richten, ging dit vanwege interne meningsverschillen niet door. In plaats van een ministerie stelde hij het Vrouwen Secretariaat in.

Er waren specifieke gebieden waarin vrouwen werden aangemoedigd om deel te nemen aan de politieke besluitvorming, zoals in de textielbedrijven (waar veel vrouwen werkten) en in het Prijzen en Voorraden Bestuur, waar een aanzienlijk deel van de leiding vrouwelijk was.

De periode waarin het Volksfront Chili regeerde had een paar heel bijzondere hoogtepunten. Een daarvan was het bezoek van Fidel Castro.

Absoluut. Castro kwam tijdens de Volksfrontregering ongeveer een maand op staatsbezoek in Chili. Naar mijn mening was zijn belangrijkste daad in die tijd dat hij een standpunt innam over de Chileense weg naar het socialisme. Hij sprak zich er positief en bewonderend over uit. Ook al waren er verschillen met de Cubaanse situatie.

Castro zei in wezen dat de ingeslagen weg de enige was die de Chileense revolutie kon nemen – omdat Chili een democratisch land was, zei hij, was de vreedzame en institutionele overgang naar het socialisme de juiste weg.

Fidel Castro (tweede van links) staat naast Allende. Staatsbezoek in Chili, 1971.
Bron: Biblioteca del Congreso Nacional de Chile
.

Een ander bijzonder, zij het minder belangrijk, hoogtepunt was Allendes oprichting van de door de staat gesteunde uitgeverij Editorial Quimantú. Welke betekenis had dat initiatief?

Ik zou Quimantú een van de belangrijkste successen van Allendes regering noemen!

De oprichting van Quimantú kwam tot stand toen de regering alle activa van de Zigzag Uitgeverij kocht. Het Quimantú-uitgeversinitiatief deed de straat als het ware volstromen met boeken, waarvan er veel al bestonden – al waren die slechts beperkt verkrijgbaar – maar andere werden voor het eerst gedrukt en in omloop gebracht. Plotseling stonden er klassiekers uit de wereldliteratuur zoals Mark Twain, Flaubert, Stendhal, Maupassant, maar ook Chileense en Latijns-Amerikaanse literatuur door het hele land in kiosken, en de winkeliers realiseerden zich dat er een enorm inkomstenpotentieel zat in de verkoop ervan.

Concreet betekende dit dat gewone burgers en arbeiders literatuur, filosofie en andere werken begonnen te lezen die normaal gesproken niet geschikt of interessant werden geacht voor de arbeidersklasse. Ik denk dat dit extreem krachtig was.

De voornaamste les van de jaren van het Volksfront is dat het, ondanks alles, absoluut de moeite waard is om te proberen de Chileense samenleving te veranderen.

Hoe zit het met het onderwijsinitiatief dat bekendstaat als de Nationale Verenigde School? Dat was zeker ook een van de ondergewaardeerde projecten van het Volksfront.

Ja, de Nationale Verenigde School [Escuela Nacional Unificada oftewel ENU, red] was een grote inspanning om het Chileense onderwijssysteem te verbeteren en te democratiseren. Dat voorstel werd besproken met een deel van de christendemocraten. Maar toen de regering uiteindelijk probeerde het voorstel erdoor te krijgen, keerden de christendemocraten zich ertegen.

De ENU was in wezen een initiatief voor onderwijshervorming met als doel één systeem op te zetten dat toegang zou garanderen voor studenten met een laag inkomen. Het moest deze groepen meer kansen bieden om onderwijs op universitair niveau te volgen.

De katholieke kerk was ook tegen het voorstel en het leger en de marine sloten zich bij hen aan. Allende werd uiteindelijk gedwongen om het project in te trekken – wat leidde tot veel interne onenigheid binnen het Volksfront, vooral onder de meest geradicaliseerde sectoren en met de MIR.

Tot slot, welke lessen kunnen de Chilenen volgens u trekken uit de ervaringen van Allende en de regering van het Volksfront?

De voornaamste les van de jaren van het Volksfront is dat het, ondanks alles, absoluut de moeite waard is om te proberen de Chileense samenleving te veranderen. Ook al is die poging uiteindelijk mislukt, toch is zij erin geslaagd de onderliggende structuur van de Chileense samenleving ter discussie te stellen. Het was een voorbeeld van hoe belangrijke veranderingen tot stand kunnen worden gebracht door de deelname van de meerderheid van de bevolking en de betrokkenheid van de arbeiders.

De regering van het Volksfront heeft veel bereikt, dat mogen we niet vergeten. En laten we ook de voorspelling van Salvador Allende onthouden en zijn droom om de grote wegen te ontsluiten, verwezenlijken.

Tomás Moulian is socioloog en adjunct-directeur van FLACSO in Chili.
Mía Dragnic is professor in de sociologie aan de Universidad Metropolitana de Ciencias de la Educación in Chili en lid van het feministische comité 8M dat in Chili op internationale vrouwendag de vrouwenstaking organiseert. 

Vertaling: Tina Hoenderdos

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier