Search
Close this search box.

Autoritair bestuur op de Rijksuniversiteit Groningen brengt de academische vrijheid in gevaar

Universitair Hoofddocent Susanne Täuber werd ontslagen vanwege haar kritiek op de universiteit. Nederlandse academici vragen zich af: ben ik de volgende?

Abonneer je voor €30 en krijg toegang tot alle artikelen en dit jaar twee nummers op papier.

Op 8 maart 2023, internationale vrouwendag, oordeelde de kantonrechter dat de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) het recht had om universitair hoofddocent bestuurskunde Susanne Täuber te ontslaan vanwege een ‘verstoorde arbeidsrelatie’. Täuber houdt zich in haar wetenschappelijk werk bezig met sociale veiligheid aan universiteiten. Daarnaast had ze tot voor kort zitting in de Universiteitsraad, het centrale medezeggenschapsorgaan van de RUG.

Jacobin Nederland sprak met Susanne Täuber over haar ontslag, dat een symptoom is van een groter probleem aan Nederlandse universiteiten. 

Kun je uitleggen wat sociale veiligheid is?

Susanne Täuber, universitair hoofddocent Bestuurskunde RUG

Sociale veiligheid betekent dat medewerkers en studenten er te allen tijde van uit kunnen gaan dat ze gelijk en onpartijdig behandeld worden, dat er geen discriminatie plaatsvindt en dat ze vertrouwen hebben in de klachtenprocedure. In 2019 verscheen een rapport van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren, getiteld Harrassment in Dutch Academia. Dat rapport vormde een soort waterscheiding, het was nog niet eerder zo duidelijk naar voren gekomen hoeveel wangedrag en intimidatie eigenlijk voorkomt aan Nederlandse universiteiten. Voor het rapport zijn 53 vrouwelijke wetenschappers uit heel Nederland geïnterviewd, dus ook uit Groningen. Toch bleef hier het idee bestaan dat het rapport niet over ons ging, zulke dingen gebeuren hier niet. De signalen die ik opving, vertelden een heel ander verhaal. Samen met mijn collega Nanna Hilton heb ik toen een rapport opgesteld over harassment aan de RUG. Heel veel van de mensen die we toen hebben geïnterviewd kwamen met vergelijkbare verhalen: je staat toe te kijken hoe de kroonprins(es)jes van je vakgebied op basis van volstrekt arbitraire criteria in twee jaar van universitair docent naar hoogleraar worden gepromoveerd, terwijl je daar zelf zestien jaar als UD rondloopt en ook nog eens veel beter presteert.

Wat was het begin van het conflict?

Het begon eigenlijk met iets kleins: ik had een promotie aangevraagd. Helemaal geen grote stap, gewoon het volgende niveau binnen de schaal van universitair hoofddocent, niet naar hoogleraar of zo. In Groningen hebben we een heel duidelijk Tenure Track-document waarin gespecificeerd wordt aan welke criteria je moet voldoen om in aanmerking voor een promotie te komen, hoeveel publicaties je moet hebben, dat soort dingen. Ik voldeed aan die criteria, dus ik vroeg om die promotie. Ik kreeg toen te horen dat ik niet genoeg publiceerde. Dat klopte niet, ik publiceerde evenveel of meer als collega’s die de promotie wel hadden gekregen. Ja, zei mijn leidinggevende toen, maar het zijn niet de juiste soort publicaties, ik moest publiceren in wetenschappelijke tijdschriften die een bepaalde score hebben op een kwaliteitsindex. Daar is van alles op aan te merken, maar op zich is het geen onredelijke eis. Alleen was het een eis die nooit aan mij gecommuniceerd is, pas toen ik vroeg om promotie bleek die eis er ineens te zijn. 

Ik heb toen op de letter de klachtenprocedure van de universiteit gevolgd. Volgens die procedure moet je eerst proberen het informeel op te lossen met je leidinggevende, dan pas HR erbij halen, en pas als dat niet werkt, ga je een hiërarchieniveau omhoog. In ons rapport hebben wij er overigens voor gepleit om die aanbeveling om op informele wijze tot een oplossing te komen te schrappen, want dat werkt averechts: in een klimaat waar machtsmisbruik genormaliseerd is, werken dat soort informele vormen van conflictbeheersing in het nadeel van degene die lager in de hiërarchie staat. Logisch eigenlijk, toch?

Zodra je werkgever zegt dat de arbeidsrelatie verstoord is, kun je je daar als werknemer niet tegen verweren. Want wat is een verstoorde arbeidsrelatie? Wie bepaalt dat?

Goed, ik heb al die stappen doorlopen, en toen dat allemaal op niets uitliep, heb ik een formele klacht ingediend bij het faculteitsbestuur. Daartegen werd gezegd: je leidinggevende heeft de gebruikelijke procedure gevolgd, we kunnen niks voor je doen. Ik heb toen gemeld dat ik me gediscrimineerd voelde: ik kon onder mijn collega’s een Nederlandse vrouw en een niet-Nederlandse man aanwijzen die allebei die promotie hebben gekregen, en ik niet, terwijl ik even goed of beter presteer. En bovendien vind ik het steeds veranderen van die eisen volkomen willekeurig, het geeft me een onveilig gevoel. Ik ben daar overigens niet alleen in: onze vertrouwenspersoon heeft het in 2020 een systeemprobleem genoemd, die arbitrair veranderende promotie-eisen. Het is niet iets waar ik als individu nou heel veel herrie over aan het maken ben omdat het alleen mij gebeurt, integendeel.

Het universiteitsbestuur heeft later gezegd dat ik met die melding een conflict heb veroorzaakt. De universiteit zet zichzelf naar buiten toe neer als ‘lerende organisatie,’ er werd ons steeds verteld dat we ‘een verantwoordelijkheid hebben om melding te maken van ongewenst gedrag‘ maar doe je dat een keer, dan eindig je dus blijkbaar in de rechtbank.

In het vonnis zegt de rechter dat de verantwoordelijkheid voor de verstoorde arbeidsrelatie grotendeels bij de werkgever lag, bij het faculteitsbestuur en je leidinggevende. En toch draait het slachtoffer op voor de gevolgen.

 Volgens mij is dit dus wat die enorme verontwaardiging over mijn zaak veroorzaakt, in Nederland en daarbuiten. In principe betekent dat dus dat de werkgever eenzijdig elke arbeidsrelatie kan verstoren en escaleren: zodra je werkgever zegt dat de arbeidsrelatie verstoord is, kun je je daar als werknemer niet tegen verweren. Want wat is een verstoorde arbeidsrelatie? Wie bepaalt dat?

Het is gewoon niet te rechtvaardigen dat de werknemers van de universiteit zelf hun advocaten moeten bekostigen, terwijl de advocaten van het bestuur met publiek geld worden betaald.

De andere reden waarom mensen voor hun eigen banen gingen vrezen naar aanleiding van wat er met mij gebeurde, was dat ik een vast contract had. Toch werd ik ontslagen. Ik heb niemand van de trap geduwd of geld verduisterd of wat dan ook, ik heb gewoon mijn werk gedaan.

Er zijn verschillende initiatieven in het leven geroepen om jou te steunen, er is een petitie rondgegaan in de academische gemeenschap die 3500 keer ondertekend is, er is een bezetting geweest, een crowdfunding, mensen zijn naar de hoorzitting gekomen. Hoe kijk je daarop terug?

Het verbaasde me ontzettend. Ik had er niet op gerekend, dat begon eigenlijk al met de hoorzitting: tot op de dag voor de hoorzitting heeft de universiteit het doen voorkomen alsof ze wilden gaan schikken. Een voordeel daarvan voor de werkgever is dat de verwerende partij dan geen medestanders op kan trommelen. Ik heb geen idee hoe ze het voor elkaar hebben gekregen om daar met zoveel aanhangers op te komen dagen. Ik ging naar die hoorzitting met het idee: ik moet alleen gaan. In het verzoekschrift stonden zoveel nare dingen over mij, dat wilde ik mijn collega’s niet aandoen, dat ze dat als toeschouwers moesten aanhoren zonder dat ze enig weerwoord kunnen geven, wat ik natuurlijk wel kon. Maar ik was echt enorm dankbaar dat de zaal vol zat met mensen die letterlijk en figuurlijk achter mij stonden. Achteraf denk ik: als ik daar alleen had moeten zitten, met al die mensen die vijf jaar achter mij aan hebben gezeten en me op alle mogelijke manieren hebben gekleineerd en geïntimideerd, dat had ik waarschijnlijk niet volgehouden.

Alles wat daarna gebeurde, was als in een film. Ik sta er nog van te kijken. Ik ben niet de enige die dit soort dingen meemaakt en ik zou willen dat iedereen die in zo’n nare situatie zit op zo’n enorme steun kan rekenen.

Mijn academische vrijheid is hier in het geding, dat is iets anders dan vrijheid van meningsuiting.

Ik ben enorm dankbaar voor de crowdfunding die voor mij is opgezet. Veel van dit soort conflicten gaan over salaris, mensen die in de laagste salarisschaal zitten en er niet uitkomen, en de universiteit weet dat, dat die mensen op een gegeven moment door hun geld heen zijn. De universiteit put eindeloos uit belastinggeld om zo’n rechtszaak te bekostigen, en ik put als alleenverdiener gewoon uit wat ik op de bank heb staan. Op een gegeven moment zei ik tegen mijn man: ‘dit was het dan voor de studies van de kinderen, die moeten maar met hun handen gaan werken want het geld is op.’ Het is gewoon niet te rechtvaardigen dat de werknemers van de universiteit zelf hun advocaten moeten bekostigen, terwijl de advocaten van het bestuur met publiek geld worden betaald. Als je het een betaalt, moet je ook het andere betalen.

Is het ooit wel eens gebeurd dat een bestuurder zijn baan is kwijtgeraakt vanwege een verstoorde arbeidsrelatie met iemand lager in de hiërarchie?

Bij mijn weten nog nooit. 

In 2019 heb je een artikel gepubliceerd dat veel ter sprake komt in de hoorzitting. Daarin reflecteer je op jouw eigen situatie aan de RUG. De rechter heeft het causale verband tussen de publicatie en jouw ontslag bevestigd, door te zeggen dat de publicatie tot een verstoorde arbeidsverhouding leidde. 

In de afgelopen jaren zijn twee docenten in het middelbaar onderwijs ontslagen vanwege kritische meningen die ze tegenover bestuur hebben geuit. In beide gevallen is het ontslag toen weer teruggedraaid. Ook daar heeft de kantonrechter in eerste instantie de werkgever gelijk gegeven dat de arbeidsrelatie verstoord was, maar de hoge raad heeft dat toen teruggedraaid op grond van vrijheid van meningsuiting. Maar in mijn geval gaat het niet alleen om een mening; wat ik zeg is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Ja, dat essay is een reflectie op mijn persoonlijke situatie, maar wordt gestaafd door jarenlang onderzoek, daar zijn kwantitatieve studies aan te pas gekomen. Mijn academische vrijheid is hier in het geding, dat is iets anders dan vrijheid van meningsuiting. Op een gegeven moment begon ik echt aan mezelf te twijfelen wat dat essay betreft: heb ik nu iets opgeschreven wat ik zelf niet begrijp? Want aan de ene kant ontving ik steunbetuigingen en werd ik bedankt door mensen die dit precies zo ervaren, maar aan de andere kant kreeg ik die hoogleraren over me heen die zeiden dat ik een vertrouwensbreuk had veroorzaakt en dat ik dringend coaching moet krijgen omdat er van alles aan mij mankeerde. De Vertrouwenspersoon Wetenschappelijke Integriteit van de universiteit verzekerde mij dat hij geen individuele aanvallen in mijn essay las. Hij zag het gewoon als systeemkritiek, en vond het een hartstikke goed begin van een discussie, zelfs als men het er niet op elk vlak mee eens zou zijn. En zo is het essay ook op andere faculteiten gebruikt: er zijn bestuurders geweest die met dat stuk in de hand nog eens kritisch naar hun eigen genderbeleid zijn gaan kijken, dus daar is best constructief mee om te gaan.

Wij vonden het ook een behoorlijk constructieve tekst.

Ja, tamelijk mild toch? Als dit een tekst is die tot je ontslag kan leiden, waar gaan we dan heen als academische gemeenschap? Als ik nu de mentor van een jonge collega zou zijn, zou ik haar op het hart drukken om maar iets heel neutraals te gaan doen. Sociale wetenschappen vallen dan al in hun geheel af, dat is een mijnenveld.

Dan moeten we maar allemaal ingenieur worden. 

Er is onder studenten ontzettend veel vraag naar kritische reflecties op systemen, op de groeiende ongelijkheid, op het kapitalisme, op hoe we omgaan met het klimaat. Studenten willen geïnspireerd en gestimuleerd worden in hun denken daarover, maar gaan we dan de docenten die ze daarin voor kunnen gaan ontslaan omdat het bestuur hen lastig vindt?

Op het moment dat iets wat jij als wetenschapper publiceert gebruikt kan worden door jouw werkgever om een verstoorde arbeidsrelatie aan te tonen, is er dus in feite geen academische vrijheid. Denk je dat het een oplossing kan zijn om daarover afspraken vast te leggen in de CAO? 

Wij weten al een aantal jaren wat de bronnen zijn van sociale onveiligheid: hiërarchie, afhankelijkheid, interne competitie. Die dingen in stand houden, dat is een keuze die universiteiten maken. Je zou ook een andere keuze kunnen maken: iedereen professor maken, bijvoorbeeld. Maar die keuzes worden niet gemaakt, het bestuur zegt alleen honderd keer ‘we nemen het mee.’

Kijk bijvoorbeeld naar een recent initiatief als ‘Erkennen en Waarderen.’ Bestuurders die een sociaal onveilige universiteit onder zich hebben, moeten vervolgens gaan bepalen wat ‘nieuw academisch leiderschap’ is.

Volgens mij komt die bureaucratische logheid voort uit het Nederlandse poldermodel, waarin je voor elke scheet draagvlak moet creëren. We zijn op een punt dat iemand zou moeten zeggen: we hakken deze knoop nu door, geld genoeg, dan maar iedereen hetzelfde, want dit werkt gewoon zo niet. Ik ben geen geval apart; mijn zaak is een symptoom van iets veel groters.

Denk je dat de vakbonden een rol kunnen spelen in de strijd tegen hiërarchie aan universiteiten? En hebben ze in jouw geval nog een positieve rol gespeeld?

Ik kan echt waarderen dat mijn vakbond, de Algemene Onderwijsbond (AOb) zich serieus en steunend heeft uitgesproken. Aan de andere kant, tja, vakbonden…(lacht). Iemand zei laatst tegen me: de bond zit wel tegenover de werkgever aan tafel, maar het is wel dezelfde tafel. Eigenlijk is de bond een schoolvoorbeeld van coöptatie. Iedereen heeft belangen, iedereen heeft zes petjes op, zodat je nooit een beweging kan vormen die stappen kan zetten. Het Nederlands onderwijs heeft zichzelf in een hoek gedreven; de mensen die het nu besturen hebben baat bij het behoud van deze situatie en hebben daarmee schuld aan de steeds groter wordende ongelijkheid. Kijk bijvoorbeeld naar een recent initiatief als ‘Erkennen en Waarderen.’ Bestuurders die een sociaal onveilige universiteit onder zich hebben, moeten vervolgens gaan bepalen wat ‘nieuw academisch leiderschap’ is. Dezelfde mensen die het probleem veroorzaakt hebben, krijgen het mandaat om het probleem op te lossen. Dan blijf je bezig.

Hoe ziet de toekomst er nu voor je uit?

Ik heb erg veel te organiseren op dit moment, want over een paar weken word ik institutioneel uitgewist. Dat heb ik gezien bij veel mensen die het slachtoffer zijn geworden van dit soort processen: dan google je ‘Susanne Täuber RUG’ en dan krijg je een 404-errorpagina. Ondertussen heb ik gewoon zes PhD-studenten, waar helemaal niks voor geregeld is. Die kunnen niet zomaar bij iemand anders terecht, omdat ze deels op projecten zitten die ik heb geschreven. Ik probeer dat op te lossen, al mijn e-mails veilig te stellen, mensen op de hoogte te stellen, de hele infrastructuur van mijn werk te redden. Ik ben natuurlijk ook gewoon nog met collega’s papers aan het schrijven en heb conferenties op de planning, maar ik moet ook een paar weken rust hebben om te herstellen.

De mensen die zich hebben ingezet voor deze zaak zijn hartstikke bang dat zij de volgende zijn. Wat ik dus niet zo goed begrijp is: waar blijft de politiek? Er hebben nu zoveel mensen in het openbaar gezegd dat ze zich niet veilig voelen in dit systeem, moet er niet op een gegeven moment iemand zeggen: ‘zo gaan we het niet doen aan Nederlandse universiteiten?’

Ik ben er op een bizarre manier best blij mee dat mijn casus onderstreept wat Naomi Ellemers ook in een recent KNAW-rapport zei: dat je zonder sociale veiligheid ook geen academische vrijheid hebt. Je hebt geen kwalitatief hoogwaardig onderwijs en onderzoek wanneer mensen zich niet vrij en veilig voelen. Mijn hoop is dat we daar iets van kunnen leren, hoe pijnlijk het ook voor mij is.

Susanne Täuber was tot 8 maart 2023 universitair hoofddocent bestuurskunde aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen.

Enzo Rossi is universitair hoofddocent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hannah van Binsbergen is hoofdredacteur van Jacobin Nederland.

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier