Uit protest tegen de huidige genocide in Gaza, Palestina, hielden demonstranten op 1 februari 2024 gelijktijdig sit-ins op treinstations in heel Nederland. Hun voornaamste boodschap: er moet onmiddellijk een staakt-het-vuren worden afgekondigd. Ondanks het vreedzame karakter van deze protesten werden demonstranten in Den Haag onverwachts omsingeld en met geweld uiteen gedreven door de plaatselijke politie. Tientallen deelnemers aan de sit-in werden in elkaar geslagen en twee Palestijnse demonstranten werden gearresteerd.
Onder de naam ‘Sit-In for Palestine NL’ organiseren lokale activistische groepen al sinds november 2023 spontane, vreedzame demonstraties in heel het land. De sit-ins vinden bijna elke donderdag gelijktijdig plaats in onder andere Almere, Amsterdam, Den Bosch, Groningen, Gouda, Leiden, Leeuwarden, Rotterdam en Den Haag. Naast ‘stop the genocide’ zijn leuzen die de medeplichtigheid van de Nederlandse regering benadrukken, er ook luid en duidelijk te horen. Zoals: ‘Nederland schande, bloed aan je handen’ en ‘Nederland financiert, Israël bombardeert.’
Sinds het ontstaan van Sit-In for Palestine functioneren deze demonstraties als wekelijkse bijeenkomsten voor de leden van verschillende Palestijnse verzetsgroepen in Nederland, en voor vele anderen die zich willen uitspreken tegen de Israëlische aanval op de Palestijnen. Sommige van deze verzetsgroepen ontstonden naar aanleiding van de huidige genocide, die in oktober 2023 begon – zoals Workers for Palestine, een collectief van voornamelijk cultuurwerkers die directe acties organiseren, en Kolna Falasteen, een initiatief van de Palestijns-Nederlandse gemeenschap. Zij komen elke avond om 19.00 uur samen op Amsterdam Centraal. Andere verzetsgroepen die meedoen, hebben een langere geschiedenis in Nederland – zoals BDS Nederland en het internationale netwerk Samidoun: Palestinian Prisoner Solidarity Network.
Sit-In for Palestine is slechts een van de vele partijen die wekelijks oproepen tot een staakt-het-vuren in Gaza en de bevrijding van Palestina. Naast lokale, relatief kleine protesten, hebben er de afgelopen maanden in Den Haag ook grootschalige betogingen plaatsgevonden, met demonstranten en organisaties uit binnen- en buitenland. Het meest prominente voorbeeld daarvan is de reeks protesten bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, naar aanleiding van de Zuid-Afrikaanse genocide-aanklacht tegen Israël.
Ongeacht de schaal kent elk protest de dreiging van politiegeweld. Op donderdag 1 februari sloeg dreiging om in bruut geweld, tegen demonstranten die binnen station Den Haag Centraal op de grond zaten en leuzen zongen. In vergelijking met andere sit-ins en demonstraties was deze bijeenkomst relatief klein. Net als bij andere sit-ins, in Den Haag en andere steden, gebruikten de organisatoren megafoons en drums. ‘De politie vraagt ons altijd om het volume van de megafoon te verlagen. Normaal gezien onderhandelen we met ze en dan zeggen ze na een tijdje niets meer,’ vertelt Fatima aan Jacobin. Fatima is een van de organisatoren van de Haagse sit-ins. Ze werd op 1 februari gearresteerd. Refererend aan een andere sit-in, die van 18 januari, zegt ze: ‘Tijdens de sit-in van twee weken geleden beval een agent ons om geen megafoon meer te gebruiken.’ Eerst weigerden de organisatoren. ‘Maar er waren veel kinderen en gezinnen aanwezig en wij hadden geen juridische ondersteuning, dus we besloten onze megafoons neer te leggen,’ legt Fatima uit.
Uit protest tegen het bevel besloot de organisatie om voor de volgende sit-in een oproep te doen. ‘Ik vertelde aan iedereen wat er was gebeurd en vroeg iedereen om megafoons en drums mee te nemen. Deze sit-in was luid. De politie zei dat de geluidsklacht van de vorige keer van de NS kwam, maar de NS vertelde ons dat we van hen toestemming hadden. De vertegenwoordiger van de NS moedigde ons zelfs aan om zo luid mogelijk te zijn.’ Op 25 januari eindigde de sit-in zonder geweld. Maar toen de demonstranten op 1 februari met hun megafoons en drums terugkeerden, reageerde de Haagse politie.
Ongeveer een uur na het begin van de sit-in van 1 februari beval de politie eerst om het gebruik van megafoons te staken. Als reactie riep Fatima door haar megafoon: ‘Hoe kan ik mijn stem verlagen terwijl mijn volk wordt vermoord?’ De demonstranten, die op dit moment rondom Fatima zaten, juichten haar toe en riepen: ‘Down with the police,’ ‘Down with the Dutch government’ en ‘There is only one solution, intifada revolution.’ Al snel omsingelde de politie Fatima en de andere demonstranten. Met zowel fietsen als wapenstokken duwden ze de demonstranten, waaronder minderjarigen en personen met een zichtbare fysieke beperking, bijeen, terwijl ongeveer 20 agenten Fatima als enige uit de menigte haalden en haar richting een muur duwden. Een van de demonstranten, die tussen Fatima en de agenten terechtkwam, werd aan de hijab getrokken en op de grond geduwd, waar een andere agent haar schopte. Sommige demonstranten begonnen op te staan om Fatima te volgen, terwijl andere bleven zitten. Zittende demonstranten werden door agenten aan de kleren getrokken en zowel verbaal als fysiek gedreigd om op te staan en het protest te verlaten. Demonstranten weigerden dit en probeerden richting Fatima te lopen, terwijl ze ‘Ceasefire now’ en ‘No justice, no peace’ riepen. Vervolgens duwde de politie Fatima tegen de muur, nam met dwang haar megafoon af en arresteerde haar. De megafoon werd geconfisqueerd en is ook vandaag nog in handen van de Haagse politie.
‘Ik kon niets zien,’ vertelt Fatima later op de avond, nadat ze is vrijgelaten. ‘Ik zag alleen de politie en twee Palestijnse vlaggen die boven de hoofden van de agenten zweefden. Ik voelde me erg alleen.’ Op het moment van haar arrestatie was Fatima omringd door meer dan 30 agenten. Zij trokken de megafoon uit haar handen en duwden haar, met wapenstokken, richting de uitgang aan het Anna van Buerenplein. De demonstranten riepen ‘Shame!’ richting de politieagenten die hen in tegenovergestelde richting, naar de hoofduitgang, duwden. Al snel escaleerde het politiegeweld. Nu Fatima niet langer in zicht was, begonnen de agenten op zowel demonstranten als organisatoren in te slaan, in plaats van hen alleen weg te duwen.
De demonstranten probeerden zich tegen de politie te verzetten door in het station te blijven, maar ze werden uitgescholden, geduwd, geschopt en met wapenstokken geslagen. Toen alle demonstranten buiten de glazen deuren van het station stonden, sloot de politie de stationsingang, terwijl steeds meer agenten vanuit de binnenstad aan kwamen snellen. De demonstranten bleven staan. Ze klapten en riepen ‘Shame on you!’ richting de rij agenten die de weg naar het station blokkeerde. Enkelen die de menigte probeerden te verlaten, werden door agenten aan hun hijabs en kaffiya’s getrokken. Een moeder, in hijab en kaffiya, probeerde met haar zoon van ongeveer 10 jaar in de glazen tramhalte te schuilen. ‘Niet huilen habibi, je moet trots zijn dat we hier zijn,’ zei ze terwijl ze haar zoon over het hoofd aaide. Een agent gaf haar een duw in haar zij.
De troepen duwden vervolgens alle demonstranten richting het Malieveld. Onder druk van tientallen agenten die hen langs alle kanten omsingelden, zongen en klapten de demonstranten ‘Free, free Palestine!’ Op dit moment werd een tweede demonstrant gearresteerd: een Palestijnse man die door ongeveer 10 agenten uit de menigte werd gehaald, tegen een muur werd geduwd en geïnspecteerd werd om vervolgens in de boeien te worden geslagen.
Op het politiekantoor in Scheveningen waar rond 22.00 uur tientallen demonstranten op de twee gearresteerde personen wachtten, vertelde Nina, die bij de sit-in aanwezig was, dat ze een agent met een wapenstok op de gebroken arm van een demonstrant heeft zien slaan. Wanneer Nina dit vertelt, is een vriend van haar samen met de gewonde persoon naar het ziekenhuis. De dag na de sit-in bevestigde de organisatie dat een Palestijnse man inderdaad ‘werd geconfronteerd met politiegeweld, dat leidde tot een ernstige verwonding aan zijn arm. Hij wordt nu medisch verzorgd.’
Naast Nina stond een andere persoon, Douwe, die al maanden bij de organisatie van de Haagse sit-ins helpt. Tijdens de sit-in van 1 februari werd hij door meerdere agenten in de benen geschopt. ‘Ze weigerden hun politielegitimatiebewijs aan ons te geven, ook al zijn agenten verplicht dat te doen als je het vraagt,’ vertelde hij. Andere demonstranten die met Jacobin spraken, bevestigden dat agenten op zowel de Haagse sit-in, als bij andere betogingen (zoals de demonstraties van 12 en 13 januari bij het Internationaal Gerechtshof), inderdaad weigerden om hun politielegitimatiebewijs te tonen. Activiste Souad was niet aanwezig bij de demonstratie in Den Haag, maar kwam naar het politiebureau in Scheveningen zodra ze over de arrestaties hoorde. ‘De Nederlandse regering die fondsen voor UNRWA stopzet, Geert Wilders die aan de macht komt en dit plotseling toegenomen politiegeweld, zijn allemaal met elkaar verbonden,’ vertelde ze. UNRWA is de organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen in het nabije Oosten. Op 28 januari nam de VVD-minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkeling, Geoffrey van Leeuwen, het besluit om alle toekomstige financiering aan UNRWA stop te zetten. Dit besluit werd genomen naar aanleiding van beschuldigingen dat medewerkers van de organisatie betrokken zouden zijn geweest bij de aanslagen op Israël op 7 oktober.
‘Hier in Nederland is de onderdrukking keurig, netjes. Alles ziet er prachtig uit,’ zegt Melita, die zichzelf voorstelde als moeder van twee kinderen en die op 12 januari gearresteerd werd bij het Internationaal Gerechtshof. ‘Zolang je niets zegt, zolang je ze niet uitdaagt, is het allemaal prima. Maar als je je recht om te protesteren probeert uit te oefenen, is het een probleem.’
Na het politiegeweld van 1 februari riep Sit-In for Palestine op tot een noodprotest op dezelfde locatie op vrijdag 2 februari – tegen de genocide in Palestina én tegen het politiegeweld jegens demonstranten. Sit-In for Palestine gaat door met het organiseren van protesten op stations in het hele land: elke donderdag om 18.00 uur. Met de expliciete eis om het politiegeweld tegen demonstranten en het monddood maken van Palestijnse stemmen, te stoppen.
Jacobin heeft Politie Eenheid Den Haag om een reactie gevraagd, maar heeft geen antwoord ontvangen.
De namen van ‘Nina’ en ‘Douwe’ zijn op hun verzoek gefingeerd.
Niloufar Nematollahi is redacteur van Jacobin.