Zoals bijna elk jaar vond Europa het wel weer tijd voor een feestje – een heel songfestival zelfs. Rusland mag daar niet bij zijn, want die vermoorden heel veel mensen. Israël mag dat wel. Ook Nederland is als vanouds van de partij, en vaardigt zanger en voormalig Youtuber Joost Klein af met zijn song Europapa.
Hoewel Nederland op zijn best een outsider is voor de uiteindelijke overwinning, heeft Joost Klein al een aantal records op zijn naam. Het nummer werd 1.2 miljoen keer gestreamd op Spotify op de dag van verschijnen, en kwam op nummer 1 binnen in de Top 40 in zowel Nederland als België. Internationaal is de videoclip van het nummer het meest bekeken van alle inzendingen dit jaar. Dit hemelvaartsweekend bepalen kijkers over de hele wereld via televoting hoe hoog Europapa zal eindigen bij deze editie van het songfestival.
Ondanks zijn populariteit kan het nummer ook op kritiek rekenen. Van links tot rechts is de communis opinio ten aanzien van Europapa dat het een goed nummer is, maar tegelijkertijd ook schaamteloze EU-propaganda. Zo is het misschien niet bedoeld, maar Klein is zelf niet bijzonder duidelijk over hoe zijn werk geïnterpreteerd moet worden. Hij verklaarde:
Europapa gaat over een weeskind dat door heel Europa (en omstreken) reist om zichzelf te vinden en zijn verhaal te vertellen. Eerst kennen de mensen hem niet, maar hij blijft elke kans pakken om zichzelf te laten zien. Europapa is een eerbetoon aan mijn vader. Hij gaf mij een wijde visie op de wereld mee in zijn opvoeding.
Zelfs als het Kleins bedoeling was om Europa op te hemelen in zijn song, dan nog biedt een geslaagd kunstwerk altijd ingangen voor kritiek op datgene wat het afbeeldt. In het geval van Europapa kun je zelfs stellen dat die kritiek open en bloot wordt geleverd: Joost Klein toont juist het morele failliet van Europa.
Europapa begint met het verhaal van de EU zoals onze generatie het leerde – precies zoals het in de maatschappijleerboeken had kunnen staan. In de zo vaak bekeken video begint Klein, verkleed in een EU-blauw pak, als had hij Ursula von der Leyen’s zoon kunnen zijn: ‘Europe, let’s come together! It’s now or never, I love you all.’ Dit is precies het Europa waar we in moesten geloven. Het Europa dat vrede, welvaart, mensenrechten, culturele uitwisseling, wederzijds begrip, ja zelfs liefde zou brengen. Hier spreekt Joost Klein de Europese belofte uit, de belofte dat dingen efficiënter gaan en effectiever zijn wanneer we samenwerken.
De zogenaamde Europropaganda die daarop volgt, hint er vooral naar dat het Europese project maar in beperkte mate tot de verbeelding spreekt. Met de snelheid van een scootmobiel probeert Joost uit Nederland te geraken, maar in werkelijkheid beweegt hij zich enkel binnen het Hollandse landschap voort. Hij erkent één van de grootste prestaties van de EU, het feit dat je zonder visum of paspoort naar het buitenland kan reizen, maar veel verder gaat het niet.
Want de Europese droom van culturele uitwisseling en verbroedering blijft hangen bij een paar clichés over buitenlands voedsel – escargots, fish ‘n chips, paella – waarvan hij ‘niet eens echt [weet] wat dat is.’ En dan blijft de Europese verbeelding behalve het pakken van de bus naar Polen beperkt tot West-Europa. Spoedig wordt ook de economische situatie erbij gehaald:
Ik heb geen geld voor Paris
Dus gebruik m’n fantasie
Heb je een eurootje please
Zeg ‘merci’ en ‘alsjeblieft’
Ik ben echt alles kwijt
Behalve de tijd
Europa wordt bezongen in het refrein, maar waarover we blij moeten zijn blijft onuitgesproken. En hoewel de snelheid van het nummer wordt opgevoerd, blijft het doel van Europa onduidelijk terwijl het Europese project erodeert:
Ben aan het vluchten van mezelf
Roep de hele dag om ‘help!’
Ja ik geef zelfs mensen geld
Maar d’r is niemand die me helpt
We zien een oude man, de Europapa, die zich opricht en zijn spierballen traint, maar heel dreigend of overtuigend is het krachtsvertoon niet.
Het Europese project slaat op hol tijdens de rave en Klein verruilt zijn blauwe pak voor een zwart-rood alternatief. Ondertussen blijft de video gespeend van elke Europese verwijzing (behalve hier en daar een vlaggetje misschien) en worden juist enkel oer-Hollandse cultuurproducten opgevoerd: molens, polders, gabbers, New Kids…
Maar het morele bankroet dat Klein met zijn act communiceert zit hem in het slotbeeld. Zoals hij zelf zei: ‘Op ’t eerste oog lijkt het een hele blije act, maar eenmaal daar voorbij liggen bloed, zweet en tranen.’ Het Europese project staat in brand. Dat is waar we nu zijn aanbeland.
De wereld die ons beloofd was als we braaf ‘vóór Europa’ zouden kiezen, lijkt verder weg dan ooit. Europese leiders bezoeken de regeringsleiders van een genocideplegend land om hun steun te verklaren in plaats van voor beperking te pleiten. Ondertussen sterven dagelijks tal van vluchtelingen aan de Europese buitengrenzen door het inhumane asielbeleid van de EU. En temidden van dit ineenstortende Europese project herinnert Joost Klein ons:
Aan het einde van de dag
Zijn we allemaal mensen
Mijn vader zei me ooit
Het is een wereld zonder grenzen
Ik mis je elke dag
Is wat ik stiekempjes fluister
Zie je nou wel pa
Ik heb naar je geluisterd
Precies in die laatste zin zit de pijn van de generatie van Klein. De onkritische steun die een links-progressieve generatie jarenlang aan Europa gaf, heeft nooit gebracht wat de Europese belofte in zich droeg. De goedgelovigheid brengt ons bij het slotbeeld van Europapa: de ‘grenzeloze wereld’ gaat in rook op terwijl we verweesd achterblijven. Laat het een les zijn voor na het songfestival, wanneer we televoting verruilen voor het rode potlood bij de Europese verkiezingen. Een onkritisch ‘vóór Europa’ is niet meer van deze tijd: we moeten Europa niet langer beoordelen op wat het zou kunnen zijn, maar op wat het werkelijk aan het worden is.
Jouke Huijzer is redacteur van Jacobin Nederland