Search
Close this search box.

Het kabinet probeert het gasdossier buiten de verkiezingen te houden

De gaswinning in Groningen is niets meer dan ‘rampzalig’. Hoogste tijd om de ‘ereschuld’ die Nederland aan de Groningers heeft in te lossen, en daarbij de kern van het probleem niet uit het oog te verliezen: de innige verstrengeling van publieke en private economische belangen waar het welzijn van mens, dier en natuur al decennia aan wordt opgeofferd.
Earthquake damage in Groningen province, The Netherlands as a result of gas extraction

Jacobin #1 over Zorgen komt uit.
Abonneer je voor €30 en ontvang hem in Mei.

De Provinciale Statenverkiezingen draaien dit jaar om de verhouding tussen de mens en de natuur. Het stikstofprobleem domineert het politieke debat en de verslaggeving van de media. In de provincie Groningen gaat het ook over de verantwoordelijkheid van de staat en de oliebedrijven voor de bodem, en voor de stille ramp die zich daar voltrok. Het kabinet zwijgt veelal over de aardbevingen en de gaswinning, en probeert het gasdossier zo buiten de verkiezingen te houden. Dit is problematisch, omdat het gaswinningsdossier consequenties heeft voor het hele land: het laat zien wat de desastreuze gevolgen zijn als staats- en bedrijfsbelangen samenvallen.

De parlementaire enquêtecommissie aardgaswinning Groningen presenteerde op 24 februari jongstleden in Zeerijp haar rapport. De conclusie was hard: de gaswinning in Groningen was ‘rampzalig’. Een ramp van zulke proporties hebben we in Nederland zelden gezien. De belangen van de Groningers zijn structureel genegeerd door de staat, het bedrijfsleven en de rest van het land. Nederland, zo luidt de conclusie, heeft een ereschuld aan de Groningers.

Groningen: van win(st)gewest naar Pronkjewail!

In Groningen zijn inmiddels twee conclusies getrokken in reactie op het rapport: ten eerste moeten de slachtoffers van de bevingen nu geholpen worden. Niets mag afleiden van het helpen van mensen die met schade zitten, en van het toekomstbestendig maken van de regio. Want zoals de Groninger Bodem Beweging liet weten in reactie op het rapport: ‘het is nog niet over als het voorbij is.’ Zelfs als de gaskraan in de toekomst dichtgaat zullen aardbevingen nog blijven voorkomen. Volgens de provincie, verschillende gemeenten en waterschappen moet de inzet van de transformatie van Groningen zijn: ‘van win(st)gewest naar Pronkjewail!’ Ten tweede moet de politiek verantwoording afleggen. De Groningse hoogleraar sociale psychologie Tom Postmes liet aan Trouw weten dat er wat hem betreft maar één mogelijke reactie van het kabinet is: aftreden.

De coalitie weigert een spoeddebat over directe hulp aan Groningen.

Het kabinet laat zich vooralsnog niet uit over het rapport. Rutte wil niet voor de verkiezingen reageren op het rapport en vraagt om ‘geduld’ bij de Groningers. SP-Kamerlid Sandra Beckerman vroeg op 7 maart een spoeddebat aan om de stappen te bespreken waarmee de Groningers nu geholpen kunnen worden. De coalitie weigerde dit debat. Aandacht voor Groningen komt even slecht uit, de Kamer zal pas in mei debatteren over het rapport. De enige die van zich liet horen was Staatssecretaris Mijnbouw Hans Vijlbrief, die aanwezig was bij de presentatie van het rapport. Hij kondigde anderhalve week later aan dat het Instituut Mijnbouwschade Groningen niet meer door zal procederen tegen aardbevingsslachtoffers.

Strategisch zwijgen

Vlak voor de verkiezingen wil het kabinet verantwoording noch rekenschap afleggen. Hiermee herhalen toppolitici een patroon uit het gasdossier: geen open kaart spelen op de momenten dat het ertoe doet. Voorheen werden cruciale besluiten over de gaswinning achter gesloten deuren genomen. Tijdens de verhoren van de parlementaire enquête wist oud-VVD-minister Annemarie Jorritsma zich nauwelijks nog iets te herinneren over haar bemoeienis met de gaswinning als minister van Economische Zaken. Nu zet het zwijgen zich voort. Voorheen beschermde het zwijgen de gasbaten, nu moet het reputaties uit de wind houden voor verkiezingswinst, of in ieder geval voor het beperken van electoraal verlies.

Levensgevaarlijke belangenverstrengeling

Groningen is wél een landelijk thema, om twee redenen: ten eerste hebben de Groningers gelijk als ze zeggen dat de prioriteit moet liggen bij het helpen van de slachtoffers. Zoals George de Kam schreef in het Dagblad van het Noorden: de ereschuld van Nederland aan de Groningers moet vooral ingelost worden aan de ‘daadwerkelijk door bevingen geraakte burgers.’ Het herstellen van de aardbevingsschade gaat misschien nog twee decennia duren. Als we op de huidige voet doorgaan is de schade niet voor 2040 hersteld, zo verwacht de nationale ombudsman. Dat is onacceptabel lang. Het is mogelijk dit proces te versnellen, maar dat vraagt de inzet van veel meer aannemers, architecten en bouwvakkers in de provincie. Welke plek in Nederland vooraan staat als er gebouwd gaat worden is een nationaal verdelingsvraagstuk. Een versnelling in Groningen is alleen mogelijk als we daar landelijk de financiële middelen en mankracht voor vrijmaken, en daar heeft de provincie alle recht op.

Met de NAM viel het belang van de Nederlandse staat een-op-een samen met dat van op winst beluste fossiele bedrijven, en daar werden de Groningers de dupe van.

Ten tweede laat het gaswinningsdossier zien hoe de overheid samen met fossiele bedrijven de afgelopen decennia het welzijn van mens en milieu heeft opgeofferd voor geld. De exploitatiebelangen van de staat werden na de ontdekking van het gasveld gedeeld met Shell en ExxonMobil, die zich voor dit doel verenigden in de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). In deze winningsconstructie viel het belang van de Nederlandse staat een-op-een samen met dat van op winst beluste fossiele bedrijven, en daar werden de Groningers de dupe van.

Groningen is een ramp zonder weerga, maar ook in andere provincies vinden we allerlei voorbeelden van sociale problemen en milieuverontreiniging die hun oorsprong vinden in dezelfde verstrengeling van publieke en private belangen. Noord-Holland heeft bijvoorbeeld te maken met de verontreiniging, overlast en CO2-uitstoot van Schiphol, een quasi-staatsonderneming (aandeelhouders zijn de Nederlandse Staat en de gemeenten Amsterdam en Rotterdam) die innig verstrengeld is met de belangen van private fossiele luchtvaartbedrijven. In Drenthe en Zuid-Holland is de vervuilende oliewinning van de NAM afhankelijk van waterschappen en van toestemming van de regering. Hoe hard de regering dit ook probeert te verzwijgen: zij heeft in al deze voorbeelden expliciet invloed en draagt daarmee (politieke) verantwoordelijkheid voor het beleid dat wordt gevoerd. Dit feit maakt de komende verkiezingen des te belangrijker: het is tijd dat er een einde komt aan de gelijkschakeling van publiek en privaat belang.

Marin Kuijt is promovendus aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij onderzoek doet naar de koloniale wortels van de gaswinning in Groningen.

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier