Het Franse verzet tegen de pensioenhervorming is meer dan terecht

Na je pensioen leven ‘als een god in Frankrijk’? Het is maar weinig Fransen gegund. In Frankrijk werkt men zich eerder het graf in, of kunnen werkers op z’n best slechts enkele jaren van hun pensioen genieten. Solange Manche demonstreerde gister ook mee in Parijs. Voor Jacobin ontkracht ze verschillende mythes over het Franse pensioenstelsel: ‘De Fransen hebben alle reden om zich tegen de pensioenhervormingen te verzetten!’

Jacobin #1 is uit.
Abonneer je voor €30 en we sturen hem op.

We weten niet precies wat Emmanuel Macron leerde tijdens zijn studie aan de École Nationale d’Administration – oftewel de Franse elitefabriek voor toekomstige premiers en presidenten van de Republiek. Maar wat ons zo langzamerhand wel duidelijk wordt, is dat Macron er een zeer vreemde definitie van democratie op na houdt. Op 19 januari, de eerste dag van de massale demonstraties tegen zijn plannen om het pensioenstelsel te hervormen, leek het hem een goed idee om Parijs te ontvluchten en voor een bilateraal congres op het vliegtuig te stappen naar Barcelona. Vanuit Spanje, terwijl er meer dan een miljoen mensen de straten opgingen, had Macron het lef om te melden dat zijn ambitie om het pensioenstelsel kapot te hervormen simpelweg de consequentie is van de vrije keuze van het volk om op hem te stemmen. Maar Macron is voornamelijk herkozen om Le Pen van de troon te houden. Politicoloog Serge Halimi stelt bijvoorbeeld dat Macron in tegenstelling tot zijn twee voorgangers wél werd herkozen voor een tweede termijn, vooral komt doordat extreemrechts de tegenstander was in de tweede stemronde.

De verhoudingen in de stembus komen dan ook niet overeen met de publieke opinie: maar liefst 65 procent van de Fransen is tegen de hervorming. Toen op 31 januari, opnieuw een recordaantal demonstranten de straat opging, bleef het stil vanuit het Élysée. Macron houdt stoïcijns vast aan zijn plannen en negeert doodleuk 2,8 miljoen demonstranten. Hij lijkt zich vooral iets aan te trekken van democratie en het Franse volk als het hem uitkomt, anders steekt hij zijn kop in het zand.

De struisvogeldemocratie is blijkbaar ook de politieke voorkeur van Arjen Lubach. Dat hij sociale bewegingen vervelend vindt, is geen nieuws. Zowel Extinction Rebellion als de bezettingen van de UvA komen in zijn woorden voort uit ‘adolescente stuiptrekkingen’. ‘Wat een gezeur van die luie Fransen!’ blèrt hij als het over de huidige demonstraties gaat. In Nederland zou men al sinds 1851 tot 65-jarige leeftijd werken en ook is de pensioengerechtigde leeftijd in Frankrijk het laagst van de Europese landen.

Macron houdt stoïcijns vast aan zijn plannen
en negeert doodleuk 2,8 miljoen demonstranten.

Dit soort argumenten komen vooral voort uit onwetendheid (of de luiheid van Nederlandse journalisten die zich onvoldoende in de situatie verdiepen) die kenmerkend is voor de berichtgeving over de economie en het pensioenstelsel in Frankrijk. Helaas is het gerucht dat de Fransen lui en koppig zijn hardnekkig. Zo citeert Lubach instemmend de verklaring van NRC dat de demonstraties vooral voortkomen uit een gebrek aan autonomie op het werk en een algemene antiautoritaire Franse cultuur; alsof het protest niets met de inhoud van de pensioenhervorming te maken heeft.

Omslagstelsel

Maar heeft Macron niet ook een beetje gelijk? Is werken tot je 62ste niet ontzettend onverantwoordelijk gezien de vergrijzing van de bevolking? Wie moeten die pensioenen immers allemaal gaan betalen? Wat in deze retorische vragen over het hoofd wordt gezien is dat mensen in Frankrijk nu gemiddeld al tot hun 63ste werken en dat deze leeftijd sterk oploopt naarmate de precariteit van arbeiders en werknemers toeneemt. Vooral vrouwen en mensen die op latere leeftijd gemigreerd zijn naar Frankrijk zijn de dupe van het huidige pensioensysteem. Zo geldt voor 9 procent van de mannen dat ze in elk geval tot hun 67ste werken en geldt voor vrouwen dat een op de vijf tot diezelfde leeftijd werkt – en dit is dan onder het huidige stelsel! Deze leeftijd zal met Macrons hervorming alleen maar hoger worden.

De pensioengerechtigde leeftijd komt
niet overeen met de daadwerkelijke
leeftijd waarop mensen financieel gezien
kunnen stoppen met werken.

De pensioengerechtigde leeftijd komt dus niet overeen met de daadwerkelijke leeftijd waarop mensen financieel gezien kunnen stoppen met werken. Dit was niet altijd het geval in Frankrijk, maar is het resultaat van voorgaande hervormingen die sinds de jaren tachtig zijn ingezet. Frankrijk heeft namelijk een zogenoemd omslagstelsel dat werd geïntroduceerd na de Tweede Wereldoorlog. Dit betekent dat de mensen die nu aan het werk zijn betalen voor de huidige pensioenen, en niet dat ze gedurende hun leven geld voor hun eigen pensioen opzijleggen. Doordat tijdens de tweede helft van de twintigste eeuw het aantal mensen op de arbeidsmarkt snel toenam, werd er meer afgedragen voor pensioenen. Begin jaren tachtig was het bedrag van het pensioen dan ook bijna gelijk aan de laatste loonstrook.

Tegenwoordig echter is het maximale bedrag waar je op kunt hopen nog maar het gemiddelde van de 50 procent van de beste 25 jaren van je salaris. Om dit bedrag te kunnen bereiken moet je 42 jaar hebben bijgedragen aan het stelsel. Bij elk trimester dat iemand mist, gaat het bedrag rap omlaag. De mensen die het hardst getroffen worden door dit stelsel zijn dan ook degenen die gaten in hun loopbaan hebben, geen vast arbeidscontract hebben, of die later instromen op de arbeidsmarkt. Zoals gezegd: vooral vrouwen, jongeren (die pas later een vast contract krijgen) en mensen met een migratieachtergrond.

Levensverwachting

Mouloud Sahraoui van de vakbond CGT vertelde recent het verhaal van zijn collega Moussa, die tot zijn zeventigste moet werken om zich van het maandelijkse bedrag van 800 euro te verzekeren, oftewel de volle 50 procent van de laatste 25 jaar die Moussa heeft gewerkt. Afkomstig uit Algerije, begon Moussa op zijn 28ste zijn loopbaan als magazijnmedewerker, en ondanks zijn gezondheidsproblemen – veroorzaakt door een arbeidsongeval – kan hij niet stoppen met werken. Dit geldt ook voor Fernande Bagou, die schoonmaakt voor het bedrijf Onet. Afkomstig uit de voormalige Franse kolonie Ivoorkust moet Fernande onder het huidige stelsel tot 67-jarige leeftijd werken. Naast de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd wil Macron de totale duur van pensioenpremiebetalingen ook verhogen van 42 naar 43 jaar, een verhoging die de mensen met de laagste salarissen het hardst raakt. In Frankrijk is dus niet echt sprake van luiheid, maar eerder van uitbuiting.

‘Ik ben dol op pensioen, over dertig jaar zal ‘t er niet meer zijn.’

Maar, zo brengen voorstanders van de hervormingen graag in, zowel Moussa als Fernande zal volgens de gestegen levensverwachting van de bevolking natuurlijk ook langer leven. Ook dat beeld moeten we nuanceren. Ten eerste gaan armen eerder dood dan rijken, wat dus de totale duur van hun pensioen reduceert. Effectief betekent dit dat (armere) mensen uit voormalige koloniën opdraaien voor de oude dag van hun (rijkere) witte landgenoten. En belangrijker, het is helemaal niet zeker of mensen wel langer zullen leven. Een recent verschenen studie laat juist zien dat de levensverwachting in Frankrijk – net als in negentien andere economisch ontwikkelde landen – eerder daalt dan stijgt.

Effectief betekent dit dat (armere) mensen
uit voormalige koloniën opdraaien
voor de oude dag van hun (rijkere) witte landgenoten.

Dat armere werkers in Frankrijk de meeste kans hebben om dood te gaan voordat ze überhaupt met pensioen kunnen, is ook wat Ulysse Lojkine en Julien Blasco constateren. Een op de tien mannen uit de laagste inkomensgroep overlijdt voordat hij zijn pensioenleeftijd heeft bereikt. Een op de vijf mannen van deze categorie heeft grote kans op een zeer kort pensioen van vijf jaar of minder en een op de drie heeft grote kans op een korte duur van hun pensioen van 16,5 jaar of minder. Voor 20 procent van de mannen met de laagste inkomens is de verwachting dat het pensioen zeven jaar korter duurt dan dat van de rijkste 20 procent, doordat ze vroeger overlijden. En deze kloof zal alleen maar groeien als de nieuwe hervorming wordt ingevoerd.

Omzetbelasting

Wat Macron betreft moeten de Fransen zich dus vooral het graf in werken om de pensioenen te kunnen blijven betalen. Maar het verhaal dat Macron vertelt over het begrotingstekort blijkt ook niet helemaal te kloppen. De econoom Michaël Zemmour toont aan dat er vandaag de dag nog helemaal geen sprake is van een begrotingstekort. Ook de prognose dat er bekostigingsproblemen op de loer zouden liggen vanaf 2027, zoals gemeld in het overheidsrapport dat de maatregel verdedigt, zou ook niet aan kunnen worden genomen als een onontkoombaar scenario.

Waarom moet en zal er dan toch bezuinigd worden? Macron zelf zegt dat de bezuinigingen nodig zijn om andere publieke sectoren te bekostigen: het onderwijs, de gezondheidszorg en de klimaattransitie. Jammer genoeg komen deze mooie woorden niet helemaal overeen met het wetsvoorstel waarin de pensioenhervorming wordt behandeld. Daarin staat namelijk dat de bezuinigingen als compensatie dienen voor de afschaffing van de zogeheten CVAE, een omzetbelasting voor bedrijven in Frankrijk.

Wie is er nou lui?

Dat Fransen lui zijn is dus een meer dan nutteloze stelling om de veranderingen rondom de pensioenhervormingen te begrijpen. Heel veel mensen in Frankrijk werken nu al langer dan tot hun 67ste, en dit is disproportioneel het geval voor vrouwen en geracialiseerde minderheden. Maar dit zal voor jongeren net zo het geval zijn, niet alleen omdat jongeren steeds langer studeren en daardoor later instromen op de arbeidsmarkt, maar ook omdat zij op jonge leeftijd steeds vaker atypische arbeidsovereenkomsten moeten accepteren. Jongeren werken wel, maar ze bouwen weinig pensioenrecht op.

Jongeren werken wel,
maar ze bouwen weinig pensioenrecht op.

Lubach maakt een jongen van vijftien belachelijk die zijn middelbare school helpt te bezetten in solidariteit met de stakingen. Het publiek lacht: waarom zou je je als je zo jong bent al bezighouden met je pensioen? Afgezien van het feit dat dit een vrij neerbuigende reactie is, heeft deze tiener wel gelijk. Laten we deze jongen Hugo noemen. Stel dat Hugo gaat studeren en vanwege de toename van precaire arbeidsovereenkomsten pas een vast contract weet te bemachtigen op zijn 28ste, dan moet hij tot zijn 67ste doorwerken om zich van de helft van zijn salaris als pensioen te kunnen verzekeren. En dit zou in het scenario zijn dat er met Hugo en met de economie niets mis zou gaan. Wordt Hugo ontslagen vanwege een financiële crisis en is hij een jaar werkloos, dan moet hij lekker doorwerken. Hoelang hij door moet werken ligt er maar net aan wanneer hij zijn baan is verloren tijdens zijn levensloop. Als Hugo een baarmoeder had en een kind zou krijgen, dan werd zijn pensioen nog langer uitgesteld.

Ja, natuurlijk mag Hugo van Macron met pensioen op zijn 64ste. De realiteit is alleen wel dat de kans klein is dat hij dan genoeg pensioenrecht heeft opgebouwd om zijn huur te kunnen betalen. Dus zijn die Fransen inderdaad zo lui omdat ze tegen de pensioenplannen van Macron strijden? Of zit de luiheid eerder bij de redactie van Lubachs Avondshow, die niet de moeite neemt om zich werkelijk in de materie te verdiepen?

Solange Manche promoveert aan de Universiteit van Cambridge in Franse politieke theorie en woont in Parijs.

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier