Ulrike Eifler:
Waarom vakbonden niet mogen zwijgen over militarisering
De ‘Zeitenwende’ (historisch keerpunt om de militaire uitgaven aanzienlijk te verhogen en een einde te maken aan het vroegere voorzichtige defensiebeleid van Duitsland) die kanselier Olaf Scholz van de Sociaal-Democratische Partij (SPD) onmiddellijk na de Russische invasie in Oekraïne afkondigde, druist in tegen de belangen van de werkende klasse en stelt de vakbonden voor grote uitdagingen.
Industriële vakbonden zien nu het proces van omgekeerde defensie-omvorming: er worden steeds meer middelen en productie verschoven van een burgerlijke economie naar een militair georiënteerde economie en traditionele standpunten over vredespolitiek dreigen opzij te worden geschoven. Ambtenarenvakbonden voeren hun strijd voor een rechtvaardige verdeling van rijkdom, te midden van krimpende budgetten, en de bezorgdheid over openbare dienstverlening wordt steeds meer overschaduwd door bezorgdheid over militair nut.
Het publieke debat over flexibele werktijden, onbetaalde periodes tijdens ziekte en de verlaging van het basisinkomen toont ook aan dat de gemilitariseerde Zeitenwende ingrijpende gevolgen heeft voor het sociale beleid. De maatschappij wordt omgevormd in een meer autoritaire richting: de samenwerking tussen de Bundeswehr (de Duitse krijgsmacht, nvdr) en het federale arbeidsbureau, het streven naar civiel-militaire samenwerking in de gezondheidszorg en een onlangs aangenomen omnibuswet die het makkelijker moet maken om noodwetgeving uit te voeren – dit alles geeft de Duitse samenleving een nieuwe vorm. Nooit geziene militaire uitgaven en een meedogenloze handhaving van het ‘prioriteit voor de veiligheid’-beleid tonen de enorme uitbreiding van het militair-industrieel complex.
We kunnen zeggen dat de vakbonden voor een historische strijd staan, met de welvaartsstaat en fundamentele rechten als inzet. De vakbondsstrategie moet daarom beginnen met een analyse van deze ontwikkelingen.
Bewapening voor een geopolitieke leidersrol
De oproep van toenmalig minister van Defensie Boris Pistorius (SPD) dat Duitsland klaar moest zijn voor oorlog was niet slechts een retorische verspreking. Er is een brede consensus binnen het politieke establishment dat Duitsland zich moet positioneren als een belangrijke geopolitieke speler.
In zijn toespraak in augustus 2022 aan de Charles University in Praag merkte Olaf Scholz op dat de Verenigde Staten prioriteit geven aan hun conflict met China en dat Europa dus zijn rol moet opnemen als een onafhankelijke politieke entiteit, met Duitsland in een leidende rol. Ook SPD-voorzitter Lars Klingbeil verklaarde in een toespraak dat Duitsland zich na 80 jaar terughoudendheid opnieuw moet laten gelden als een beslissende leider in de wereldpolitiek.
Deze drang naar militarisering en oorlogsklaarheid is een reactie op de veranderende mondiale dynamiek. Het Zuiden bundelt zijn krachten en werkt economisch steeds intenser samen, terwijl industrielanden als de VS en Duitsland worstelen met de-industrialisatie. De drijvende kracht achter de militarisering van Duitsland is de angst van de heersende elite voor economische achteruitgang – het verlies aan economische kracht moet worden gecompenseerd door militaire kracht.
In lijn met deze strategie heeft de regering-Scholz al prioriteit gegeven aan de uitbreiding van de binnenlandse wapenindustrie. Haar ‘Strategie voor de nationale veiligheid en defensie-industrie’ heeft de weg vrijgemaakt voor wapenproductie door de staat. De strategie biedt een reeks richtlijnen voor een industrieel beleid dat Duitse wapenbedrijven zou ondersteunen bij de omschakeling naar oorlogsproductie, door de noodzakelijke politieke, economische, regelgevende en maatschappelijke voorwaarden te creëren op nationaal en Europees niveau. De defensie-industrie is enthousiast. Rheinmetall, Duitslands grootste wapenproducent, CEO Armin Papperger is niet de enige die al lange tijd 250-300 miljard euro aan financiering vraagt om de defensiesector planningszekerheid te geven.
Deze ontwikkeling stelt de vakbonden voor grote uitdagingen. Terwijl de oorlog in Oekraïne de crisis in de belangrijkste Duitse industrieën verergert, stabiliseren de waardeketens in de defensie-industrie zich, waardoor er veel meer jobs bijkomen in deze sector. De sector meldt bijna 400.000 nieuwe aanwervingen en spreekt van de grootste wervingscampagne sinds het einde van de Koude Oorlog.
Bij nadere beschouwing blijkt echter dat de omvang en snelheid van de toename in wapenproductie, in combinatie met een aankoopbeleid dat een decennium of langer zal duren, de kenmerken dragen van concrete oorlogsvoorbereidingen. Kleinschalige fabrikanten veranderen in massaproducenten. Rheinmetall alleen al heeft zijn artilleriegranaatcapaciteit vertienvoudigd sinds het begin van de oorlog in Oekraïne.
Militarisering is een bedreiging voor openbare diensten
Niet alleen het traditionele vredesbeleid van de vakbonden wordt bedreigd, maar ook alle inspanningen voor een sociaal-ecologische transformatie – vooral als ‘groen’ staal niet langer wordt gebruikt voor bussen, treinen en spoorwegen, maar voor tanks die bestemd zijn om weg te roesten op met bloed doordrenkte slagvelden. Het noodzakelijke debat over de ecologische herstructurering van de industrie kan de vraag wat er geproduceerd wordt, niet los zien van het sociale nut ervan.
De drang naar militarisering brengt ook het publieke welzijn in gevaar. De nieuwe Postwet bepaalt bijvoorbeeld dat postbezorging in tijden van escalatie of oorlog voorrang zal geven aan militair belangrijke personen of instellingen, waardoor postdiensten ondergeschikt worden gemaakt aan militair nut. Onder druk van de Zeitenwende worden kernprincipes zoals de Consensus van Beutelsbach – de politieke neutraliteit van het onderwijs – opzij geschoven, met soldaten in klaslokalen en granaatwerpoefeningen tijdens lessen lichamelijke opvoeding.
De militarisering in de gezondheidszorg is bijzonder ver gevorderd. De nieuwe ‘Kaderrichtlijn voor totale defensie’ verplicht de Duitse deelstaten om medische diensten voor te bereiden op oorlogstijd en verplicht hen om nauw samen te werken met de relevante autoriteiten van de Bundeswehr. Er wordt ook gewerkt aan een ‘wet voor de veiligheid van de gezondheidszorg’ om erop toe te zien dat de gezondheidszorg blijft bestaan in het geval van rampen of gewapende conflicten. Deskundigen zien dit als een cruciale eerste stap om de civiele gezondheidszorg ondergeschikt te maken aan militaire controle in oorlogstijd.
Meer dan ooit sinds de naoorlogse periode zijn de werk- en leefomstandigheden van arbeiders in gevaar, hun onderwerping aan het nieuwe ‘veiligheidsbeleid’ wordt met autoritaire middelen afgedwongen.
Het wordt nu al duidelijk dat deze civiel-militaire samenwerking de toegang van burgers tot gezondheidszorg ernstig zal beïnvloeden. De Bundeswehr krijgt bijvoorbeeld het recht om burgerziekenhuizen en revalidatiecentra te gebruiken. Daardoor zullen er nog minder middelen gaan naar de burgerlijke gezondheidszorg en meer naar de militaire sector.
Een aanval op de rechten van werknemers
Tijdens een van de laatste parlementaire zittingen voordat de net verkozen leden aantreden, na de federale verkiezingen in februari 2025, heeft de Bundestag stilletjes delen van het artikel ter versterking van de paraatheid van het personeel aangenomen, bijna onopgemerkt door het publiek.
Zodra het volledig van kracht is, zal het werknemers in sectoren die leveren aan de Bundeswehr of geallieerde strijdkrachten, de wapenindustrie of aanverwante diensten, evenals onderzoekers die betrokken zijn bij militair onderzoek, verplichten om op hun post te blijven. De wet maakt het ook mogelijk om basisrechten – zoals lichamelijke integriteit, bewegingsvrijheid, kiezen welk werk je doet en bescherming tegen dwangarbeid – te beperken tijdens perioden van hevig conflict.
Het feit dat deze wet de werk- en leefomstandigheden voor de bredere bevolking aanzienlijk zou kunnen veranderen, wordt geïllustreerd door de uitbreiding van de wekelijkse werktijd van militair personeel naar 54 uur. Een voorbode van langere werktijden in andere kritieke sectoren, zoals infrastructuur of wapenproductie. De covidpandemie heeft al aangetoond hoe snel dergelijke veranderingen kunnen plaatsvinden. Toen werden de werktijden in essentiële dienstensectoren van de ene dag op de andere verlengd tot maximaal 12 uur per dag of 72 uur per week.
Vakbonden en vredesbeweging moeten samenwerken
De Zeitenwende verschuift het evenwicht tussen kapitaal en arbeid drastisch. In een sociaal klimaat dat gevormd wordt door de-industrialisatie, inflatie en aanvallen op de welvaartsstaat – verweven in een breder verhaal van opofferingen – winnen de vakbondseisen voor fatsoenlijk werk niet aan kracht, maar de roep van werkgevers om loonmatiging, afwijkingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en langere werktijden, wel.
Het Zeitenwende-discours mag niet onbetwist blijven. Meer dan ooit sinds de naoorlogse periode zijn de werk- en leefomstandigheden van arbeiders in gevaar, hun onderwerping aan het nieuwe ‘veiligheidsbeleid’ wordt met autoritaire middelen afgedwongen.
De poging om vakbonden te integreren in de herbewapeningsagenda moet niet onderschat worden, vooral niet terwijl de SPD in de regering zit. Maar de complexe sociale crises van onze tijd beperken het vermogen van de vakbonden om de belangen van werknemers effectief te behartigen.
Een van die pogingen om ervoor te zorgen dat de vakbonden zich inhouden en om stakingen helemaal te voorkomen, was het wetsontwerp op collectieve onderhandelingen, die de SPD en de Groenen drie weken na de val van de vorige federale coalitie door het kabinet joegen. Met meedogenloze minachting maakt deze wet het essentiële doel om collectieve onderhandelingen te versterken, ondergeschikt aan de Zeitenwende-agenda.
De wet stelt dat overheidsopdrachten die verband houden met de Bundeswehr, overheidsopdrachten voor leveringen, bouw en diensten of voor het vervullen van de behoeften van de Bundeswehr expliciet niet onder deze wet vallen tot 2030. Hetzelfde voor opdrachten die nodig zijn voor de Bundeswehr, civiele bescherming, rampenbestrijding, federale politie of andere veiligheidstroepen om specifieke crises te beheren of zich erop voor te bereiden. Dit strekt zich uit tot opdrachten die essentieel zijn voor het veiligstellen van de energievoorziening, het onderhouden van gezondheidsdiensten, het waarborgen van de veiligheid van gebouwen en het in stand houden van federale infrastructuur.
Deze inperking toont aan dat de vakbonden waarschijnlijk ook in de nieuwe federale regering geen bondgenoot zullen vinden voor hun strijd voor een rechtvaardigere verdeling van de rijkdom. Daarom moeten ze de link leggen tussen herbewapening en sociale afbraak. Daartoe moeten de vakbonden zich losmaken uit de politieke greep van de SPD en hun mandaat onafhankelijk en zelfverzekerd doen gelden.
Vakbonden en de vredesbeweging zijn van elkaar afhankelijk: zonder vakbonden zal de vredesbeweging moeite hebben om maatschappelijk relevant te blijven; zonder de steun van de vredesbeweging zullen vakbonden het moeilijk vinden om effectief op te komen voor de belangen van werknemers. Het is tijd voor nauwere samenwerking.
Ulrike Eifler is in de Duitse linkse partij ‘Die Linke’ verantwoordelijk voor de betrekkingen met de vakbond. Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd door de Rosa Luxemburg Stiftung.
Sophie Bolt:
Oorlog heeft nog nooit vrede gebracht
De regeringen in heel Europa lijken geen vrede te willen. In plaats daarvan lijken ze vastbesloten om het gruwelijke conflict in Oekraïne voort te zetten en hun economieën fundamenteel te hervormen om een nieuwe wereldoorlog uit te vechten. We moeten een gecoördineerde wereldwijde vredesbeweging opbouwen om dat tegen te houden.
De enorme stijgingen in militaire uitgaven – die het peil van de Koude Oorlog beginnen te benaderen – maakt de wereld veel gevaarlijker, onze bevolkingen armer en speelt recht in de kaart van Trump. Zoals de secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte heeft verklaard, betekent dit dat de plannen van de VS om ‘op te schuiven naar Azië ‘gecoördineerd zullen worden met de Europese bondgenoten’.
De brutale onderhandelingen van Trump om een einde te maken aan de oorlog in Oekraïne zijn gebruikt om extreme oorlogszucht in Groot-Brittannië en in heel Europa te rechtvaardigen. De coördinatie van Trump met zijn bondgenoten is duidelijk. De Britse premier Keir Starmer en de Franse president Emmanuel Macron hebben veel Europese landen samengebracht met Turkije, Australië en Canada, Japan en Nieuw-Zeeland om de ‘Coalition of the Willing’ te vormen, een zogenaamde ‘geruststellingsmacht’ om Oekraïne te blijven bewapenen.
De Europese Unie heeft de fiscale regels aan haar laars gelapt om het financieringspakket te creëren waarmee dit militarisme wordt aangedreven – snel omgedoopt van ‘Rearm Europe’ tot ‘Readiness 2030’. In een poging om dit overduidelijke militarisme te bagatelliseren, omschreef Macron het als een ‘pacifistische benadering’. Toch is 2030 de datum waarop Europa klaar moet zijn om de militaire confrontatie met Rusland aan te gaan of een Russische aanval af te slaan. En het wordt ondersteund door 800 miljard euro om een massale herbewapeningsoperatie met raketafweersystemen, artilleriesystemen, drones en anti-dronesystemen te financieren. Ondertussen brengt Macrons voorstel voor het delen van kernwapens in Europa, dat enthousiast wordt gesteund door Polen en Duitsland, het risico met zich mee dat Franse Rafales met kernwapens worden ingezet aan de grens met Rusland.
De Britse regering heeft hierin een bijzonder roekeloze rol gespeeld. NAVO-havik Keir Starmer is nog steeds vastbesloten om het NAVO-lidmaatschap voor Oekraïne te garanderen, ondanks het feit dat dit een cruciaal obstakel is voor de beëindiging van het conflict. En in een hallucinante provocatie hebben zowel Starmer als de Britse minister van Defensie John Healey vorige maand Rusland bedreigd met Britse kernwapens. Ze toverden een Britse admiraal tevoorschijn die kwam opscheppen dat één enkele kernonderzeeër ‘40 Russische steden kan vernietigen’.
En waar leidt deze militaire coördinatie met de VS toe? Naar een Europa vol langeafstandsraketten en kernwapens onder constante dreiging van nucleaire vernietiging door Rusland. En naar een nucleaire confrontatie met China, nu de VS hun overweldigende militaire macht snel heroriënteren naar de Stille Zuidzee.
In plaats van vrede te garanderen, bedreigt een dergelijk vooruitzicht ons hele bestaan. Dit massale herbewapeningsprogramma is gebaseerd op dezelfde mislukte strategie die de VS koste wat het kost als dominante supermacht wil behouden. Het is in feite precies die strategie die heeft geleid tot de onderling verbonden crises waar we vandaag mee geconfronteerd worden: toenemende nucleaire dreiging en oorlog, de ineenstorting van het klimaat, verslechterende mondiale ongelijkheid en besparingen, en de heropleving van extreemrechts.
Nu politieke leiders de Tweede Wereldoorlog aanhalen als rechtvaardiging voor deze enorme herbewapeningsplannen, is het goed om te onthouden dat de Tweede Wereldoorlog net geleid heeft tot het gebruik van kernwapens. Uitgebreid bewijs toont nu aan dat deze kernbombardementen niet nodig waren om de oorlog te beëindigen. Integendeel, de nucleaire aanvallen van de VS op de steden Hiroshima en Nagasaki in Japan waren meedogenloze daden die moesten verzekeren dat de VS als de grootste supermacht uit die oorlog tevoorschijn zou komen. Het was een waarschuwing aan elk ander land. Het bombardement ontketende de nucleaire wapenwedloop en startte de Koude Oorlog, die de wereld op de rand van algehele nucleaire vernietiging heeft gebracht.
In plaats van de vrede te bewaren, hebben er naast deze wereldwijde nucleaire dreiging oorlogen en militaire interventies plaatsgevonden in het Globale Zuiden en het Midden-Oosten. De miljarden die in oorlogen en militarisme worden gestoken, leiden tot klimaatvernietiging en wereldwijde ontheemding met tientallen miljoenen vluchtelingen. Vandaag heeft de oorlog in Oekraïne geleid tot een nieuw risico op het gebruik van kernwapens. De oorlog heeft overal in Europa economische en politieke crises veroorzaakt en extreemrechts heeft deze crises met aanzienlijk electoraal succes uitgebuit. De verkiezing van Trump heeft dit effect alleen maar versterkt.
Vreedzame wereldwijde samenwerking is absoluut noodzakelijk als we deze catastrofale ontwikkeling in de richting van een nucleaire wereldoorlog willen stoppen, de afbraak van het klimaat een halt willen toeroepen en de wereldwijde ongelijkheid willen omkeren.
Het is dus absoluut cruciaal dat progressieve bewegingen over de hele wereld de handen ineenslaan om deze gevaarlijke escalatie van militarisme een halt toe te roepen. Trumps ‘MAGA’-mantra is zeer onpopulair onder de Britse bevolking. Dit creëert meer mogelijkheden om de gevaren van de Britse nucleaire afhankelijkheid van en algemene militaire gehoorzaamheid aan de VS aan te tonen. Met de rol van Groot-Brittannië in AUKUS, de nucleaire alliantie tegen China, de waarschijnlijke plaatsing van nieuwe Amerikaanse kernwapens en het huisvesten van bases voor US Missile Defence stelt Groot-Brittannië de VS in staat hun nucleaire en militaire dominantie over de hele wereld te projecteren.
De angst voor de dreiging van kernwapens neemt zienderogen toe. In Groot-Brittannië denkt een meerderheid van de bevolking dat een kernoorlog hoogstwaarschijnlijk het einde van de mensheid zal betekenen. Het was die angst die tijdens de Koude Oorlog honderdduizenden mensen op straat bracht om hun politieke leiders onder druk te zetten een stap terug te doen van de nucleaire afgrond.
Er is ook sterk verzet tegen de verhogingen van de militaire uitgaven. Een meerderheid van de kiezers, vooral bij Labour (56%) en de Groenen (67%), is er voorstander van dat overheidsgeld wordt besteed aan fatsoenlijke uitkeringen in plaats van aan defensie-uitgaven. We moeten de groeiende bevolkingsgroepen mobiliseren die deze gevaarlijke toename van militarisme en de daaruit voortvloeiende aanvallen op de levensstandaard afwijzen. In heel Europa ontstaan gecoördineerde initiatieven voor vrede. Groot-Brittannië kan zich laten inspireren door de enorme protesten die hebben plaatsgevonden in Rome en bij Ramstein, de Amerikaanse luchtmachtbasis in Duitsland.
Vreedzame wereldwijde samenwerking is absoluut noodzakelijk als we deze catastrofale ontwikkeling in de richting van een nucleaire wereldoorlog willen stoppen, de afbraak van het klimaat een halt willen toeroepen en de wereldwijde ongelijkheid willen omkeren. Dit betekent dat we een beweging moeten opbouwen om kernmachten als Groot-Brittannië actief te betrekken bij het ondersteunen van essentiële kaders voor wapenbeheersing, zoals een nieuw START-verdrag, het verdedigen van het Alomvattend Kernstopverdrag (Comprehensive Nuclear Test Ban Treaty of CTBT) en het nakomen van internationale verplichtingen op het gebied van kernontwapening, klimaatactie en mondiale gelijkheid.
Sophie Bolt is secretaris-generaal van de Campaign for Nuclear Disarmament
Guido Van Leemput:
Bescherm de welvaartsstaat tegen de oorlogsstaat
Op 24 en 25 juni komt de hele NAVO-top bijeen in Den Haag, de geboortestad van Mark Rutte, de secretaris-generaal van de NAVO. Met het aantreden van Rutte kwam ook Trump in de VS aan de macht en begon hij zijn wil op te leggen aan de NAVO-leden. Trump wil de andere NAVO-landen in een nog nederiger vazallenrol drukken dan al het geval was.
Rutte begreep de boodschap van Trump en legde de welvaartsstaat op het altaar van de oorlogsstaat. Minstens 3,5 procent van het bbp voor de bewapening. Vooral en vooralsnog te besteden in de Amerikaanse industrie.
Daarmee is de NAVO wel in een crisis gestort. De crisis strekt verder dan de militaire politiek. De crisis geldt de grondvesten van de trans-Atlantische wereld nu Trump heffingen aan iedereen heeft opgelegd. De heffingen voor de meeste bondgenoten zijn op moment van schrijven opgeschort, maar de economische wereldoorlog met China gaat door. Met als inzet het handhaven van de Amerikaanse werelddominantie. Het risico is nog meer escalatie en oorlogsdreiging.
Escalatiedynamiek en diplomatie
De directe aanleiding van deze ontwikkelingen is de oorlog in Oekraïne, die nu 38 maanden duurt. Drie jaar geleden, kort na de Russische invasie, zijn we in Amsterdam gestart met een plaatselijk vredesinitiatief bestaande uit een achttal afdelingen van landelijke organisaties, Stop de Oorlog Amsterdam, dat eerst wekelijks en nu maandelijks op straat komt.
Het was onze analyse dat de dynamiek van de oorlog bepaald werd door escalatie die zich steeds verder zou en zal ontwikkelen en steeds meer landen, middelen en volkeren zal meesleuren. Ook vandaag werkt die escalatiedynamiek nog steeds. Om die dynamiek te doorbreken stelden we vijf eisen. Dat waren: stop de oorlog; Rusland trek de troepen terug; een kernwapenvrij Europa; geen wapenwedloop en diplomatie nu.
Onze roep om diplomatie is inmiddels door de nieuwe Amerikaanse regering nagekomen. De situatie van de onderhandelingen is onduidelijk en de escalatie neemt niet af. Integendeel.
Een paar dingen vallen nu op.
1. Oekraïne kan de oorlog niet meer winnen, dat is een vaststelling. Geen wens, om alle misverstanden of achterdocht uit te sluiten. Oekraïne zoekt naar ‘iets’ dat een overwinning kan heten, bijvoorbeeld een ‘veiligheidsgarantie’ van westerse landen. Dat krijgt het niet. De secretaris-generaal van de NAVO, Rutte, heeft eind maart gemeld dat een NAVO-lidmaatschap niet zal worden gehonoreerd. Daarmee is het beleid dat in 2008 is ingezet, volledig mislukt. Volledig mislukt.
2. De huidige VS-regering heeft gebroken met het beleid van de vorige. De nieuwe regering wil dat er een eind aan de oorlog komt, maar wil zelf vooral profiteren van de situatie. Het wil greep op de Oekraïense bodemschatten. Een deel is bezet, gestolen land door Rusland en de rest moet aan de VS worden overhandigd.
3. Er moet serieus onderhandeld worden over het einde van de oorlog. Ook Oekraïne wil dat en zoekt een oplossing met zo min mogelijk gezichtsverlies. Er wordt ook onderhandeld, maar of dat tot een serieuze blijvende oplossing leidt, is de vraag. De onderhandelingen zouden de vrede in heel Europa tot inzet moeten krijgen. Zover is het echter niet.
De militarisering van de hele maatschappij in de EU
De landen van de EU zijn geschokt door Trumps roofpolitiek. De VS wil gecompenseerd worden voor de wapensteun van de laatste drie jaar en de controle over de grondstoffen van Oekraïne. Nu komt de EU erachter dat ze geen moment heeft nagedacht over een toekomst mét een roofzuchtige VS én ook met een roofzuchtig Rusland op de stoep van de EU.
Drie jaar lang oorlog, de dreigende verkiezing van Trump het afgelopen jaar en geen idee. Noch de EU, noch Nederland, noch België heeft iets ondernomen. In drie jaar tijd is er geen enkele moeite gedaan om onderhandelingen te starten. Helemaal niets ter overdenking van de huidige ontwikkelingen. Niets om de oorlog te stoppen. Oekraïne moest winnen en moet nu nog toegeven dat dat niet lukt.
Nu heeft de Europese commissie een bewapeningsplan gestart. Dat heette begin maart nog ReArm EU. Het is inmiddels omgedoopt in Readiness 2030. Paraatheid in vijf jaar. Dat plan, totale waarde van 800 miljard euro, is een groot bewapenings- en militariseringsplan. De achtergrond van dit programma is het voorkomen van de scheuring in de NAVO. Dat vooral.
Het bewapeningsplan van de EU is vooral een toegeving aan Trump. In totaal moeten de NAVO-landen ieder zo’n 3,5 procent van het bruto binnenlands product aan defensie gaan besteden. Met dit plannetje gaan de NAVO-landen op 24 en 25 juni naar Den Haag. Daar wil Rutte Trump overtuigen en hopen dat hij niet kwaad wordt. Rutte zet zich in voor deze miljardenbijdrage aan de wapenindustrie van de VS. Rutte wil de NAVO redden op de conferentie eind juni in Den Haag. In plaats van te concurreren met de VS over het beste onderhandelingsplan om de oorlog te stoppen, gaat de EU op de knieën liggen en biedt ze de VS-wapenindustrie honderden miljarden.
Het groot bewapenings- en militariseringsplan van de EU moet een scheuring in de NAVO voorkomen en is vooral een toegeving aan Trump en de wapenindustrie in de VS.
Had u net gedacht dat het stoppen van klimaatverandering de hoofdzaak van het beleid was? Vergeet het! Alles is nu gericht op oorlogsvoorbereiding.
Nog een voorbeeld. Het bedrijfsleven zal worden ingeschakeld om parttime soldaten ter beschikking te stellen voor het groeiende leger. Ook kinderen worden klaargestoomd voor de oorlog. Had de dertienjarige van 2025 gedacht over vijf jaar te kunnen gaan studeren, in 2030 is de 13-jarige 18. Een vrijwillig-verplicht dienjaar ligt in het verschiet in 2030.
Naast de militaire steun zonder enig diplomatiek soelaas in de oorlog in Oekraïne geeft Nederland, geven de NAVO-landen, actieve wapensteun aan Israël dat bezig is het Palestijnse volk te vernietigen. Dat moet onmiddellijk stoppen.
Vredesbeweging
Dit alles betekent maar één ding. Versterk de vredesstrijd; verzet je tegen de militarisering die werkelijk alle aspecten van de maatschappij omvat. Dat verzet moet leiden tot overtuigende ideeën voor een nieuwe collectieve veiligheidssituatie in de Trans-Atlantische wereld en heel het continent Europa. Wat is het alternatief voor de periode na de NAVO? Met de militarisering van de gehele samenleving, met de invoering van de permanente oorlog ook in Europa, wordt de noodzaak van de vredesstrijd heel groot.
De vredesbeweging kan iedereen gebruiken die oorlog en oorlogsvoorbereiding afwijst. We roepen op tot een demonstratie voor vrede en rechtvaardigheid op zondag 22 juni. Daar komen vredesactivisten uit meerdere landen van de NAVO om tegen de wapenwedloop en de oorlogskoorts te protesteren en elkaar te versterken in de vredesstrijd in de komende tijd. Het zal nodig zijn. Verander het oorlogsdiscours. Pleit voor vrede en rechtvaardigheid. Komt allen!
Guido Van Leemput is actief bij de Nieuwe Vredesbeweging in Nederland. Hij publiceerde in mei 2023 het boek De gelaagde oorlog in Oekraïne en de botsing van grootmachten. Hij is medeorganisator van Tegentop voor Vrede en Rechtvaardigheid die op 21 juni een Tegentop organiseert en op zondag 22 juni een demonstratie in Den Haag, Nederland.