Search
Close this search box.

Waar halen we de tijd vandaan?

We zijn vaak zo veel tijd kwijt aan werken en zorgen dat we niet meer toekomen aan de dingen die we echt belangrijk of leuk vinden. De Duitse marxiste Frigga Haug biedt met haar vier-in-één-perspectief een socialistische tijdsindeling die iedereen bevrijdt.
Illustratie Thomas van Gaalen

Jacobin #1 over Zorgen komt uit.
Abonneer je voor €30 en ontvang hem in Mei.

‘Het lukt me gewoon echt niet,’ verzucht vriendin S. over haar rommelige woning. Ze durft geen mensen uit te nodigen. Ik probeer haar ervan te overtuigen dat ze een schoonmaker kan inhuren. Dat wil ze niet, ze vindt het lui en decadent en gewoonweg beschamend. Nee mop, je schoonmaker slecht betalen, dát is pas gênant. Schoonmaken en opruimen is gewoon werk, en de veertigurige werkweek was bedacht met het idee dat moeder de vrouw thuis was om voor de kinderen te zorgen, te koken, te wassen en te poetsen. Toen werkers in Chicago op 1 mei 1867 voor de eis eight hours work, eight hours recreation and eight hours sleep de stad platlegden, hadden ze niet voor ogen dat je na je achturige werkdag nog zou gaan stofzuigen en aardappels schillen. Tenzij koken echt je passie is en je je al de hele dag loopt te verkneukelen om de rösti die je gaat maken, valt dat werk nou niet bepaald onder ‘recreation’

Vier-in-één

Zorg is werk en zorg kost tijd. In Duitsland leest elke feministische of marxistische leesgroep wel een keer Frigga Haugs inmiddels klassieke essay uit 2008: Die Vier-in-einem-Perspektive, waarin de marxistische feministe een nieuwe tijdsindeling poneert. Haug (1937) gaat een stap verder dan de Mayday-stakers en ontdoet hun achturige werkdag van zijn patriarchale karakter. De zestien uur die van de dag overblijven als je de tijd voor slaap ervan aftrekt, moet je niet delen door twee, maar door vier. Haug hanteert vier tijdsblokken: het eerste is voor loonarbeid, het tweede voor zorg, het derde voor politiek en het vierde voor ‘zelfverwezenlijking’ en plezier. Want waarom zou het alleen aan de rijken zijn voorbehouden om viool te spelen, Hegel te lezen of te tennissen? Het meest revolutionaire aan deze tijdsindeling is dat ze voor mannen en vrouwen precies gelijk is. Iedereen zorgt evenveel. 

Het gaat er niet om dat deze blokken elkaar in een vaste volgorde moeten opvolgen, of dat elke dag precies zo in vieren moet worden opgedeeld. Vaak lopen dingen in elkaar over. De verpleegster in het ziekenhuis is zowel bezig met loonarbeid als met zorgwerk. En iets banaals als een luisterboek luisteren terwijl je de vloer aan het dweilen bent, kan zowel in blok drie als blok vier worden ingedeeld. Volgens Haug moet je haar tijdsindeling zien als een kompas. Het belangrijkste is dat je je realiseert hoeveel tijd dingen werkelijk kosten en dat we bepaalde tijd niet zomaar uit onze vingers moeten laten glippen, maar moeten opeisen.  

Uniek aan Haugs idee is dat ze het gebrek aan tijd politiseert en met een collectieve oplossing komt. Blok drie voor politiek werk is daarom erg interessant. Hiermee bedoelt ze bijvoorbeeld dat we tijd moeten hebben om actief te worden in wijkraden en instituties waarbinnen we zelf werken of waarvan we diensten gebruiken. Het is een bekend cliché dat linkse revolutionairen de meeste tijd kwijt zijn aan vergaderen, maar het alternatief is dat anderen over jou beslissen. In Haugs vier-in-één-perspectief wordt erkend dat dit allemaal tijd kost. Tijd die ons in het kapitalisme wordt afgepakt, waarmee we ook onze zeggenschap over de vormgeving van ons eigen leven kwijtraken. 

Het vier-in-één-perspectief is volgens Haug een ‘concrete utopie’. Ze realiseert zich dat het niet van de ene op de andere dag kan worden ingevoerd, maar het is wel een praktisch ideaal waar we ons in het hier-en-nu op kunnen richten. Het biedt ons als socialisten houvast wanneer we bedenken hoe we onze tijd het beste kunnen indelen, en hoe we collectief de lasten dragen. 

Gewerkt moet er altijd worden

In de negentiende eeuw waren huisvrouwen nog veel tijd kwijt aan het wassen en verstellen van kleren. Ze hadden vaak veel meer kinderen om voor te zorgen en waren nog vaker zwanger. Inmiddels hebben we alweer decennia wasmachines, goedkope kleding – helaas wel fast fashion – en anticonceptie. Toch zijn het nog altijd de vrouwen die de meeste zorgtaken op zich nemen en daarnaast vaak ook zo’n veertig uur moeten werken, want met één kostwinner red je het als gezin financieel niet meer. Bovendien leven steeds meer mensen, zoals mijn vriendin S., alleen. Voor Haug is zorg veel meer dan koken en poetsen, het gaat vooral om de aandacht die we hebben voor elkaar. Nu robots, apparaten en AI steeds meer vervelende en tijdrovende klusjes kunnen overnemen, is de vraag hoe we een zorgzame samenleving opbouwen die noch vervreemdend, noch verstikkend is, relevanter dan ooit.

Verder is het interessant dat het vier-in-één-perspectief geen ‘anti-werk’- of ‘post-werk’-pamflet is. Loonarbeid blijft gewoon bestaan. Alhoewel in het socialisme geen werker meer de winst voor bazen of aandeelhouders hoeft te genereren en de leus ‘loonarbeid is diefstal’ niet langer opgaat, getuigt het van realiteitszin dat Haug inziet dat er altijd werk blijft bestaan dat gedaan moet worden – van medische instrumenten desinfecteren tot treinbielzen leggen. Er zal altijd (of in elk geval nog heel lang) werk blijven dat met geld beloond moet worden, anders valt onze beschaving uiteen. Ook dit kun je in zekere zin zorg noemen. Daarnaast hoopt Haug dat een loonarbeidsreductie tot twintig uur per week de concurrentie op de arbeidsmarkt grotendeels doet verdwijnen, en dat minder mensen veroordeeld zullen zijn tot werkloosheid en de maatschappelijke uitsluiting die daarmee gepaard gaat. 

Haug verwijst in haar essay ook naar de International Wages for Housework-campagne van onder meer Mariarosa Della Costa en Silvia Federici. Zij eisten in de jaren zeventig dat vrouwen geld zouden krijgen voor al het onbetaalde zorgwerk dat ze deden. Dit loon werd nooit ingevoerd, maar met de door hen georganiseerde vrouwenstakingen maakten ze pijnlijk duidelijk dat het zogenaamd voor vrijheid zorgende kapitalisme op onbetaalde, onvrije arbeid is gestut. 

Twin Oaks heeft de tijd

In de commune Twin Oaks in de Amerikaanse staat Virginia, een van de weinige communes die de jaren zestig heeft overleefd en die nog steeds bestaat, wordt zorgwerk wél als werk gezien. Misschien is het geheim van Twin Oaks wel zijn pragmatisme. Ze noemen zichzelf liever een boerderij dan een commune, want dat laatste klinkt zo sektarisch en in Twin Oaks draait het er vooral om dat ze de praktische zaken van het leven slim organiseren. Twin Oaks is een zelfvoorzienende boerderij die ook sojaproducten, hangmatten, zaden en bloemen produceert en manuscriptredactie aanbiedt. Er wonen ongeveer 85 mensen en iedereen (behalve de kinderen) moet veertig uur werken. Onder die veertig uur valt ook schoonmaken, koken, voor de kinderen zorgen, lesgeven en zelfs politiek activisme, zoals in Haugs tijdsindeling. Iedereen draait verschillende diensten en er wordt gezamenlijk gegeten. Auto’s worden gedeeld en er is een ruimte met kleding waar iedereen kan pakken wat die nodig heeft. Iedere Twin Oaker krijgt maandelijks honderd dollar zakgeld om zelf dingen te kopen waarin het collectief niet voorziet. Eigen vermogen mag je overigens gewoon houden; het is geen klooster waar je gelijk alles moet inleveren. Honderd dollar lijkt misschien weinig, maar wat er in overvloed is, is tijd. Veel Twin Oakers zitten in een band of hebben een andere passie waar ze elke dag acht uur of meer de tijd voor hebben.  

Lang niet iedereen vindt honderd euro zakgeld ideaal, maar er zijn delen van dit experiment die we ook hier kunnen inzetten. Bijvoorbeeld door arbeidscollectieven, spullenbibliotheken, gemeenschappelijke kantines, sportverenigingen en zelfgeorganiseerde kinderopvang op te zetten. Al geef ik ruiterlijk toe dat hiervoor fysieke ruimte vinden door de wooncrisis enorm lastig is. In de eerste plaats moeten we dan ook gezamenlijk strijden voor een werkweek die niet uit veertig uur bestaat. 

En wat doe je dan in het weekend? Dan staat je werktelefoon uit, zit je op de bank lekker Jacobin te lezen terwijl de Roomba door de kamer zoeft en de wasmachine je kleding boent. Straks komen je vrienden op de koffie die iets lekkers meenemen van het bakkerscollectief. Domestic 4-in-1 automatic luxury communism in al zijn banaliteit.

Dit is een column uit Jacobin #1 Zorgen, dat op 1 mei verschijnt. Wil jij ook het nieuwe papieren nummer lezen, word dan abonnee!

Tina Hoenderdos is chef online van Jacobin Nederland.

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier