Ze was nog maar net begonnen als minister van Asiel en Migratie toen Marjolein Faber (PVV) de bom onder de opvang voor ongedocumenteerden liet afgaan. Het explosief was door kabinet-Rutte IV geplaatst, kwam na de val van de regering in het hoofdlijnenakkoord terecht en werd door Faber snel tot ontploffing gebracht, wat te verwachten viel van een ultrarechtse minister die daadkracht wilde tonen.
Over iets minder dan vier maanden, zo kondigde ze aan, zou het Rijk niet meer meebetalen aan de Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV) — beter bekend als de ‘bed-bad-broodregeling’. Op 1 januari 2025 ging abrupt de geldkraan dicht en was het afgelopen met de steun voor mensen zonder papieren. Zo groot was het gemak waarmee Faber de Rijksbijdrage van tafel veegde, zo groot is ook de kettingbotsing die ze ermee veroorzaakt. Wil ze eigenlijk wel iets oplossen?
Rechts Rotterdam
Faber zette met haar besluit in één ruk het voortbestaan van de LVV op de tocht, want zonder de Rijksbijdrage moeten gemeenten de financiering volledig zelf rond zien te krijgen (terwijl de verantwoordelijkheid bij de minister ligt). Dat vraagt niet alleen om extra gemeentegeld op een soms toch al krappe begroting, maar ook om politieke wil. Vier van de vijf steden met een LVV-voorziening — Amsterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen — toonden zich bereid om de voorziening in elk geval dit jaar nog te bekostigen.
Rotterdam besloot als enige om meteen de stekker eruit te trekken. ‘Voorzieningen voor ongedocumenteerden hangen altijd af van de politieke kleur van de stad,’ observeert Maarten Goezinnen van het ROS – het Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt. ‘En in Rotterdam is ons college rechts. Zij hebben altijd gezegd: we houden de LVV in stand zolang het Rijk betaalt. Dus zodra het Rijk zich terugtrok, stopte de wethouder ermee.’
‘De samenwerking met rijkspartijen is nu weggevallen, we krijgen soms letterlijk niemand meer te pakken bij bijvoorbeeld de IND. En het is totaal onduidelijk hoe het nu verder moet.’
Toch kon de deur van de Rotterdamse opvang niet meteen dicht: daar stak de rechter een stokje voor, nadat enkele ongedocumenteerden bezwaar hadden gemaakt tegen het besluit van de minister. Zolang de zaak loopt, moeten gemeenten minimale opvang blijven bieden, luidde de uitspraak. ‘Voorlopig kunnen we onze mensen in ieder geval nog opvangen,’ zegt Goezinnen. ‘Maar we zitten wel te wachten op de tegenzet van Faber.’
En ook al zijn de meeste LVV-steden bereid om de opvang (voorlopig) te blijven betalen, de toekomst van het programma is alsnog onzeker. Zo doemt langzaam het ‘ravijnjaar’ 2026 op, waarin gemeenten te maken krijgen met monsterbezuinigingen vanuit het Rijk die een geraamd tekort van zo’n 1,3 miljard euro veroorzaken en vooral het sociale domein hard zullen raken. Als het plan doorgaat, is het de vraag of de LVV vanaf 2026 ook nog in de gemeentebegrotingen past. Saillant detail is dat het beleid voor ongedocumenteerden eigenlijk een Rijkstaak is.
Bed-bad-brood met toekomstperspectief
Maar de terugtrekking van het Rijk levert meer problemen op dan alleen financiële. Goezinnen: ‘Een belangrijk onderdeel van de LVV was dat partijen die vroeger lijnrecht tegenover elkaar stonden, nu moesten samenwerken: de gemeenten, ngo’s zoals het ROS en justitiële Rijkspartijen als de IND en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Dat verliep af en toe stroef, maar onder de streep boekten we best goede resultaten. Die samenwerking is nu weggevallen, we krijgen soms letterlijk niemand meer te pakken bij bijvoorbeeld de IND. En het is totaal onduidelijk hoe het nu verder moet.’
De nieuwe situatie zorgt niet alleen voor onrust bij de ngo’s, maar wordt ook toenemend voelbaar voor de mensen om wie het eigenlijk gaat: de ongedocumenteerden zelf. ‘Er gaan hier allerlei geruchten ja,’ bevestigt Dieuwke Feenstra, die als persoonlijk begeleider bij de ongedocumenteerdenopvang in Amsterdam werkt. ‘En dat zorgt voor extra stress. Terwijl het nou juist de bedoeling is dat mensen in de LVV rustig aan hun toekomstperspectief kunnen werken.’
Dat ‘toekomstperspectief’ is wat de LVV anders maakt dan een kale bed-bad-broodregeling, legt Dieuwke uit: ‘De LVV is erop gericht om afgewezen asielzoekers die ongedocumenteerd in Nederland verblijven en in een uitzichtloze situatie zitten, een uitweg te bieden.’ In de LVV krijgen ze niet alleen opvang, maar ook begeleiding om hun situatie uiteindelijk op te lossen. Dat kan in de vorm van een herhaalde asielaanvraag of terugkeer naar hun land van herkomst. Ook doormigratie is een mogelijkheid: dan vertrekt iemand naar een ánder land. ‘En ja, opnieuw de illegaliteit in is uiteindelijk ook een keuze,’ voegt Dieuwke toe.
Vast in een niemandsland
De situatie oplossen is makkelijker gezegd dan gedaan, want de mensen die aanspraak maken op de LVV zitten ‘vast’ in een soort niemandsland. Ze hebben te horen gekregen dat ze Nederland moeten verlaten, maar kunnen dat vaak niet. Bijvoorbeeld doordat hun land van herkomst hen niet als ingezetene erkent, of omdat ze daar hun leven niet zeker zijn.
Mensen zomaar de grens over zetten is uiteraard ook geen optie – bedenk alleen al wat de ontvangende landen daarvan zouden denken. Ondertussen kunnen ze niets opbouwen in Nederland. Werken mogen ze niet, vrijwilligerswerk is verboden en ook een opleiding volgen behoort niet tot de mogelijkheden. Een limbo, dus.
‘Cursussen zijn wel toegestaan, dus daar zit wat rek,’ zegt Dieuwke. ‘Maar als je niet kunt werken, kun je meestal ook geen cursusgeld betalen. En gesubsidieerde cursusaanbieders, die lagere prijzen vragen, krijgen vaak geen geld voor ongedocumenteerden. Dus dan wordt het weer een cursus bij een organisatie die zich toch al inzet voor mensen zonder papieren.’
Ongedocumenteerden kunnen niet aankloppen bij de reguliere daklozenopvang of de ‘gewone’ zorg, want ze hebben geen BSN-nummer.
Daarbovenop komt dat er meestal kwetsbare mensen in de LVV terechtkomen. Ze hebben vaak een klein sociaal netwerk en een groot risico op dakloosheid. Dieuwke: ‘Ze hebben veel meegemaakt en kampen vaak met trauma’s, psychische problemen of lichamelijke klachten. We vangen vrouwen op, ouderen, jongeren en mensen uit de LHBTIQ+ gemeenschap. Groepen die op straat extra risico lopen.’
Ongedocumenteerden kunnen niet aankloppen bij de reguliere daklozenopvang of de ‘gewone’ zorg, want ze hebben geen BSN-nummer. De LVV brengt ze in beeld bij instanties, waardoor ze wél toegang krijgen tot bijvoorbeeld de huisarts of een traumabehandeling — zorg die mensen vaak nodig hebben om überhaupt headspace te maken voor het bureaucratische deel van hun traject.
Nooit door rood
Nu de samenwerking met de IND en de Dienst Terugkeer en Vertrek is weggevallen, is het ingewikkelder geworden om aan het toekomstperspectief te werken, legt Dieuwke uit. En daarmee gaat er flink wat efficiëntie verloren — toch een van de lievelingswoorden op rechts. ‘We konden via die samenwerking al vroeg input krijgen over hoe kansrijk casussen waren bij een herhaalde asielaanvraag. En we konden onze mensen extra goed voorbereiden als ze met zo’n dienst te maken kregen. Dat had echt toegevoegde waarde.’
Ondertussen zorgt het wegvallen van nog een andere samenwerking voor acute stress in de opvang. Dieuwke: ‘LVV-deelnemers die met de politie in aanraking kwamen, konden niet het land worden uitgezet en na strafvervolging mochten ze weer verder met hun toekomstperspectief. Nu kunnen ze in principe voor elk vergrijp in vreemdelingendetentie belanden en van daaruit dus worden uitgezet. Dat kan al gebeuren bij de onbenulligste overtredingen, zoals door rood lopen of zonder lichtjes fietsen. Dingen die jij en ik waarschijnlijk best vaak doen en waar we niet eens bij nadenken. Je begrijpt dat zoiets hier voor grote onrust zorgt.’
Pestbeleid
Naar de precieze redenen waarom nu al twee rechtse kabinetten van de LVV-bijdrage af willen, blijft het gissen. In het hoofdlijnenakkoord staat dat Nederland ‘structureel tot de categorie lidstaten met de strengste toelatingsregels van Europa moet behoren,’ en in dat kader moeten we het besluit kennelijk zien – ook al gaat de LVV niet over ‘toelatingseisen’, maar over het stap voor stap oplossen van zeer complexe individuele asielsituaties.
Faber zelf tweette over haar besluit: ‘Ik zet in op terugkeer in plaats van gesubsidieerde opvang,’ waarbij ze zich niet liet weerhouden door het feit dat de LVV soms juist tot (vrijwillige) terugkeer leidt. Ook de wetenschap dat sommige ongedocumenteerden onmogelijk terug kunnen – wat nou juist het hele eiereneten is – stoort haar kennelijk niet. Blijkbaar ziet ze het woordje ‘terugkeer’ als een toverspreuk waarmee ze alle ongedocumenteerden hocus pocus kan laten verdwijnen.
Je vraagt je af of het stopzetten van de Rijksbijdrage überhaupt iets anders is dan rechts theaterbeleid, enkel bedoeld om het populaire antimigratievuur nog eens op te poken en daar electoraal mee te winnen.
Tel daarbij op dat de betrokken ngo’s en gemeenten juist voorzichtig positief zijn over de resultaten van de LVV, en je vraagt je af wat hier nou eigenlijk de bedoeling is. Uit een evaluatie in 2024 bleek dat voor 14 procent van de deelnemers een ‘bestendige oplossing’ was gevonden: zij hadden alsnog een verblijfsvergunning gekregen of waren teruggekeerd naar hun land van herkomst. Voor nog eens 29 procent was een ‘semi-bestendige oplossing’ gevonden in de vorm van een herhaalde asielaanvraag – waarvan landelijk gezien zo’n zeven op de tien slaagt.
En voor wie dat tegenvallende cijfers vindt, waren er nog positieve bij-effecten: het welzijn van de deelnemers verbeterde en er zwierven minder ongedocumenteerden op straat. Dat scheelt kosten op het gebied van zorg, politie, openbare orde en handhaving. Tot slot was ook de samenwerking tussen gemeenten, ngo’s en het Rijk erop vooruitgegaan. Misschien geen 100 procent score, maar wel een win-win ten opzichte van de situatie van vóór de LVV waarin ongedocumenteerden met complexe problematiek geen enkel vooruitzicht hadden. Humaner beleid lijkt dus wel iets te werken.
Strijdbaarheid
Zou het dan een kwestie van kosten zijn? In Rotterdam wuift Maarten Goezinnen van het ROS dat argument weg. ‘Uiteindelijk gaat het niet eens om zo’n hele grote groep mensen, het zou prima door het Rijk te financieren moeten zijn. Maar de hele discussie over ongedocumenteerden is enorm politiek beladen. Als je erover begint, gaan bij iedereen de nekharen overeind staan. In Rotterdam is het een principekwestie: ons college wíl er geen geld aan uitgeven, al kostte het ze maar een euro.’
Toch houdt Goezinnen de moed erin. ‘Toen bekend werd dat onze financiering stopte, zagen we overal om ons heen strijdbaarheid — bij ongeruste stadsgenoten, advocaten en ook binnen de opvang zelf. Met onze rechtszaak hebben we zelfs een domino-effect teweeggebracht: nadat de rechter had bepaald dat de gemeente verplicht is opvang te blijven bieden, volgden ook rechters in de andere steden met eenzelfde uitspraak.’
Hoe belangrijk deze overwinning ook is, een verplichting tot ‘opvang bieden’ is uiteindelijk the bare minimum en maant de overheid niet tot datgene waar de LVV voor is opgezet: ongedocumenteerden persoonlijk begeleiden, zodat er zowaar complexe individuele asielzaken kunnen worden opgelost. Je vraagt je dan ook af of het stopzetten van de Rijksbijdrage überhaupt iets anders is dan rechts theaterbeleid, enkel bedoeld om het populaire antimigratievuur nog eens op te poken en daar electoraal mee te winnen. Met showpony Faber op de planken kunnen we in elk geval geen zinnige oplossingen verwachten.
Roza Kuiper is eindredacteur bij Jacobin Nederland.