Nergens is voetbal zo gedepolitiseerd als in Nederland. Wanneer politici zeggen dat voetbal en politiek niets met elkaar te maken hebben, lijkt dat in Nederland ook nog een verdedigbare stelling. Dat hoeft natuurlijk niet zo te zijn. Elders in Europa (en daarbuiten) bestaat een redelijk breed scala aan clubs met uitgesproken linkse, seculiere, religieuze en vooral vaak zeer rechtse identiteiten. En als zo’n identiteit niet op clubniveau bestaat, vind je de verwevenheid met politieke ideologie vaak bij de supportersverenigingen. In Nederland blijft de relatie tussen sport en politiek doorgaans beperkt tot verontwaardiging over supportersgeweld en homofobe, antisemitische of anderszins racistische spreekkoren – lovenswaardige uitzonderingen daargelaten. Uiteraard heeft de nieuwe landskampioen historisch de naam een arbeidersclub te zijn, maar een deel van de fanatieke aanhang doet de afgelopen jaren hard zijn best om die reputatie om zeep te helpen.
Voetbalclubs met een uitgesproken linkse identiteit vind je dus eigenlijk alleen in het buitenland en een aantal daarvan doet het de laatste jaren steeds beter. Die succesjes vormen een welkome variatie op de regelmatige verkiezingsnederlagen van linkse politieke partijen. Bovendien zijn ze een prettige uitvlucht wanneer linkse politiek veel te wensen overlaat. In dit stuk dus geen vlammend betoog of diepgravende analyse, maar een simpel rondje langs de (Europese) velden. Hoe hebben linkse clubs het afgelopen jaar gepresteerd en waar is het nog spannend?
Brits-Ierse Eilanden
Het linkse succes dat het meest in de lijn der verwachting lag, komt dit jaar (weer) uit Schotland. Celtic wist voor de elfde keer in twaalf jaar de Schotse landstitel te bemachtigen. Met het grijpen van zijn 53ste landstitel loopt Celtic nog maar 2 titels achter op stadsrivaal Glasgow Rangers. Europees ging het de ploeg wederom slechter af. Hoewel Celtic voor het eerst in vijf jaar weer Champions League speelde, werden ze kansloos vierde in de groep. Behalve de landstitel won Celtic ook de Schotse League Cup en kunnen ze de ‘treble’ pakken door begin juni de finale van de Scottish Cup te winnen. Deze zondag kan ook het vrouwenteam, dat nipt tweede werd dit seizoen, de Women’s Cup grijpen tegen Rangers.
Met uitzondering van de 7-0 overwinning op rivaal Manchester United, stelden de prestaties van Liverpool afgelopen seizoen teleur. De ploeg komt waarschijnlijk niet verder dan de vijfde plaats en mag volgend jaar slechts uitkomen in de Europa League. In de Champions League kon de ploeg zich revancheren op de verloren finale tegen Real Madrid van vorig jaar, maar in plaats daarvan werden ze van de mat gespeeld en leden ze een pijnlijke 2-5 nederlaag.
Beter verloopt het bij de Bohemian Football Club uit Dublin. De nadrukkelijk linkse supportersbase is voor 100% eigenaar van hun club. Deze staat halverwege het Ierse seizoen derde en daarmee is de strijd om het kampioenschap allerminst beslist.
Zuid-Europa
In Griekenland is AEK Athene voor het eerst sinds 2018 kampioen geworden en afgelopen woensdag wonnen ze ook de finale van de Griekse beker van PAOK (dat ook een redelijk brede linkse fanbase kent). Fans van AEK Athene onderhouden vooral goede banden met de supporters van AS Livorno en Olympique de Marseille. Die laatste club eindigt waarschijnlijk als derde in Franse League 1 en maakt zo nog kans om zich voor de Champions League te kwalificeren.
Livorno is een ander verhaal. Opgericht door de Communistische Partij in 1915 was de ploeg lange tijd een van de vaandeldragers van links voetbal in Europa. Begin deze eeuw speelde de ploeg nog Europees voetbal, maar in 2014 degradeerde ze uit de Serie A en zakte ze langzaam verder af, waardoor de ploeg sinds 2021 uitkomt in de Serie D. Hier kwam Livorno in sub-competitie E dit jaar niet verder dan een 5e plaats en is promotie uitgesloten.
Beter gaat het met Ternana Calcio, dat twee jaar terug naar de serie B promoveerde en daar nu als 14e eindigde. In de Serie A hadden het degraderende Sampdoria, Atalanta Bergamo en Conference League-finalist Fiorentina vroeger ook een dominant linkse aanhang, maar de meeste supportersgroepen worden daar steeds ‘apolitieker.’
In Spanje hebben meerdere teams een overwegend linkse aanhang: van Osasuna tot Cádiz en van Europa League-finalist Sevilla tot Real Sociedad. Sinds vorig seizoen speelt ook de Madrileense ploeg Rayo Vallecano weer in de Primera División en die steekt daar wat linkse aanhang betreft net een stukje bovenuit. Vorig jaar eindigde het team op de twaalfde plaats, dit jaar deden ze lang mee om Europees voetbal, maar vielen ze in de afgelopen speelrondes terug naar de 11e plaats waardoor die kansen verkeken zijn.
Iets beter nieuws is er uit Turkije, waar Beşiktaş zich in elk geval verzekerd heeft van Europees voetbal door waarschijnlijk als derde te eindigen in de Super Lig. Het Koerdische Amedspor maakt in Lig 2 via play-offs nog een kleine kans om te promoveren naar de Lig 1 (het tweede niveau).
Oost-Europa
In de voormalig socialistische republieken hebben linkse voetbalclubs het al jaren lastig. Partizan Minsk, lange tijd een belangrijke verzamelplaats voor iedereen die zich tegen het Wit-Russische regime verzette, is sinds 2014 niet meer actief. In 2019 werd ook de bevriende Oekraïense club Arsenal Kyiv opgeheven – een jaar nadat ze terug naar het hoogste niveau promoveerde.
In Tsjechië is Bohemians Praag 1905 vooral een stabiele middenmoter. De bevriende Slowaakse club AS Trenčín had tot voor kort meer succes. In 2015 en 2016 pakte de ploeg nog twee opeenvolgende keren de dubbel. Twee jaar later wisten ze onder leiding van de Nederlandse coach Ricardo Moniz Europees voetbal te ontzeggen aan Feyenoord, door die in de play-offs van de Europa League met 4-0 te verslaan.
Buurlanden
Dichterbij huis was er meer succes. De Parijse club Red Star werd op doelsaldo derde en promoveert dus naar League 2. De bevriende (en waarschijnlijk beroemdste linkse) club Sankt Pauli uit Hamburg lukte het dit seizoen net niet om te promoveren naar de 1. Bundesliga. Maar behalve Sankt Pauli zijn er meer Duitse ploegen met een sterke linkse achterban, zoals Eintracht Frankfurt, Werder Bremen en Union Berlin.
Die laatste club is in handen van fans en maakt in de drie seizoenen dat ze nu in de 1.Bundesliga speelt een rappe opmars. Vorig jaar werden ze nog uitgeschakeld door Feyenoord in de groepsfase van de Conference League, dit jaar wisten ze Ajax uit te schakelen in de Europa League om vervolgens zelf uitgeschakeld te worden door het Brusselse Union Saint-Gilloise. Enige tijd was Union Berlin Spitzenreiter in de Bundesliga maar uiteindelijk eindigt de ploeg als vierde. Na de Conference League en de Europa League mogen ze komend seizoen dus in de Champions League uitkomen.
De spannendste ontknoping van het seizoen vinden we dit jaar waarschijnlijk in België. Lange tijd gold Standard Luik hier als de linkse arbeidersclub, maar twee seizoenen geleden promoveerde ook het bovengenoemde (en antifascistische) Union Sint-Gillis naar de Pro League. Terwijl Standaard een aantal zware jaren doormaakt, eindigde Union vorig seizoen direct bovenaan in de reguliere competitie, maar verspeelde de titel in de Championship play-offs. Nu is Royal Antwerp de grote concurrent en tevens de tegenstander van deze zondag.
Transformatie
Tot slot mag opgemerkt worden dat sommige linkse clubs bij hun successen een handje geholpen worden door het kapitaal. Union Sint-Gillis werd in 2018 overgenomen door gokmiljardair (en Brighton-eigenaar) Tony Bloom. Rayo Vallecano is in handen van Raúl Martín Presa, een rijke zakenman die geregeld door de ultra’s wordt aangemoedigd om te vertrekken.
Hoe linkse supporters zich tot dit soort kapitalistische hobbyisten moeten verhouden, vergt een aparte analyse waar – zoals beloofd – dit artikel zich niet aan waagt, maar misschien is het toch waardevol om de ervaringen van nog twee ploegen uit te lichten: in Kroatië ontwikkelde zich na de Balkanoorlogen enige tijd een sterke anti-fascistische aanhang bij NK Zagreb, maar die heeft na een conflict met het clubbestuur de loyaliteit verbroken en een doorstart gemaakt als Zagreb 041. Dit seizoen werd Zagreb 041 kampioen op het zevende (amateur)niveau van het Kroatische voetbal en promoveert nu dus naar het zesde niveau.
Recenter hebben ook de antikapitalistische fans van Omonia Nicosia zich van hun club afgekeerd toen de club, tot dan toe volledig in handen van de fans, werd overgenomen door een Cypriotisch-Amerikaanse investeerder. In plaats daarvan richtten ze PAC Omonia op en promoveerden binnen 3 jaar van de vijfde naar de tweede divisie, waar ze dit jaar vierde werden.
Uiteraard is deze lijst verre van uitputtend en het is belangrijk om te benadrukken dat sommige van de clubs soms ook een (vaak kleinere) rechtse supportersvereniging kennen. In elk geval is zeker dat er volgend jaar tot op het hoogste Europese niveau antifascistische clubs mee zullen doen die het volgen waard zijn. Die spelen niet alleen aantrekkelijk voetbal, maar inspireren ook om supporterschap zo te verankeren dat het transformatieve potentieel van voetbal volledig wordt benut – en het dus niet meer nodig is om van ‘incident’ naar ‘incident’ te leven, zoals in het Nederlandse voetbal.
Jouke Huijzer is redacteur van Jacobin.
(Beeld: FLAF)