Laat India’s politieke gevangenen vrij

Sinds de Bharatiya Janata-partij van Narendra Modi aan de macht is, worden politieke tegenstanders gevangengezet op basis van valse beschuldigingen van terrorisme en opruiing. Maar nu de BJP de verkiezingen niet gewonnen heeft, is er hoop op verandering.
Umar Khalid in 2020 (zijn eigen Twitter/ @umarkhalidjnu)

Jacobin #2
komt uit.
Abonneer je voor €30 en we sturen hem op.

In de afgelopen vier jaar diende de Indiase studentenleider Umar Khalid meer dan twaalf keer een verzoek om borgtocht in. Van de lage rechtbanken in Delhi tot aan het Hooggerechtshof keer op keer kreeg hij te maken met uitgestelde hoorzittingen of een regelrechte afwijzing van zijn borgtocht. Nu blijft hij voor onbepaalde tijd in hechtenis.

Khalid werd in september 2020 gearresteerd op beschuldiging van het deel uitmaken van een ‘groter complot’ om in de hoofdstad New Delhi dodelijke rellen te ontketenen. Deze rellen resulteerden in de dood van meer dan vijftig mensen, de meesten van hen moslims die op straat werden gelyncht door hindoetva bendes. Met aanklachten variërend van ‘het bevorderen van vijandschap’ tot ‘terrorisme’, gebruikt de politie Khalids toespraken als bewijs voor opruiing.

Als we kijken naar wat hij daadwerkelijk zei, worden deze beweringen nogal dubieus. In een van die toespraken, die hij in februari 2020 in Maharashtra hield, spoorde mensen aan om geweld niet te beantwoorden met geweld, en haat ook niet met haat. ‘Als zij haat verspreiden, is onze reactie daarop dat we liefde zullen verspreiden. Als zij ons slaan met lathi’s ( politieknuppels), dan houden wij de driekleur (Indiase vlag) omhoog. Als zij kogels afvuren, houden wij de grondwet vast en houden we onze handen in de lucht[…] Maar we zullen niet toestaan dat jullie ons land vernietigen,’ zei hij tegen de menigte. Zijn Indiase medeburgers riep hij op om vreedzaam te protesteren tegen de Citizenship Amendment Act (CAA), een discriminerende wet waarvan experts vrezen dat die kan worden ingezet om miljoenen Indiase moslims hun staatsburgerschap te ontzeggen.

Helaas was dit in de ogen van de regering van de Bharatiya Janata-partij (BJP) van premier Narendra Modi een opruiende toespraak. En Khalid moest tot voorbeeld worden gesteld voor andere demonstranten.

Maar Khalid is niet de enige gewetensgevangene in het India van Modi. Er zijn honderden mensen die zoals hij, als politieke gevangenen achter de tralies zitten. In de tien jaar sinds Modi aan de macht kwam, heeft hij de Indiase democratie afgebroken door journalisten, leden van het maatschappelijk middenveld, activisten, studenten en advocaten te straffen als ze kritiek op hem, zijn regering en zijn hindoe-supremistische ideologie hebben.

Overheidspropaganda op feiten controleren, het lijden van minderheden onthullen, proberen gerechtigheid te krijgen voor slachtoffers van hindoe-nationalistisch geweld of staatsgeweld: al deze daden kunnen iemand in de gevangenis doen belanden op beschuldiging van terrorisme, met weinig kans op een eerlijk proces en borgtocht.

Antiterreurwetgeving

Een draconische antiterreurwet maakte het meeste van Modi’s repressieve optreden mogelijk: de Unlawful Activities Prevention Act (UAPA). Deze wet werd in 2008 ingevoerd door een regering onder leiding van de Congrespartij, maar werd in 2019 door Modi ingrijpend gewijzigd waardoor nu ook individuen en niet alleen organisaties onder de wet vallen. Op borgtocht vrijkomen is door deze wet ook vrijwel onmogelijk. Mensen die onder de UAPA worden aangeklaagd kunnen jaren in hechtenis zitten zonder aan een enkel misdrijf schuldig te worden bevonden.

Zelden wordt deze wet gebruikt om hindoesupremacisten aan te pakken: gewelddadige koeienwachten die het geloof dat koeien heilig zijn in het hindoeïsme misbruiken om met regelmaat moslims aan te vallen en te lynchen op verdenking van het kopen of verkopen van rundvlees, worden bijvoorbeeld niet aangepakt. De wet wordt ook niet ingezet tegen hindoetva milities die deelnemen aan gewelddadige aanvallen tegen moslims en andere minderheden. In plaats daarvan wordt de UAPA juist tegen deze groepen ingezet, alleen maar omdat ze gebruikmaken van hun grondrechten en hun mening geven en kritiek uiten.

Deze discriminatie komt duidelijk naar voren als we zien hoe de UAPA vrijelijk werd ingezet tegen moslims die in 2020 vreedzaam protesteerden tegen de CAA. Samen met Khalid werden in 2020 een aantal andere jonge moslimmannen en -vrouwen gearresteerd. Een van hen, de studentenactiviste Safoora Zargar, was drie maanden zwanger toen ze werd gearresteerd en kreeg in de gevangenis geen adequate medische zorg. Ook activiste Gulfisha Fatima zit sinds april 2020 weg te kwijnen in een gevangenis in Delhi voor het leiden van anti-CAA protesten. Weer een andere activist, Sharjeel Imam, zit sinds januari 2020 gevangen op beschuldiging van het aanzetten tot geweld en is herhaaldelijk borgtocht geweigerd en naar verluidt in de gevangenis door medegedetineerden mishandeld.

De UAPA wordt ook vaak ingezet tegen activisten en journalisten in de regio Kasjmir, waar de meeste moslims wonen en waar al tientallen jaren mensenrechtenschendingen plaatsvinden. In 2021 werd Khurram Parvez, mensenrechtenactivist in Kasjmir en winnaar van de Thorolf Rafto-prijs, gearresteerd op beschuldiging van ‘financiering van terrorisme’ en ‘oorlog voeren tegen de staat’ – beschuldigingen die volgens andere activisten voortkwamen uit zijn omvangrijke werk als vastlegger van de mensenrechtenschendingen in Kasjmir. Hoewel zijn arrestatie tot internationale verontwaardiging leidde – tot het punt waarop zelfs de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties zijn vrijlating eiste – geeft Indiase regering hier vooralsnog geen gehoor aan.

Misschien wel het meest persoonlijke voorbeeld van Modi’s vendetta tegen zijn critici is de gevangenneming van klokkenluider Sanjiv Bhatt. Bhatt, een voormalige Indiase politieagent, is de enige overlevende getuige van Modi’s rol in het orkestreren van het Gujarat pogrom in 2002, waarbij hindoetva bendes ongeveer 2.000 moslim vrouwen, kinderen en mannen afslachtten. In 2011 diende Bhatt een beëdigde verklaring in bij het Indiase Hooggerechtshof waarin hij aangaf dat Modi, toenmalig minister-president van Gujarat, de ordehandhavers had opgedragen niet in te grijpen in het afschuwelijke bloedvergieten.

Nadat Modi in 2014 premier werd, nam hij wraak op Bhatt. Bhatt werd in 2015 uit zijn functie ontheven en zijn kantoren en een deel van de woning waarin hij met zijn familie woont, werden als strafmaatregel gesloopt. In 2018 werd Bhatt gearresteerd in een dertig jaar oude zaak waarbij een arrestant tijdens de arrestatie stief, zelf was hij daar niet bij betrokken was. In 2019 werd hij onder valse voorwendselen veroordeeld en veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Modi probeert in feite de kanarie levend in de kolenmijn te begraven.

Er zijn mensen die uit de gevangenis komen. Maar in één schrijnend geval werd gevangenisstraf onder de UAPA een doodvonnis. In 2018 braken er gewelddadige botsingen uit tussen Dalits en hindoemilitanten in Bhima Koregaon, een dorp in de deelstaat Maharashtra. In plaats van militanten te arresteren, arresteerde de politie in de deelstaat zestien vooraanstaande activisten, academici en advocaten – die allemaal betrokken waren bij een burgerrechtenwerk voor gemarginaliseerde Dalits en Adivasi-stammen. De politie plaatste vals bewijs op de elektronische apparaten van de activisten om hen te beschuldigen van geweld, wat ertoe leidde dat de groep werd aangeklaagd voor terrorisme onder de UAPA.

Onder hen was pater Stan Swamy, een oudere christelijke mensenrechtenactivist die in 2020 werd gearresteerd, waardoor hij de oudste persoon werd die onder de UAPA werd aangeklaagd. Swamy leed aan de ziekte van Parkinson en zijn gezondheid verslechterde na zijn arrestatie steeds verder. Desondanks werd hem geen genade getoond: niet alleen werd hem een borgtocht om gezondheidsredenen geweigerd, maar ook eenvoudige dingen als een drinkbeker met rietje kreeg hij niet. Hij stierf aan een hartstilstand in 2021, nog altijd achter de tralies.

Tegenvallende verkiezingen

Er mag niet nog een gewetensgevangene zijn die net als Swamy zo wreed in de gevangenis sterft. Gelukkig is er hoop dat mensen als Khalid, Parvez, Bhatt, Imam en anderen nog steeds vrijuit kunnen gaan. In de eerste week van juni werden in India de laatste algemene verkiezingen gehouden, die niet de overwinning opleverden waar de BJP op hoopte. Modi en zijn partij hebben nu geen meerderheid meer, waardoor ze voor regeringsvorming afhankelijk zijn van kleine regionale partijen. Deze regionale partijen, die over het algemeen een meer seculiere inslag hebben, kunnen het vermogen van de regering-Modi om zijn vendetta tegen critici uit te voeren, inperken.

Het verlies van Modi’s verkiezingsmeerderheid biedt een cruciale kans om deze gewetensgevangenen vrij te krijgen. De regering heeft eerder internationale druk kunnen negeren, maar nu de meer seculiere oppositie in India beter in staat is om haar ter verantwoording te roepen, is het noodzakelijk dat deze druk toeneemt. Zowel India’s democratische bondgenoten als internationale mensenrechtenorganisaties moeten aandringen op de vrijlating van alle gewetensgevangenen. Dit moet het begin zijn van het einde van Modi’s decennialange optreden tegen zijn critici.

Safa Ahmed is adjunct-directeur media en communicatie voor de Indian American Muslim Council.

Vertaling: Tina Hoenderdos

Steun de groei van het socialisme in Nederland

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier