Kan Piet voortleven in een nieuwe vorm?

Sint en Piet zijn terug naar Spanje, en KOZP heeft zichzelf opgeheven na jarenlange strijd om de afschaffing van blackface in de sinterklaasviering. Nu is het tijd voor een maatschappijbrede confrontatie met het koloniale verleden, schrijft filosoof Michael Onyebuchi Eze.
St. Nikolaas op den schoorsteen. Een prent uit Jan Schenkmans, St Nikolaas en zijn knecht uit 1850. Het eerste boek waar Zwarte Piet in verscheen. (Wikimedia Commons)

Jacobin #2 is uit! Abonneer je voor €30 en
we sturen
hem op.

In het najaar van 2017 maakte ik voor het eerst kennis met het fenomeen Zwarte Piet. Mijn Amsterdamse hospita was een fervent aanhanger van deze traditie, en zette hartstochtelijk uiteen hoe deze bijdraagt aan gemeenschapsbinding, gedeelde waarden en ethische integratie.

Ik was in eerste instantie geamuseerd, en ik raakte nieuwsgierig naar de oorsprong en de culturele betekenis van deze traditie, die, in elk geval in de ogen van mijn hospita, leek aan te sluiten bij mijn eigen culturele opvoeding in Nigeria en mijn intellectuele affiniteit met Afrikaans communitarisme.

Vanuit een Afrikaans historisch perspectief kunnen we ons afvragen: op welke manieren geeft dit verleden betekenis aan het heden en de toekomst?

Door deze informele gesprekken leerde ik een hoop over het karakter van meneer Piet. Hij speelt de rol van de eerbare knecht, die kadootjes brengt aan brave kinderen aan de vooravond van de naamdag van Sint Nicolaas.

Maar deze gever van geschenken heeft een dubbelrol: hij is ook verantwoordelijk voor het straffen van de stoute kinderen, door ze in de zak te stoppen en naar Spanje te sturen, waar ze voor de rest van hun leven zouden wegkwijnen. Deze dualiteit in Piet roept belangrijke vragen op over de morele implicaties van zo’n figuur in de hedendaagse maatschappij.

Piet als kindarbeider

Als een buitenstaander uit een cultuur waar het uitwisselen van geschenken gevierd wordt, niet vanwege het transactionele karakter ervan, maar als een manier om gemeenschappen te versterken en persoonlijke relaties te onderhouden, voelde ik me aangetrokken tot Piet, de gever.

In mijn cultuur drukt het geschenk uit hoe iemand in het leven staat. Daarbij komt dat ik opgegroeide ineen traditie waar het algemeen wordt aangenomen dat een vorm van straf voor ongewenst gedrag moreel gerechtvaardigd is.

Ik vond een soort morele coherentie tussen mijn Afrikaans geloofspraktijk en het verhaal van Zwarte Piet, als het aankomt op het opvoeden met ‘tough love’. Maar het verbouwerde me dat er gedreigd werd met ontvoering en slavernij om het gewenste morele gedrag af te dwingen.

En wat nog vreemder op me overkwam, was Piets fysieke verschijning, met een zwart gezicht en rode lippen. Uit nieuwsgierigheid vroeg ik een Nederlandse collega ernaar, een hoogleraar filosofie, die uitlegde dat het roet van de schoorstenen,waardoor hij de huizen binnenkwam om kadootjes te brengen Piet zwart maakte. Deze uitleg riep nog meer vragen op.

Het werd me duidelijk dat Zwarte Piet in dit verhaal slechts een hulpje van Sinterklaas was, die als heilige Sint Nicolaas, symbool staat voor autoriteit, deugd, normaliteit en hierarchie. Als Zwarte Piet inderdaad door de schoorsteen komt, dan betekent dat waarschijnlijk dat hij, mythisch figuur of niet, een kind is, en geen volwassene.

Ik moest denken aan het gedicht ‘The Chimney Sweeper’ van  William Blake, waarin hij beschrijft hoe kleine jongens in de schoorstenen van de stad kruipen om ze te vegen, een staande praktijk in negentiende-eeuws Europa. Als we het verhaal over de schoorsteen aanvaarden als deel van de traditie, moeten we onder ogen zien dat Zwarte Piet een kindarbeider is.

Een eeuwig kind van het moment, dat waarschijnlijk, zoals veel kindarbeiders, zijn lot accepteert als een natuurlijke realiteit en daarmee de mogelijkheid ontnomen wordt om zich tot een volwaardig subject te ontwikkelen. 

Bedenkelijke erfenis

Mijn grootste ongemak, echter, komt voort uit het gebruik van blackface, en zijn transactionele commodificatie. Het impliciete ‘tot de ander maken’ dat gebeurt wanneer een wit persoon het masker van zwartheid opzet, is verontrustend.

Iedereen die bekend is met zwarte geschiedenis, weet dat zwartzijn in de westerse modernistische tradities ingezet wordt als symbool voor alles wat onbeschaafd, ongewenst en onmenselijk is.

Kant schreef in 1764 de beruchte zin: deze man was zwart van top tot teen, een duidelijk bewijs dat alles wat hij zei dom was.’ Om Kant eerlijk te behandelen: hij is nooit Königsberg, het kleine stadje waar hij woonde, uit geweest, en misschien was zijn eerste en enige ontmoeting met een zwart persoon beperkt tot die context.

Montesquieu vond echter dat men zwarte mensen niet als mensen zou moeten erkennen:

Zo fundamenteel is het verschil tussen deze twee mensenrassen, (zwart en wit), en het lijkt even groot wat betreft mentale vermogens als in kleur. […] Men kan maar moeilijk geloven dat God, als wijs wezen, een ziel, en met name een goede ziel in zo’n lelijk zwart lichaam zou stoppen.

Zulke uitspraken laten het epistemisch kader zien dat de denkwijze van veel verlichtingsdenkers domineert, als het op zwarte mensen aankomt. Hegel zegt bijvoorbeeld dat de zwarte mens niet moreel gelijkgesteld kan worden aan de Europeaan (vanwege zijn kleur), en dat we

[A]lle gedachten van respect of moraliteit opzij moeten zetten, […] willen we hem juist begrijpen; er is niets te vinden in zijn karakter dat harmonieert met menselijkheid.

Een gedachte die ook Montesquieu met religieuze verve onderschrijft:

Het is ons onmogelijk deze wezens als mensen te erkennen. Als we hen toestaan mensen te zijn, zouden we de verdenking op ons laden dat wijzelf geen christenen zijn.

Doorlopende dialoog

Terwijl ik deze bedenkelijke erfenis overdenk, gaan mijn gedachten naar de rol van Zwarte Piet in het hedendaags debat. De actiegroep Kick Out Zwarte Piet ziet zijn doelen behaald, omdat het veel instituties nu erkennen dat Zwarte Piet een racistisch overblijfsel is.

Een recent onderzoek van Ipsos laat zien dat er na jaren van neergang sprake is van een kleine opleving in de populariteit van Zwarte Piet. Deze trend kan waarschijnlijk toegeschreven worden aan de groeiende invloed van rechts-conservatieve politiek.

Welke vraag moeten we onszelf nu stellen? Wat doet het afschaffen van Zwarte Piet voor de diepere racismeproblematiek in Nederland? De symbolische afrekening met Zwarte Piet zuivert de collectieve verbeelding niet noodzakelijkerwijs van racistische smetten, noch inspireert het ons om onze naaste lief te hebben en elkaar met vriendelijkheid, tolerantie, begrip en compassie te benaderen.

We moeten de oorsprong van traditie bevragen en overwegen of Piet, met zijn geschiedenis van racisme en het overwinnen van racisme, kan uitgroeien tot een symbool voor morele eenheid, in plaats van vervreemding en uitsluiting. 

Misschien begint voor de rest van ons het echte werk nu pas. Het is tijd om ruimte te maken voor een doorlopende dialoog die beweegt van het uitwissen van de geschiedenis naar het terugwinnen van een traditie, waardoor het verleden tot iedereen in onze huidige samenleving kan spreken. Deze dialoog is een doorlopend proces, waarbij we moeten erkennen dat transformatie alleen mogelijk is door een creatieve ontmoeting met de geschiedenis.

Zoals een bekend gezegde in de Afrikaanse filosofie luidt: ‘ik ben omdat jij bent.’ Omgaan met de geschiedenis gaat niet slechts over wat we goed vinden in het heden en slecht vinden in het verleden; het gaat om de confrontatie met het verleden, een begrijpen dat leidt tot een tijdloze dialoog. 

Vanuit een Afrikaans historisch perspectief kunnen we ons afvragen: op welke manieren geeft dit verleden betekenis aan het heden en de toekomst? Cultuur is niet blijvend; ze evolueert, vaak op tegenstrijdige manieren. Terwijl de traditie dient als repertoire voor identiteit en herinnering, verzet ze zich vaak tegen de wind der verandering.

De betekenis van Nederlander zijn in de jaren 1850, toen de traditie van Zwarte Piet zich voor het eerst ontwikkelde, is vandaag de dag niet meer dezelfde. Hoe onderhandelen we over deze culturele transities in de loop der tijd en hoe rechtvaardigen we de emotionele erfenis die Zwarte Piet blijft oproepen?

Hoe gaan we een dialoog aan met het verleden die relevant is voor alle leden van de hedendaagse Nederlandse samenleving, waarbij we ervoor zorgen dat tradities een plaats krijgen zonder historische stereotypen en vooroordelen in stand te houden?

Houd het vuur brandende

Het lijkt er niet op dat de uitbanning van Zwarte Piet of de morele verontwaardiging ertegen racisme zal genezen. De groep Kick Out Zwarte Piet heeft belangrijke stappen gezet door onze denkbeelden uit te dagen en ons uit te nodigen tot dialogen die, hoewel soms ongemakkelijk, essentieel zijn voor groei.

Toch moeten we hun inspanningen niet als afgerond beschouwen; het is veeleer tijd voor ons allemaal om deel te nemen aan een kritisch gesprek dat erop gericht is om ons gedeelde culturele geheugen nieuw leven in te blazen. Samen kunnen we begrip kweken en een meer inclusief verhaal creëren dat onze diverse geschiedenissen eert.

Symbolische verplaatsing van een cultureel artefact is geen synoniem voor culturele transformatie. Het ideaal is een reflexieve benadering waarin we het verleden tegenspreken, wat betekent dat we het vuur brandende moeten houden maar ook dat we een dialoog moeten aangaan met het heden en de toekomst op een manier die inclusiviteit bevordert. 

Het discours rond Sinterklaas en Zwarte Piet gaat niet alleen over een feesttraditie; het is een weerspiegeling van diepere maatschappelijke kwesties met betrekking tot ras, identiteit en geschiedenis.

De uitdaging ligt in de manier waarop we ons als maatschappij door deze complexiteit navigeren, om ervoor te zorgen dat onze culturele praktijken zich ontwikkelen op een manier die inclusief is en alle individuen respecteert. Terwijl we deze dialoog aangaan, moeten we toegewijd blijven aan het begrijpen van ons verleden terwijl we streven naar een toekomst die diversiteit omarmt en eenheid bevordert.

De reis van menselijke verzoening is een doorlopend proces. En het is door culturele inclusie, wederzijds respect en een niet aflatend respect voor ieders waardigheid kunnen streven naar een rechtvaardigere samenleving voor iedereen.

Dat is alles! 

Michael Onyebuchi Eze doceert Afrika studies aan de California State University in Fresno. Eze, geboren in Nigeria, woonde en doceerde tussen 2017 en 2023 aan de universiteiten van Amsterdam, Leiden en Amsterdam University College in Nederland, op het hoogtepunt van de discussie rond Zwarte Piet.

Steun de groei van het socialisme in Nederland

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang jaarlijks twee nummers op papier