Sinds het aantreden van de regering-Meloni heeft het European Centre for Press and Media Freedom 133 keer aan de alarmbel getrokken. Ongeveer de helft van de meldingen gaat over de verhouding tussen de Italiaanse pers en de Italiaanse regering. In concreto: journalisten die voor de rechter worden gedaagd, wetten die geschreven worden om journalistiek onderzoek te vertragen of journalisten die uit de publieke ruimte worden geweerd.
Dat laatste mocht Antonio Scurati, auteur van de veelgeprezen Mussolini-romans, onlangs zelf ondervinden. Op 25 april herdenken de Italianen het einde van de bezetting door Nazi-Duitsland en de overwinning van de partizanen op het fascisme. De Italiaanse publieke omroep vroeg de schrijver daarom om een monoloog te schrijven over de Bevrijdingsdag.
Antonio Scurati begint zijn uiteenzetting met de moord op Giacomo Matteotti, de leider van de socialisten die honderd jaar geleden door een fascistische knokploeg om het leven werd gebracht. In zijn betoog vraagt Scurati aan de politieke erfgenamen van het fascisme – de Fratelli d’Italia van Giorgia Meloni – om de gruweldaden van het fascisme te erkennen voor wat ze waren: uitingen van systematisch geweld.
Zolang de Italiaanse premier op een relativerende toon praat over de wreedheden van het fascisme en de fundamentele rol van het verzet bij de oprichting van de Italiaanse republiek miskent, ‘zal het spook van het fascisme blijven rondwaren in het huis van de Italiaanse democratie,’ aldus de auteur.
Zuivere censuur
Uiteindelijk zal Scurati zijn tekst niet voordragen. Nationale omroep RAI spreekt prompt van een financieel meningsverschil: Scurati zou te veel geld gevraagd hebben. De schrijver van zijn kant ontkent en stuurt de tekst door naar presentatrice Serena Bortone, die de monoloog in haar programma voorleest.
‘Wat Antonio Scurati meemaakt, is niets meer of minder dan zuivere censuur,’ zegt Leonardo Bianchi, auteur en kenner van uiterst rechts in Italië. ‘Voor de post-fascistische partij Fratelli d’Italia staat 25 april voor de nederlaag van het gedachtegoed van haar politieke voorouders. Aan dat moment uit de geschiedenis wil de partij liever niet herinnerd worden. En dus moest Scurati van het televisiescherm geweerd worden.’
Fratelli d’Italia heeft meermaals te kennen gegeven het historische fascisme achter zich te willen laten. Toch valt de relativerende en revisionistische zienswijze op het fascisme niet te ontkennen. ‘Wat Meloni vooral stoorde in de speech van Scurati is het woord antifascistisch, dat voor haar gelijkstaat met geweldplegingen van communisten op Italiaanse fascisten,’ aldus Bianchi.
Toch is de Italiaanse grondwet gebaseerd op antifascistische waarden. ‘Door het woord antifascisme te schrappen, voedt Meloni de kritiek dat ze niet erg hoog oploopt met de liberale democratie en zo dicht aanschurkt tegen politieke figuren à la Viktor Orbán,’ besluit Bianchi.
Gecontroleerde staatsomroep
Antonio Scurati is niet de enige auteur wiens woorden uit de publieke ruimte werden geweerd. Roberto Saviano, bekend van het boek Gomorra over de Napolitaanse maffia, onderging hetzelfde lot. Zijn programma Insider beloofde de innige banden tussen de politiek en de Napolitaanse onderwereld bloot te leggen, maar werd van de buis gehaald.
Saviano en Scurati zijn geen afzonderlijke casussen. Vorig jaar nam de CEO van de RAI, Carlo Fuentes, ontslag, omdat de politieke inmenging hem te veel werd. De regering-Meloni verving hem door Giampaolo Rossi, notoir bewonderaar van Netanyahu, Poetin en Orbán.
Toen Fabio Fazio en Luciana Littizzetto, bekend van de populaire talkshow Che tempo che fa, aankondigden niet meer voor de RAI te zullen werken, zwaaide viceminister Matteo Salvini hen op X uit met de woorden Belli Ciao, een ironische verwijzing naar het strijdlied van de partizanen.
Dat de ideologische invloed van de regering-Meloni op de staatsomroep zo groot is, verbaast Giulio Vigevani, professor grondwettelijk recht en mediarecht aan de Bicocca-universiteit van Milaan, hoegenaamd niet.
‘Italië kent één van de oudste populaties van Europa. Voor de verouderde Italiaanse bevolking die weinig leest, blijft de televisie de voornaamste manier om zich te informeren,’ verklaart Vigevani.
Vigevani maakt zich vooral zorgen over het gebrek aan pluralisme. ‘De nieuwsberichten op de staatsomroep RAI zijn heel regeringsgezind. Met nieuwe benoemingen in aantocht zal dit waarschijnlijk nog erger worden.’
De voornaamste concurrent van de RAI is de commerciële omroep Mediaset. ‘Daar zwaait de familie Berlusconi nog altijd de scepter. Berlusconi’s partij Forza Italië maakt deel uit van de regering, waardoor diezelfde regering zowel via de staatsomroep als de commerciële omroep haar invloed kan laten gelden,’ duidt Vigevani.
Dat de regering invloed uitoefent, steekt ze zelf niet onder stoelen of banken. Meloni verklaarde al meermaals in de pers dat de culturele hegemonie van een overwegend linkse RAI doorbroken moet worden. Daarop schakelde de regering-Meloni een aantal versnellingen hoger.
De parlementscommissie die toezicht houdt op de RAI verklaarde dat campagnebijeenkomsten van politieke partijen zonder journalistieke duiding mogen worden uitgezonden op RAI News 24. Diezelfde parlementscommissie wilde ook dat de meerderheid in verkiezingstijd meer zendtijd zou krijgen dan de oppositie, maar dat voorstel werd door het onafhankelijke controleorgaan AG Com verworpen.
Costa-amendement
Niet enkel de audiovisuele sector kreeg het hard te verduren. Ook de schrijvende pers moest het ontgelden. Op 19 december vorig jaar keurde de Kamer van Afgevaardigden het Costa-amendement goed. Dat amendement bepaalt in strafzaken dat de motivering van de voorlopige hechtenis, in het bijzonder de letterlijke woorden van de onderzoeksrechter, niet in de pers mag verschijnen.
‘Op het eerste gezicht lijkt de wet een onschuldige, technische kwestie. Maar zo onschuldig is het allemaal niet,’ zegt Giulio Vigevani. ‘Wanneer een misdaadjournalist niet meer mag citeren, kan hij enkel nog parafraseren. Een verkeerde nuance of woordkeuze kan dan de aanleiding vormen voor een aanklacht wegens smaad of laster.’
‘Het Costa-amendement bemoeilijkt zo de toegang tot informatie voor de journalist. Daardoor wordt hij terughoudender en verliest hij deels zijn rol als onafhankelijke waakhond,’ besluit Vigevani.
SLAPP-procedures
Terughoudender werden Giovanni Tizian, Nello Trocchia en Stefano Vergine evenwel niet. De journalisten van de krant Domani onthulden dat minister van Defensie Guido Crosetto in 2021 actief was als adviseur in de wapenindustrie. Dat zijn ministerie nu klant is van diezelfde wapenindustrie, is volgens de journalisten belangenvermenging van de zuiverste soort.
Crosetto ontkende de aantijgingen niet, maar sleepte de journalisten wel voor de rechter om hun bronnen te kunnen achterhalen. Dergelijke juridische stappen zijn een schoolvoorbeeld van Stategic Lawsuits Against Public Participation (SLAPPs) met als doel de journalisten in kwestie te intimideren en hun uiteindelijk het zwijgen op te leggen.
Een studie van de commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken van het Europees Parlement bracht aan het licht dat 25,5% van alle SLAPP-procedures in Europa in Italië plaatsvond. 42% van de procedures werd opgestart door politici of mensen met een openbare functie.
‘Sinds oktober 2022, toen de regering-Meloni aantrad, leven politiek en media op gespannen voet met elkaar,’ zegt Guido Nicolosi, professor Cultuursociologie aan de universiteit van Catania. ‘Het evenwicht tussen beide bepaalt de maturiteit van een liberale democratie. Dat evenwicht is al even zoek, zoals de dagvaardingen tegen de journalisten van Domani aantonen.’
Om haar daden te verantwoorden, gebruikt Meloni de retoriek die populistische leiders kenmerkt. ‘Meloni voelt zich de directe vertegenwoordiger van de vox populi die jarenlang onderdrukt werd door een culturele elite: politici, opiniemakers, maar ook journalisten. Na jaren in de woestijn wil Meloni eindelijk die hegemonie doorbreken,’ duidt Nicolosi de kwestie.
Niels D’Haene is freelance journalist.