Search
Close this search box.

Het nieuwe kabinet zal het kapitaal en de cultuurstrijd dienen

Het hoofdlijnenakkoord is zowel in maatschappelijk/cultureel, maar zeker ook in economisch opzicht extreemrechts: ‘Wilders, Omtzigt, Van der Plas, en Yesilgöz, die in navolging van Rutte allemaal zo graag spreken over “de hardwerkende Nederlander”, laten deze keihard vallen.’
Een still uit de presentatie van het hoofdlijnenakkoord (https://debatdirect.tweedekamer.nl/)

Jacobin #1 is uit.
Abonneer je voor €30 en we sturen hem op.

Gisterochtend presenteerde Geert Wilders triomfantelijk het voorlopige regeerakkoord tussen de PVV, NSC, BBB, en de VVD met de woorden: ‘De zon gaat weer schijnen in Nederland’. En zoals hij verklaarde is het inderdaad een historisch moment: de beslissende stap naar het meest rechtse kabinet dat dit land ooit gekend heeft. Er waren 175 dagen voor nodig, verlengd door soap-achtige Twitter-ruzies en theatrale momenten waarop er werd weggelopen, om tot een weinig innovatief vooral onrealistisch programma te komen.

De liberale kiezer die er tot het laatste moment op hoopte dat NSC of VVD de formatie zou tegenhouden is blind geweest voor de gestage normalisatie van extreemrechts. Al door aan het begin van de formatie met de anti-rechtsstatelijke PPV te onderhandelen is het programma van Pieter Omtzigt, die campagne voerde met de slagtermen ‘rechtsstatelijkheid’ en ‘een betrouwbare overheid’, een farce gebleken. En met de rechtsere koers die de VVD na het aantreden van Dilan Yesilgöz is ingeslagen heeft de partij de laatste schijn klassiek liberale waarden te verdedigen van zich afgeworpen, zelfs door de VVD-leider wordt de aanstaande regering geframed als ‘een centrumrechts kabinet’.

De titel van het hoofdlijnenkkoordHoop, Lef, en Trots – kan als volgt worden uitgelegd: de hoop dat het op de lange termijn wel goed komt met de grote problemen; het lef om sociale minima nog verder af te laten glijden; en de trots om door middel van symboolpolitiek mensen uit te sluiten.

Business as usual

Ondanks alle retoriek over de zorg en ‘bestaanszekerheid‘ hebben de PVV, NSC, en BBB altijd een neoliberaal economisch beleid nagestreefd. Hoewel ze zich, in reactie op de gevolgen van de vier kabinetten Rutte, door slimme mediacampagnes een tijd lang als ‘socialere’ alternatieven voor de VVD hebben weten te profileren, verschillen ze inzake economisch beleid niet wezenlijk van de voormalige machtspartij. Met het akkoord van afgelopen woensdag vallen ze definitief door de mand.

Twee van de aangekondigde maatregelen zijn illustratief voor hoe het kabinet een prioriteit maakt van de belangen van grote bedrijven en aandeelhouders. Ten eerste streven de partijen naar een verbetering van het Nederlandse ‘vestigingsklimaat’, met een verwijzing naar de vijfde plaats die Nederland in 2023 innam op de World Competitiveness Ranking, het rapport dat elk jaar door het Zwitserse academische instituut IMD wordt gepubliceerd. Om dat te realiseren dient de hogere belasting op vermogen en energie die dit jaar in de miljoenennota was aangekondigd, te worden teruggedraaid. Ten tweede wordt ook de belasting die in 2025 zou ingaan op zogenaamde share buybacks – het kopen van eigen aandelen door bedrijven veelal om controle te hebben over de waarde van hun aandelen – ingetrokken. Hierdoor loopt de schatkist 800 miljoen per jaar mis.

De 800 miljoen die wordt misgelopen uit belasting op inkoop van eigen aandelen komt uit de terugdraaiing van de verhoging van het wettelijk minimumloon met 1,2 procent.

Waar gaat het geld wel vandaan komen? De 800 miljoen die wordt misgelopen uit belasting op inkoop van eigen aandelen komt uit de terugdraaiing van de verhoging van het wettelijk minimumloon met 1,2 procent. Wilders, Omtzigt, Van der Plas, en Yesilgöz, die in navolging van Rutte allemaal zo graag spreken over “de hardwerkende Nederlander”, laten deze keihard vallen. Verder wordt de duur van de WW ingekort. En de afschaffing van het eigen risico, waar Wilders zo opportunistisch voor pleitte in het veelbekeken SBS-6-lijsttrekkersdebat, valt nergens te bespeuren. Het eigen risico zal pas in 2027 worden verlaagd naar de hoogte die het had in 2010, al met al een uiterst conservatieve maatregel die in schril contrast staat tot de ronkende verkiezingsbeloften.

Extreemrechtse cultuurpolitiek

De echte problemen worden in het coalitieakkoord op een Haagse manier op de lange termijn geschoven. Naast gebrek aan een echt sociale politiek, is de afwezigheid van plannen voor de klimaatcrisis veelzeggend. De toon is behoudend en vrijblijvend: ‘We houden ons aan de bestaande afspraken; alleen als we de doelen niet halen, maken we alternatief beleid’, valt er te lezen. De nostalgische en kitscherige taal over ‘onze boeren, tuinders en vissers’ is duidelijk afkomstig van de BBB, die op voorspelbare manier de publieke financiering van de agro-industrie verdedigt.

In plaats van oplossingen voor echte problemen, vinden we vooral olie op het vuur van de door Wilders aangevoerde cultuurstrijd. Nadat Rutte in juli vorig jaar zijn kabinet heeft laten vallen om een zelf gefabriceerde asielcrisis, is het nu zuivere zondebokpolitiek dat de klok slaat. Het akkoord presenteert in stoere taal ‘het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit’. Maar in concreto betreft het maatregelen die al zijn ingevoerd, of drastische maatregelen waarvan bewezen is dat ze niet werken (gevangenissen, het uitzetten van asielzoekers). Ook wordt de spreidingswet van VVD’er Eric van der Burg ingetrokken.

Het akkoord is een onrealistisch programma vol gevaarlijke symboolpolitiek.

Bijzonder zorgelijk is verder de frontale aanval op de publieke informatievoorziening en het wetenschappelijk onderwijs. Niet alleen wordt er 100 miljoen bezuinigd op de NPO, die moet worden ‘hervormd’, ook wordt in tegenstelling tot het merendeel van Europa het BTW-tarief voor boeken (ook voor bibliotheken) en dagbladen verhoogd. Verder wordt er 215 miljoen minder beschikbaar gesteld voor hoger onderwijs en wetenschap en wordt voor studenten de studiefinanciering versoberd en keert de langstudeerboete terug.

Kort gezegd is het akkoord een onrealistisch programma vol gevaarlijke symboolpolitiek. De onderwerpen waar het zich op richt vallen vooral onder wat de Duitse socioloog Steffen Mau Triggerpunkte, ‘activeringspunten’, noemt: scherpe, emotionele kwesties waarover überhaupt al verdeeldheid bestaat die door politici worden ingezet om nog meer verdeeldheid te creëren. Het akkoord leest als een allegaartje van zulke activeringspunten ommuurd door taaie beleidstaal.

Gisteren greep PVV-lid en Kamervoorzitter Martin Bosma bij een kamerdebat in toen Volt-leider Laurens Dassen ‘de opkomst van extreemrechts’ in Europa benoemde. Dat was volgens Bosma ‘een Nazi-vergelijking’. Dat hij verward is over de posities van het politieke spectrum hoeft niet te verbazen, want in zijn boek De Schijn-elite van de valsmunters heeft hij in alle ernst betoogd dat Hitler ‘links’ was. Het is niet de slechtste definitie van ‘extreemrechts’ om te zeggen dat het de verdediging van het grootkapitaal schaart aan een identitaire cultuurpolitiek en autoritaire tendensen. Onder de zon die volgens Wilders zal schijnen groeien enkel het kapitaal en de cultuurstrijd.

Helmer Stoel is redacteur van Jacobin Nederland

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier