Wederzijdse hulp: abolitionistische zorg voor een betere wereld  

Een beter zorgsysteem hoeft niet opnieuw uitgevonden te worden, maar bestaat al in de vorm van zelforganiserende gemeenschappen, die laagdrempelige zorg bieden. Het politiek potentieel van zulke initiatieven is groot.

Jacobin #2 is uit! Abonneer je voor €30 en ontvang hem op papier

Op kerstavond werden wij als Abortion Network Amsterdam benaderd door een Poolse moeder. Haar veertienjarige dochter bleek 21 weken en vier dagen zwanger. In Nederland is het als enige land in de Europese Unie mogelijk om een abortus te krijgen in een kliniek tot 22 weken. 27 december, de dag na kerst, was de eerste dag dat de klinieken weer open zouden zijn. De dochter zou dan precies 22 weken zwanger zijn. Als we haar abortus mogelijk wilden maken, moesten we alles regelen tijdens kerst. Door persoonlijk contact met de directeur van de kliniek en de hulp van het transnationale netwerk Abortion Without Borders, kon ze uiteindelijk de ochtend na kerst terecht in de Bloemenhovekliniek, maar het had niet veel gescheeld of ze had haar ongewenste zwangerschap als puber moeten uitdragen. 

Toen het Amerikaanse hooggerechtshof Roe v. Wade ongedaan maakte, en daarmee staten vrij baan gaf om abortus te criminaliseren, publiceerde de feministisch-marxistische Sophie Lewis het artikel ‘Free Anthrogenesis’. Hierin ontwikkelt ze een nieuwe en revolutionaire benadering van reproductieve vrijheid, die zich niet langer beperkt tot de liberale focus op rechten, privacy en vrije keuze. Ook keert ze zich fel tegen elke vorm van criminalisering van abortus. Haar herverbeelding van ‘vrije anthrogenese’ gaat over recht op abortus, zelfbeschikking, zwangerschap en het al dan niet krijgen van kinderen. Dat begint voor Lewis bij de afschaffing van het traditionele instituut van het klassieke gezin, zoals ze half maart betoogde in een NRC-interview. Als we serieus willen streven naar gelijkheid moeten we volgens Lewis het kerngezin afschaffen, omdat het zelden goed functioneert en vaak leidt tot onderdrukking en geweld. Een andere, meer collectieve invulling van zorg is gewenst. 

The Janes verzorgden abortussen in wekelijks wisselende huiskamers, waarbij zwangere mensen op een vast tijdstip werden opgehaald met een auto, nadat ze het nummer hadden gebeld uit de wijdverspreide advertentie: ‘Zwanger? Bel Jane.’

Het gezin kan vervangen worden door wat Lewis gestational communism of full surrogacy noemt. Ze verwijst hiermee naar een radicale herverdeling van reproductieve zorg op basis van wat mensen aankunnen en nodig hebben. In plaats van alleen te zorgen voor onze eigen kinderen, zullen we zorgen voor alle kinderen. Een kind is nooit ‘van ons’, nooit ons eigendom op basis van DNA, maar alle kinderen zijn de onze. Het citaat van James Baldwin dat sinds het begin van de genocide in Gaza veelvuldig wordt geciteerd vindt daarmee weerklank in de kern van Lewis’ werk: ‘De kinderen zijn altijd de onze, stuk voor stuk, overal ter wereld; en ik begin te vermoeden dat degenen die niet in staat zijn om dit te herkennen, niet in staat zijn tot moraliteit.’ Voor Lewis betekent dit dat we allemaal draagmoeders van elkaars kinderen zijn en dat kinderen zich rijk kunnen rekenen met meerdere moeders. Omgekeerd geldt dat zorgtaken niet langer de verantwoordelijkheid zijn van één moeder en dat we niet per se zelf een kind hoeven te baren om iemands ouder te zijn. Voor ouders betekent zo’n ‘gemeenschappelijke zwangerschap’ (gestational communism) of ‘volledig draagmoederschap’ (full surrogacy) méér autonomie en zelfbeschikking, voor kinderen mínder kans op de gevaren die het afgesloten kerngezin met zich meebrengt.

Lewis’ herverbeelding van menselijke voortplanting houdt ook een radicaal andere benadering van abortus in, die gericht is op het afschaffen van elke vorm van criminalisering. Hiermee geeft ze een vervolg aan het activisme van The Janes, die in de jaren vóór Roe v. Wade een abortusnetwerk runden in de Verenigde Staten. The Janes verzorgden abortussen in wekelijks wisselende huiskamers, waarbij zwangere mensen op een vast tijdstip werden opgehaald met een auto, nadat ze het nummer hadden gebeld uit de wijdverspreide advertentie: ‘Zwanger? Bel Jane.’ Ze boden niet alleen toegankelijke en veilige abortuszorg, maar gaven ook voorlichting over abortus en anticonceptie. Het doel was om kennis en controle over vruchtbaarheid te de-institutionaliseren en terug te geven aan de mensen zelf. 

De activistische zorg van The Janes was niet alleen gericht tegen de repressieve wetten van de staat, maar ook tegen het monopolie, de autoriteit en het paternalisme van het medisch-industrieel complex. In de documentaire The Janes van Tia Lessin en Emma Pildes die kortgeleden verscheen, beschrijven mensen deze vorm van zorg als ‘transformerend’ en ‘de beste ervaring met gezondheidszorg’ die ze ooit hebben gehad. Ze kregen niet alleen een abortus van The Janes, maar ook kennis over hun lichaam en hun vruchtbaarheid, zodat ze die naderhand beter konden controleren. Door kennis en zorg direct te delen met de mensen die het nodig hadden, brachten The Janes niet alleen feministische zorg, maar ook nieuwe kennis én een politiek netwerk tot leven. Hedendaagse abortusmethoden zijn nog steeds gebaseerd op de inventieve abortussen van The Janes en velen sloten zich na hun abortus als activist bij hen aan. 

Eén van de belangrijkste inzichten van het abolitionisme is dat het zeer onwaarschijnlijk is dat geïnstitutionaliseerd geweld stopt door het invoeren van hervormingen of het nastreven van inclusiviteit.

De aanpak van The Janes en Lewis’ ‘volledige draagmoederschap’ betekenen niet alleen noodhulp in tijden van crisis, maar kunnen ook gezien worden als politieke strategieën, als radicale zorg of wederzijdse hulp (mutual aid). Hi’ilei Julia Kawehipuaakahaopulani Hobart en Tamara Kneese definiëren radicale zorg als een vorm van politiek: ‘Een reeks vitale, maar ondergewaardeerde strategieën om in precaire werelden te overleven [..] die een landkaart bieden voor een otherwise’. Ook voor de Amerikaanse activist en schrijver Dean Spade ligt de mogelijkheid voor een betere wereld in praktijken van wederzijdse hulp, die hij als volgt begrijpt

Een vorm van politieke participatie waarin mensen de verantwoordelijkheid nemen om voor elkaar te zorgen en politieke omstandigheden te veranderen, niet door druk uit te oefenen op hun vertegenwoordigers in de regering, maar door daadwerkelijk nieuwe sociale relaties op te bouwen die het leven beter maken.

Het werk van illegale abortusnetwerken zoals The Janes en Lewis’ ‘gemeenschappelijke zwangerschappen’ overstijgen ons traditionele begrip van zorg, omdat ze gericht zijn op het ontmantelen van structuren die essentieel zijn voor de moderne, kapitalistische staat, zoals het gezin als ‘de hoeksteen van de samenleving’ en de disciplinering van reproductie, zoals het bepalen van wat wel en geen ‘wettig’ kind is, het criminaliseren van abortus, en het versterken van de ‘patriarchale’ grip op geboorte door de positie van verloskundigen te verzwakken. Het zijn praktijken die volgens de Amerikaans-Italiaanse filosofe Silvia Federici de moderniteit hebben ingeluid. Radicale zorg en wederzijdse hulp worden dus niet alleen ingegeven door humanitaire motieven, maar ook door politieke: ze zijn uit op de afschaffing van de heersende maatschappelijke structuren. Daarmee vallen deze zorgpraktijken binnen de revolutionaire stroming van het abolitionisme en verschillen ze van andere vormen van zorg. De inmiddels klassieke definitie van zorg van de Amerikaanse zorgethica Joan Tronto heeft dit abolitionistische karakter bijvoorbeeld niet. Zij begrijpt zorg als: 

Alles wat we doen om onze ‘wereld’ in stand te houden, voort te zetten en te herstellen, zodat we er zo goed mogelijk in kunnen leven. Die wereld omvat ons lichaam, onszelf en onze omgeving, welke we allemaal proberen te verweven in een complex, levensonderhoudend web.  

Voor Tronto is zorg gericht op het hervormen, herstellen en doen voortbestaan van onze wereld, terwijl Hobart, Kneese en Spade juist de nadruk leggen op zorg als een landkaart voor een andere wereld door het vormen van nieuwe, gemeenschappelijke relaties die de oude structuren ontmantelen. Radicale zorg zoals die van The Janes of Sophie Lewis is abolitionistisch van aard: ze is niet gericht op het hervormen van deze samenleving om haar voort te kunnen zetten, maar is middels de afschaffing (abolition) van heersende structuren en instituten op zoek naar een betere wereld. Onderzoeker Marquis Bey definieert abolitionisme als volgt: 

De politieke strategie die uit is op het afschaffen in plaats van het hervormen van systemen, discoursen en instituten die het leven beperken door de uitoefening van geweldstructuren. Deze systemen (bijvoorbeeld gevangenissen, het binaire gendersysteem, enzovoort) oefenen vormen van geweld uit die zich voordoen als banaal of, erger nog, als natuurlijk en goed. Abolitionisme streeft de ontmanteling van deze systemen na en is op zoek naar manieren van leven die niet gebaseerd zijn op geweld.  

Abolitionisten streven naar het afschaffen van onderdrukkende instituten en van impliciet of expliciet gewelddadige structuren. De beweging vindt haar oorsprong in de strijd tegen de slavernij in de negentiende eeuw en ontwikkelde zich verder toen feministen als Angela Davis, Harsha Walia, Ruth Wilson Gilmore, Mariame Kaba en Dorothy Roberts duidelijk maakten hoe de logica van slavernij en kolonialisme zich bleef manifesteren in hedendaagse instanties zoals het gevangeniswezen, de rechtspraak, de politie en de kinderbescherming. Eén van de belangrijkste inzichten van het abolitionisme is dat het zeer onwaarschijnlijk is dat geïnstitutionaliseerd geweld stopt door het invoeren van hervormingen of het nastreven van inclusiviteit. Het instituut van de politie verandert bijvoorbeeld niet op magische wijze wanneer er een vrouw van kleur aan het hoofd staat. Evenmin vermindert politiegeweld door kleine hervormingen, zoals het verplicht dragen van bodycams. 

Hoewel in de woorden van de beroemde abolitionist Ruth Wilson Gilmore het doel van het abolitionisme is om ‘één ding af te schaffen, namelijk alles’, richten abolitionistische bewegingen hun aandacht vaak op één specifiek instituut. Dat geeft de mogelijkheid om het specifieke geweld dat die instelling voortbrengt, bloot te leggen en er direct een alternatief voor te bieden. Transformatieve rechtvaardigheid (‘transformative justice’) is bijvoorbeeld een alternatieve praktijk waarin naar rechtvaardigheid en verantwoordelijk wordt gestreefd binnen een gemeenschap zelf, met als doel om het gevangeniswezen niet alleen af te schaffen, maar overbodig te maken. Door een veelvoud van alternatieve praktijken die zich tegen specifieke instituten richten komt er zo, als het ware, een betere wereld naar boven.

Vanwege de focus op zorgpraktijken die fungeren als middel voor de afschaffing van onderdrukkende maatschappelijke structuren, benadrukt Gilmore dat abolitionisme aanwezigheid is, en geen afwezigheid (‘abolition is presence, not absence’). Abolitionisme ontmantelt een instituut niet door het af te breken en door niets te vervangen, maar door het opzetten van een alternatieve praktijk die, op relationele en gemeenschappelijke wijze, ‘aanweziger’ is dan het instituut was. Wat als abolitionisme, zoals dichter Alexis Pauline Gumbs vraagt, ‘niet iets verbrijzelt, niet iets sloopt, niet iets met een knal kapot maakt? Wat als abolitionisme iets is dat ontspruit uit de tranen in onze ogen, de gebroken plekken in onze huid, de wachtplekken in onze handpalmen, de huivering die mijn mond vasthoudt wanneer ik me tot jou wend?’ 

Als het bijvoorbeeld gaat om transformatieve rechtvaardigheid, dan wordt die praktijk gekenmerkt door gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en zorg, terwijl het rechtssysteem wordt gereguleerd door individualisering, isolering, en straf. Een ander aansprekend voorbeeld van abolitionisme, dit keer binnen de zorg, is de antipsychiatrie. Hoewel de antipsychiatrie niet in alle opzichten geslaagd is, is het deze alternatieve vorm van zorg die op relationaliteit en medemenselijkheid is gericht, wel gelukt om de geïnstitutionaliseerde psychiatrische kliniek, die grote overeenkomsten met het gevangeniswezen vertoonde, gedeeltelijk af te schaffen. 

In de huidige zorgcrisis zien we enerzijds dat zorg niet langer gegarandeerd kan worden door nationale publieke zorginstellingen en anderzijds dat nieuwe, radicale en abolitionistische initiatieven zich de zorg weer toe-eigenen. Zo ontwikkelen autonome, Zwarte, queer en inheemse abortus- en verloskundige praktijken in de VS de antwoorden op de criminalisering van abortus, en op obstetrisch geweld en racisme, en leveren zij betere resultaten dan menig ziekenhuis. Op het gebied van mentale gezondheidszorg startten anarchistische kunstenaars in Athene het ‘Hologram’ tijdens corona, toen de toegang tot psychologische hulp nog slechter werd dan die al was. Een hologram is een praktijk van sociale, emotionele en lichamelijke steun door mensen in de eigen gemeenschap, als een alternatief voor of aanvulling op therapie. Het is een poging om ons minder afhankelijk te maken van medische instanties en toegankelijke en laagdrempelige zorg terug de gemeenschap in te krijgen. 

Door radicale zorg en wederzijdse hulp centraal te stellen in de strijd voor reproductieve vrijheid, wordt zichtbaar dat een betere wereld niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden, maar al bestaat in ondergrondse praktijken.

Op transnationale schaal nemen abortusnetwerken de organisatorische verantwoordelijkheid voor het waarborgen van abortus op zich, aangezien abortus niet alleen in de Verenigde Staten maar ook in de Europese Unie wordt gecriminaliseerd. In Polen is het sinds 2020 vrijwel onmogelijk om een abortus te krijgen, en in veel landen in Europa doen ze geen abortussen boven de 13 weken. Het ondergrondse abortusnetwerk in Europa, Abortion Without Borders, zorgt ervoor dat degenen die een abortus nodig hebben er toch één kunnen krijgen. De Nederlandse tak van dit netwerk, Abortion Network Amsterdam, maakt het mogelijk dat mensen na 18 weken terechtkunnen in Nederlandse klinieken. Sinds ik deel uitmaak van dit netwerk, zie ik hoe transnationale solidariteit gewaarborgd wordt in deze ondergrondse zorgnetwerken, die verantwoordelijkheid nemen waar van bovenaf georganiseerde zorg het aflaat.

Ondergrondse netwerken van zorg, relationaliteit, en kennis die altijd buiten instituten hebben bestaan, moeten we niet alleen zien als noodoplossingen ten tijde van crisis, maar begrijpen als een potentieel voor nieuw te ontwerpen samenlevingsvormen. Alternatieve abortus- en opvoedpraktijken zijn niet alleen een pleister op de wond als nationale en traditionele instituten het laten afweten, maar een poging om zorg en rechtvaardigheid opnieuw te verbeelden. Zij zijn zelf al het begin van de ontmanteling van neoliberale medische instituten, patriarchale samenlevingsvormen en disciplinerende wetgeving. Abolitionistische zorg weigert de bestaande orde van de wereld door de wegwijzers van wederzijdse hulp te volgen naar de toevluchtsoorden van een betere wereld, die ergens al verborgen liggen in de onze. 

Door radicale zorg en wederzijdse hulp centraal te stellen in de strijd voor reproductieve vrijheid, wordt zichtbaar dat een betere wereld niet opnieuw uitgevonden hoeft te worden, maar al bestaat in ondergrondse praktijken, ondanks de dreiging van vervolging, verlies van autonomie en disciplinering. Deze praktijken moeten we verveelvoudigen en verdedigen door abolitionistische zorg niet alleen te zien als noodhulp in tijden van crisis, maar als een vorm van radicale politiek die een wereld in praktijk brengt die niet langer gekenmerkt wordt door crisis. ‘Laten we leren om beter van elkaar te houden,’ schrijft Lewis in De happy ending van het kapitalistische gezin, ‘door een revolutionaire beweging op gang te brengen, waarbij we de zorg vergemeenschappelijken.’

Rodante van der Waal is verloskundige in Amsterdam en filosoof. Ze promoveert op reproductieve rechtvaardigheid. Ze maakt deel uit van het Abortion Network Amsterdam.

Steun de groei van het socialisme in Nederland

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang jaarlijks twee nummers op papier