In Bardala, een dorp in het noorden van de Jordaanvallei, is er geen gebrek aan water. De eerste bewoners van het dorp werden aangetrokken door alle bronnen en reservoirs en voor de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever in 1967 hadden de inwoners voldoende water om zichzelf en de landbouw, hun belangrijkste bron van inkomsten, te onderhouden. Tegenwoordig gebruikt Israël zijn militaire macht om de bronnen in het dorp en in de rest van de Jordaanvallei toe te eigenen. Het is een systeem van ‘waterapartheid’, dat tot gevolg heeft dat bewoners zich in een voortdurende staat van onzekerheid bevinden en continu het risico lopen dat ze zonder water komen te zitten.
In 1973 bouwden Israëli’s een waterput in het centrum van Bardala en beperkten ze de Palestijnen de toegang tot hun eigen water. Ze leidden het water weg naar eigen nabijgelegen nederzettingen, een praktijk die mogelijk werd gemaakt door het Oslo II-akkoord. Tot op de dag van vandaag hebben Israëlische bezettingstroepen de controle over het overgrote deel van het water in Bardala.
Wanneer Palestijnse inwoners, die geen andere keuze meer hebben, een eigen waterleiding aansluiten op de Israëlische om zo toch aan water te komen, verspillen de Israëli’s geen tijd om hen tegen te houden. Vergezeld door werknemers van Mekorot, een Israëlisch waterbedrijf dat praktisch een monopolie heeft op de bronnen op de Westelijke Jordaanoever, gaan ze naar het dorp, graven de pijpleiding van de Palestijnen op en sluiten deze af. Gaten in de Israëlische leidingen, die de Palestijnen maken om een deel van het water om te leiden, worden gedicht.
In 2017 voerden de Israëliërs een bijzonder extreme operatie uit in Bardala. Ze brachten veertig bulldozers en tientallen soldaten naar de stad om de waterleidingen van de Palestijnen te vernietigen en in beslag te nemen.
Op deze manier ondermijnt Israël het vermogen van boeren zoals Rashid Khudairi, voorzitter van de Unie van Openbare Instellingen voor Boeren, om in hun levensonderhoud te voorzien. De boeren zijn al belast met het passeren van checkpoints om hun goederen naar de markt te kunnen brengen en moeten nu ook nog het Israëlische systeem van waterapartheid verdragen. Alles bij elkaar worden de Palestijnen systematisch belet om onafhankelijk te kunnen leven.
Khudairi, die ook lid is van Jordan Valley Solidarity, een netwerk dat strijdt tegen mensenrechtenschendingen op de Westelijke Jordaanoever, sprak met Jacobins Alex N. Press over de omstandigheden voor Palestijnse boeren op de Westelijke Jordaanoever na bijna zes maanden oorlog. Het gesprek is waar nodig bewerkt omwille van de lengte en de helderheid.
Kun je iets vertellen over jezelf en over de gewassen die je verbouwt?
Mijn boerderij ligt in Bardala, in het noorden van de Jordaanvallei. Ik ben al zeventien jaar boer en mijn grootvader, vader en tante hebben ook op dit land gewerkt. Met twee van mijn broers heb ik een boerencoöperatie opgericht en andere boeren in de Jordaanvallei maken daar ook deel van uit. Ik verbouw guave, olijfbomen en tarwe en sinds dit jaar ook mais en kikkererwten.
Het is erg moeilijk voor de landarbeiders, vooral in de Jordaanvallei. De belangrijkste benodigdheid voor een boer is water en 85 procent van het water in heel de Jordaanvallei wordt beheerd door Mekorot, een Israëlisch bedrijf. Ze weigeren ons het recht op water: drinkwater, landbouwwater of wat voor water dan ook.
Zonder toegang tot waterbronnen lijden we echt. We hebben hier veel water, maar dat is in handen van de Israëlische regering en soldaten en zij verbieden ons het te gebruiken. Ze creëerden een systeem van waterapartheid en onze gemeenschap, boeren en families wordt niet eens drinkwater toegestaan.
Een paar dagen geleden kwamen Israëlische soldaten naar Bardala en vernielden onze waterleiding, waardoor het dorp en de boeren zonder water kwamen te zitten. Water is dus de grootste uitdaging, maar daarnaast is het ook moeilijk om onze producten te exporteren. We hebben geen echte grens: die wordt door Israël gecontroleerd en ze vragen er veel belasting. Daarbij zijn er checkpoints in de Jordaanvallei. Als ik mijn producten naar de belangrijkste markt op de Westelijke Jordaanoever wil sturen, moet ik langs minstens een of tweecheckpoints, wat uren wachten kan betekenen. Landbouw bedrijven tijdens deze bezetting is heel, heel moeilijk.
Je zegt dat soldaten afgelopen week de waterleiding van Bardala hebben vernield. Gebeurt dat vaker?
Bardala is een bijzonder verhaal. Voor 1967 groef een Jordaans bedrijf een waterput, die ons zo’n 250 kuub water per uur opleverde. Het aantal inwoners lag toen rond de 300, dus er was genoeg water voor het hele dorp.
Na de oorlog verzette Bardala zich en daarom groef Mekorot in 1971 drie waterputten in het centrum van ons dorp. Later lieten ze de leider van ons dorp een document tekenen dat het gebruik van onze eigen waterput zou stoppen. In ruil daarvoor zouden ze ons gratis water geven, zeiden ze. Aanvankelijk deden ze dat ook, maar in 1996 gaven ze er steeds minder en minder van vrij. Ze gebruiken water als een strategie en beleid om onze economie te vernielen en onze inwoners uit de Jordaanvallei te drijven. De drie waterputten die de Israëli’s in ons dorp hebben gebouwd, leveren hen 1000 kuub water per uur op. Dat is veel water en genoeg voor alle inwoners, zowel Israëliërs als Palestijnen.
De Israëlische putten en de waterleiding die het water van ons dorp naar de Israëlische kolonie leiden, lopen door ons dorp en onder onze huizen door, dus de makkelijkste oplossing is om onze leiding op de Israëlische aan te sluiten. Maar iedere maand komen Israëlische soldaten met bulldozers en werknemers van Mekorot – soms sluiten ze de hoofdweg af die toegang tot ons dorp biedt – en beginnen met graven. Als ze onze waterleiding vinden, vernietigen ze die.
Soms nemen ze de pijpleiding in beslag, soms vernietigen ze hem, laten hem gewoon achter in het dorp en dichten de gaten in hun eigen leiding waar we de onze op aansloten. Maar de enige manier om te overleven en weerstand te bieden is om wat water terug te winnen voor onze burgers, die lijden.
Je vertelde me dat de situatie voor landarbeiders sinds 7 oktober erg verslechterd is. Kun je daar meer over zeggen?
De situatie is nijpend voor werkers die in Israël of in een Israëlische kolonie op de Westelijke Jordaanoever werken. Het gaat in totaal om zo’n 200.000 werkers en veel van hen werden na 7 oktober vastgehouden en vervolgens uitgezet. Het was het zwaarst voor de mensen uit Gaza, die naar de Westelijke Jordaanoever werden verbannen in plaats van terug te mogen keren naar Gaza. We hebben het over duizenden mensen die hier geen huis of familie hebben en nergens heen kunnen en de meesten van hen hebben hun laatste loon niet eens ontvangen. Israël heeft ze verblijfplaats noch geld gegeven.
Als vakbond in het gouvernement Tubas hebben we huisvesting, voedsel en geld voor hen geregeld. Israël bekommert zich niet om hen. Een aantal werd midden in de nacht vrijgelaten op de weg vlakbij het belangrijkste Israëlische cheickpoint. Dit zijn mensen die het gebied niet kennen en er geen vrienden hebben. Sommigen probeerden zich te verbergen in de buurt van de weg omdat ze bang waren voor aanvallen van kolonisten of andere aanvallen. Ze mochten niet eens gebruik maken van een advocaat of bellen naar hun familie om uit te leggen wat er was gebeurd.
Dus duizenden werkers uit Gaza werden uit Israëlische gevangenschap vrijgelaten op de Westelijke Jordaanoever en mogen niet terug naar Gaza?
De meesten zijn nu nog op de Westelijke Jordaanoever. Gaza wordt nog steeds gebombardeerd en er is geen manier om binnen te komen of terug te keren. Het is ook heel gevaarlijk om terug te gaan. In mijn stad zijn vijftig van deze werkers. Als vakbond hebben we ze zo’n zes huizen gegeven en geconstateerd wat ze nodig hebben: water, elektriciteit, eten, enzovoort. En sommige gezinnen hebben hen ook gesteund door geld en voedsel in te zamelen. We hebben geregeld dat een aantal van hen ook kan werken, wat betekent dat ze niet veel ondersteuning nodig hebben. De meesten kregen hun laatste maand salaris niet toen Israël hen eruit schopte.
Met behulp van onze advocaten zijn we een aantal rechtszaken begonnen om wat van hun geld voor hen terug te winnen, zoals hun goed recht is. Sommigen zijn ziek en hebben we naar dokters of een ziekenhuis gebracht. Veel van de arbeiders die werkten in Israëlische kolonies op de Westelijke Jordaanoever hadden al een zwaar leven voor de oorlog. Ze werden 80 tot 100 shekels per dag betaald, wat niet genoeg is om een gezin te onderhouden. De Israëlische arbeidswet schrijft een minimumloon voor van 30 shekels per uur, maar ze ontvingen veel minder dan dat.
Het is moeilijk om werk te vinden voor deze ontheemden op de Westelijke Jordaanoever omdat het om zoveel mensen gaat. Van ons land is 65 procent in de handen van Israël en we mogen geen water bezitten of huizen of fabrieken bouwen. We kunnen niet eens bij ons land komen. De enige oplossing was om in de Israëlische kolonie te werken – daar heeft Israël voor gezorgd door het land en het water in bezit te nemen. Als we het hebben over onze eigen autoriteiten, het Ministerie van Arbeid of wat dan ook, dan hebben we het eigenlijk over gezag onder bezetting, wat gezag zonder gezag is.
Je beschrijft de Palestijnse autoriteiten als ‘gezag zonder autoriteit’. Wens je dat ze iets zouden ondernemen om de huidige situatie te verbeteren?
We wensen veel. En we wensen niet alleen veel van onze autoriteiten, want we hebben ook niet genoeg internationale politieke steun van het westen: de Verenigde Staten, Engeland, Europa. Als zij het einde van de bezetting van het gebied van 1967 steunden, zouden onze autoriteiten een kans hebben om oplossingen voor ons lijden te implementeren. Maar we hebben het nog steeds over gezag onder bezetting.
Ik geloof als Palestijn niet dat dit het probleem van de Palestijnen is. We zijn bezet en waarom zijn we bezet? Ik geloof niet dat de Verenigde Staten en de hele westerse wereld democratie kennen. Als ze democratisch waren, waarom zouden ze dan zwijgen over wat hier gebeurt? Waarom sturen ze nog steeds militaire hulp naar de Israëlische regering terwijl ze zien wat Israël doet, namelijk genocide en andere misdaden plegen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever en de Jordaanvallei?
Hier op de Westelijke Jordaanoever is sprake van waterapartheid. Hoe kan de internationale gemeenschap spreken van vrede en democratie en tegelijkertijd nog steeds Israël steunen? Hoe kunnen we spreken van vrede en democratie terwijl meer dan twee miljoen mensen in Gaza geen voedsel en water hebben? Wat er gebeurde op 7 oktober is niet het hele verhaal. De geschiedenis loopt van ‘48 tot ‘67 tot nu en zo veel regeringen in de wereld steunen Israël nog steeds. We beginnen de laatste twee maanden wat verandering op te merken nu sommige landen hun militaire steun staken en ik hoop dat we nog meer verandering gaan zien.
Is er iets dat je zou willen zeggen tegen werkers in de Verenigde Staten?
Alle werkers zouden dezelfde rechten en vrijheden moeten bezitten, of ze nu in de Verenigde Staten of in het Midden-Oosten werken. We moeten ons verenigen om een wereld te scheppen met een echte democratie, met rechtvaardige levens en volwaardige rechten. Ik hoop dat werkers en alle mensen in de Verenigde Staten besluiten om zich in te zetten voor vrijheid in de wereld, om een einde te maken aan de verkeerde beslissing van de Verenigde Staten om de Israëlische bezetting te steunen.
Ik hoop dat ze hun regering kunnen bewegen om voor vrede te zorgen in het Midden-Oosten, niet alleen voor de Palestijnen. De Verenigde Staten proberen macht over de hele wereld uit te oefenen en dat doen ze door Israël te steunen. Ze geloven dat ze hun macht kunnen behouden door totale controle te hebben in het Midden-Oosten. Maar dat houden ze niet eeuwig vol.
Kun je me meer vertellen over de vakbond waar je voorzitter van bent, de Unie van Publieke Instellingen voor Boeren?
We hebben deze bond in 2016 opgericht in het noorden van de Jordaanvallei en duizenden landarbeiders zijn lid. In het gebied van het gouvernement Tubar tellen we ongeveer 4.000 boeren. We horen niet bij een bepaalde politieke partij; we horen alleen bij onze werkers en we vechten voor de rechten van de boeren.
We hebben gratis ziektekostenverzekering voor onze leden bemachtigd waardoor iedere landarbeider nu een gratis ziektekostenverzekering kan krijgen. Met onze advocaten zijn we rechtszaken begonnen in Israëlische rechtbanken om te vechten voor onderbetaalde arbeiders. We zorgen ook voor meer olijfbomen voor de boeren en bezitten een truck die producten van de boerderijen naar de markt brengt. Daarnaast organiseren we workshops over de rechten en veiligheid van arbeiders.
Denk je dat er nog iets is wat de mensen in de Verenigde Staten moeten weten over de huidige situatie van de boeren op de Westelijke Jordaanoever?
We zien in de media veel demonstraties uit solidariteit met de Palestijnen en we waarderen deze solidariteit en steun echt. We hopen dat mensen zullen blijven opkomen voor onze vrijheid en onze rechten.
Ik zou de Amerikaanse bevolking ook willen vragen om, als ze dat kunnen, hiernaartoe te komen en de levensomstandigheden te zien. Het leven is heel zwaar, maar tegelijkertijd zijn de mensen in ons gebied vriendelijk en het gebied zelf is prachtig. Onze vrijheid is de vrijheid van de wereld en daarom is internationale solidariteit zo belangrijk. We willen vrijheid voor arbeiders, vrijheid voor mensen, vrijheid om in een echt veilige wereld te leven zonder oorlog en bombardementen en moord.
Rashid Khudari is voorzitter van de Unie van Publieke Instellingen voor Boeren, dat deel uitmaakt van de Palestijnse Nieuwe Federatie van Vakbonden. Hij woont in Bardala in de noordelijke Jordaanvallei van de Westelijke Jordaanoever.
Alex N. Press is redacteur van de Amerikaanse Jacobin en schrijft over arbeidsorganisatie.
Vertaling: Lisa Rooijackers