Veroordeling Acid legt opnieuw klassenjustitie in België bloot

Het Reuzegomproces leert ons dat klassenjustitie een taboe is in België. Nochtans leert het tragische verhaal van Sanda Dia ons dat klassenmechanismen doorsijpelen in alle lagen van de maatschappij. De veroordeling van influencer Acid was daar het zoveelste bewijs van.
Muurschildering voor Sanda Dia in Leuven. Foto: Sidney Cortez, Wikimedia Commons.

Jacobin #2
komt uit.
Abonneer je voor €30 en we sturen hem op.

Op 7 december 2018 stierf Sanda Dia ten gevolge van de mensonterende Reuzegomdoop. Dooprituelen zijn vergelijkbaar met wat bij veel Nederlandse studentenverenigingen de ontgroening is. Geregeld komen er mensen bij om. De Reuzegommers werden voor de rechter gedaagd en in juni 2023 werd het vonnis geveld: de Reuzegommers kregen een werkstraf van maximaal 300 uur en een boete van maximaal 400 euro. Ook moesten ze samen 15.000 euro aan de familie van Sanda Dia overmaken. Vlak voor die veroordeling uitte de vader van Sanda Dia zijn gevoel als volgt: ‘Ik heb wel het gevoel dat er een soort klassenjustitie speelt. Dat de zonen van advocaten, ondernemers en een rechter zwaarder doorwegen dan de zoon van een arbeider van allochtone afkomst.’ Hij slaat hiermee de spijker op de kop.

Juridisch gezien verliep alles correct. Waarom kwamen er dan zoveel mensen kwaad de straat op? De vele protesten waren niet gericht tegen de rechters en de vele kritieken gingen niet over hun bekwaamheid om de regels en wetten correct toe te passen in de rechtbank. Ze gingen erover dat Sanda’s verhaal pijnlijk herkenbaar is voor iedereen die al eens met klassenjustitie in aanraking is gekomen.

Klassenjustitie houdt in dat wie niet tot de heersende klasse behoort, benadeeld, en wie daar wel toe behoort, bevoordeeld wordt. In een klassenmaatschappij sijpelen klassenmechanismen overal door: in ons land België is dat niet anders. Klassenjustitie gaat verder dan het oordeel in de rechtbank en is te zien in alle lagen van dit proces – en van de samenleving. Het begint al met wie de wetten en hun inhoud schrijft en werkt vervolgens door in de handelswijze van de politie, de rol van de onderzoeksrechters, het justitieel apparaat en het proces zelf, en de rol van de media.

Afgelopen week werd dat nog eens pijnlijk bevestigd, toen influencer Nathan ‘Acid’ Vandergunst werd veroordeeld omdat hij de namen van de Reuzegommers die bij de doop betrokken waren – namen die overigens al geruime tijd op het internet circuleerden – bekend maakte in een van zijn video’s. Acid’s actie leidde niet tot iemands dood. Wat hem vooral kwalijk werd genomen was dat er ook twee namen tussen zaten van studenten die niet fysiek aanwezig waren bij de doop, al hadden ze wel volop berichten gestuurd in de groepsapp. Acid werd veroordeeld tot drie maanden voorwaardelijke celstraf, een schadevergoeding van 20.000 euro en een boete van 800 euro.

Sterk tegen de zwakke en zwak tegen de sterke

‘Het is fictie te denken dat er in België geen klassenjustitie zou bestaan’, legt Mieke Van Laer, advocate van Progress Lawyers Network, uit. Ze geeft verschillende voorbeelden. Neem het opstellen van wetgeving. De Belgische Afkoopwet is zo opgesteld dat de vervolging door justitie in geval van een fiscaal misdrijf afgekocht kan worden in overleg met het parket; het strafblad blijft blanco. Onze wetten zijn gemaakt ten dienste van het soort mensen dat hen heeft opgesteld. Over de wetten en regels in onze samenleving wordt gestemd door parlementen waarin arbeiders enorm ondervertegenwoordigd zijn. Dat proces bevestigt en versterkt dus de bestaande maatschappelijke machtsverhoudingen.

Klassenjustitie gaat verder dan het oordeel in de rechtbank en is te zien in alle lagen van dit proces – en van de samenleving. Het begint al met wie de wetten en hun inhoud schrijft

Neem ook de rechtspraak. Bij gedaagden is er een gigantisch contrast tussen de ervaring van iemand uit een hogere sociale klasse en iemand uit een lagere sociale klasse. De gratis rechtsbijstand voor mensen die zich geen advocaat kunnen veroorloven, is van lage kwaliteit en is soms pas aan de orde in een latere fase. Rijke mensen hebben meer toegang tot verschillende advocaten en experts en kunnen veel geld steken in het rekken van een proces.

Bij de politie zien we etnische of sociale profilering. Ook zien we een verschil in wie er wordt gecontroleerd, evenals verschillen in hoe intensief sommige misdaden worden onderzocht.

Ten slotte zien we verschillen in het oordeel van de media. Zij schilderen arme en rijke daders niet op dezelfde manier af. Zo werden de Reuzegommers in de pers niet Jef J. of Alexander G. genoemd, zoals gebruikelijk is bij verdachten, maar werden ze amicaal aangeduid als ‘Zaadje’ of ‘Janker’, zoals hun bijnamen in Reuzegom luidden. Als je weet dat de media in Vlaanderen bijna volledig gecontroleerd worden door de rijkste families, verbaast dat ergens niet.

Een gestoord bruut jaar

Een aantal dingen in de zaak-Reuzegom zijn opvallend. Dat begint al bij Sanda’s levensverhaal zelf. ‘Hij zag Leuven eerder als een “werkplek”, waar hij zijn diploma ging halen om daarna carrière te maken’, vertelt zijn vader Ousmane. ‘Dat is allicht ook de reden waarom hij bij die club is gegaan: hij dacht dat hij later op die jongens – allemaal zonen van gegoede en invloedrijke burgers – zou kunnen rekenen om vooruit te raken in het leven.’ Hij wist, als zoon van een in een DAF-fabriek werkzame Senegalese arbeidsmigrant, dat hij harder zou moeten werken om hogerop te raken in de maatschappij. ‘Hij redeneerde: de ouders van die mannen hebben zotte jobs; het is ons-kent-ons. Sanda zocht naar connecties, omdat hij wist dat onze maatschappij zo in elkaar zit’, vertelt zijn broer Seydou.

Hiertegenover staan de Reuzegommers, met een ingebouwde arrogantie en minachting ten opzichte van de arbeidersklasse en mensen met migratieroots. Ze behoren tot de zelfverklaarde (potentiële) Vlaamse elite en dragen een cultuur mee van superioriteitsdenken en machtsmisbruik, zo blijkt uit eerdere jaren. Tijdens het proces kwamen talloze voorvallen uit het verleden naar buiten die duidelijk wezen op hun gevoel van morele superioriteit en onaantastbaarheid.

Er verschenen trotse foto’s van Reuzegommers, poserend in outfits van de Ku Klux Klan, of verhalen over hoe ‘schachten’, kandidaatleden, brandende peuken moeten opeten en gewelddadig worden behandeld. Het wordt duidelijk in de speech van de kandidatuur van een van de ‘schachtentemmers’, later sleutelpersoon bij de fatale doop: ‘Ik wil er volgend jaar geen bruut jaar van maken, maar een gestoord bruut jaar. Vergis u niet, bovenal wil ik een mentor zijn voor onze potentiële elite.’ In zijn speech verwijst hij naar Hitler.

‘Verzachtende omstandigheden’

Terwijl Sanda in het ziekenhuis lag te sterven, wisten de Reuzegommers berichten van hun telefoon, zochten ze de duurste advocaten voor juridische bijstand en overlegden ze over de volgende stappen. Ze werden, in tegenstelling tot bij veel andere zaken, niet in voorhechtenis genomen. De expertise van hun topadvocaten zorgde ervoor dat het proces meer dan vier jaar duurde. Ze lieten allerlei onderzoeksdaden uitvoeren om de zaak te rekken.

Dat had effect. De advocaat van een van de Reuzegommers getuigt dat een rijke cliënt veel beter te verdedigen valt, omdat er veel meer mogelijkheden zijn: ‘Je kunt om expertises vragen, en om tegenexpertises. Je kunt psychiaters aanstellen, en deskundigen inschakelen om de deskundigen van justitie te beoordelen.’ Dat het proces zo lang duurde werd in het arrest opgenomen als verzachtende omstandigheid. De rechter oordeelde onder andere op basis van het ‘tijdsverloop sedert de feiten’.

In het arrest wordt ook de berichtgeving in de media genoemd als factor voor de verminderde straf. Hoewel de zaak druk besproken werd in de pers, werden de namen van de Reuzegommers geen enkele keer genoemd. In elke andere vergelijkbare berichtgeving worden de namen meteen gegeven. Amir Bachrouri, voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad, de officiële adviesraad van de Vlaamse regering voor kinderen en jongeren, werd met naam en foto gepubliceerd toen er in zijn ouderlijk huis cocaïne gevonden werd. Zelf had hij niets met de drugs te maken en wist hij van niets, wat later ook bewezen werd. Toch werden zijn foto en privéleven breed verspreid, terwijl men over de Reuzegommers strikt anoniem bleef. Het contrast in de behandeling is groot.

Ze werden, in tegenstelling tot bij veel andere zaken, niet in voorhechtenis genomen. De expertise van hun topadvocaten zorgde ervoor dat het proces meer dan vier jaar duurde.

Niet alleen de milde boete en taakstraf wringen; hun strafbladen bleven ook nog eens blanco. Al verschijnen boetes normaliter wel op het strafblad en mogen die volgens het arrest niet worden losgekoppeld van de werkstraffen, werd er nu besloten van de werkstraf de hoofdstraf te maken. Aangezien de andere straffen de hoofdstraf volgen, is de boete nooit verschenen. Die beslissing is vreemd en het maakt het contrast alleen maar groter met Acid, die wel met een strafblad door het leven zal moeten.

Elf van de achttien Reuzegommers hebben sinds de fatale doop hun diploma gehaald, de meesten daarvan afgestudeerd aan de KULeuven. Eind augustus van dit jaar mocht de toenmalige praeses van de studentenvereniging aan zijn doctoraat aan de UGent beginnen. Zou iemand met een andere achtergrond, die dezelfde misdaad beging, ook dezelfde kansen gekregen hebben? In Wallonië krijgt een man een gevangenisstraf van tien maanden nadat hij een storing aan de betaalautomaat ontdekte, en zo maandenlang gratis tankte. Dit jaar werden veertien klimaatactivisten schuldig bevonden door de rechtbank, na een geweldloze actie. Ze werden na de arrestatie, in tegenstelling tot de Reuzegommers, wel 48 uur in voorhechtenis gehouden, het wettelijk toegestane maximum.

Een tijd geleden werden vakbondsleiders Bruno Verlaeckt en Thierry Bodson vanwege een staking veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen en boetes. Het recht op staken en de hele vakbondsbeweging werden zelfs bedreigd door het wetsontwerp van de liberale voormalig minister van Justitie, Vincent van Quickenborne, dat door een protestverbod het demonstratierecht bedreigt. Wanneer de werkende klasse zich mobiliseert, wordt ze gecriminaliseerd en aangevallen. Wanneer de rijken op de universiteit iemand mishandelen met de dood als gevolg, mogen ze beginnen aan hun doctoraat.

Het establishment en de elite verdedigen dezelfde belangen

Het zijn deze feiten die aantonen dat we met een geval van klassenjustitie te maken hebben. Op hetzelfde moment zien we dat er een gedeelde mening heerst bij veel rechtse politici, bedrijfsmannen, juristen, enzovoort: dat het niet aan de rest van de mensen is, die niets te maken hebben met deze zaak, om er een mening over te vormen. Met andere woorden: stop met kritisch nadenken over hoe onze justitie in elkaar zit.

Onze voormalige minister van Justitie, Van Quickenborne, beweert dat, ‘of de straffen nu te zwaar of te licht zijn, arrogantie niet strafbaar is’. N-VA voorzitter Bart De Wever vindt dat dit het oordeel van de rechtsstaat is, en dat politici zich daarbij neer moeten leggen, en erover moeten zwijgen. Federaal procureur Frédéric Van Leeuw schrijft op Twitter: ‘Justitie wordt ervan beschuldigd een klasse te zijn. Wij hebben altijd ongelijk. Afstand nemen van media en populaire emotie vormen net de garantie voor een zekere menselijkheid. TikTok-rechters, dat is het Wilde Westen.’ Vanuit het establishment komt dus een duidelijke boodschap: leg jullie allemaal neer bij het status quo en laat de dingen gebeuren op de manier die daarvoor voorzien werd.

Feit blijft dat de bedrijfswereld, politieke wereld en juridische wereld nauw met elkaar verbonden zijn. Ralph Miliband, socioloog en een van de bekendste academische marxisten van zijn generatie, beschrijft het probleem in zijn boek The State in Capitalist Society. De politieke en economische elite – de staat en de rijken – zijn direct met elkaar verweven. Ze zitten allemaal in hetzelfde netwerk: ze gaan naar dezelfde scholen, zitten in dezelfde clubs, kennen dezelfde mensen. In het Verenigd Koninkrijk heb je de Bullingdon Club, aan de universiteit van Oxford. Daarin zaten onder anderen Boris Johnson, David Cameron, de kleinzoon van Winston Churchill en een waslijst aan andere politici, bedrijfsmannen en mannen van de adel. Ze staan bekend als een club vervuld van seksisme, geweld, racisme en machtsmisbruik – vaardigheden die, en dit geldt blijkbaar ook voor onze samenleving, de sleutel zijn om toe te treden tot de elite. Met andere woorden: door een sociologisch mechanisme denken de rijken dat ze onaantastbaar zijn en komen ze, met het juiste netwerk en de juiste middelen, effectief sneller weg met hun wandaden.

Ook Reuzegom was op die manier een club om de rijke Vlaamse elite te trainen meedogenloos te handelen.

Met Reuzegom is het niet anders: ex-leden hebben belangrijke posities als advocaten, politici of bedrijfsvoerders. De zoon van de Antwerpse provinciegouverneur Cathy Berx zat bij Reuzegom tijdens de periode van de gepleegde feiten. Het onderzoek van de rechtszaak is zelfs een tijd verplaatst naar Hasselt, omdat een moeder van een Reuzegommer in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen werkte, waar het normaal behandeld zou worden. De ouders van de Reuzegommers hebben veel invloed en kennen de juiste mensen, waardoor ze de beste advocaten van het land konden betalen. Ook Reuzegom was op die manier een club om de rijke Vlaamse elite te trainen meedogenloos te handelen. We zien dezelfde sociologische mechanismen die Miliband beschrijft.

Met de veroordeling van Acid opent het debat over klassenjustitie in de media zich opnieuw. Enkele dagen geleden kwam er een interview in Knack uit met Ousmane Dia, Sanda’s vader. Hij getuigt: ‘Reuzegom is een idee, en dat idee leeft nog altijd. De mensen die dat idee hebben uitgewerkt, voelden zich superieur en hebben ook hun kinderen ingeprent dat ze meer waard zijn dan anderen.’ Hij vertelt over hoe hij hoopt dat de dood van Sanda de samenleving kan veranderen.

Het ‘idee van Reuzegom’ zien we terug in elke laag van onze elitaire samenleving. Het ontbinden van Reuzegom heeft dat idee niet doodgemaakt. We moeten klassenjustitie blijven aankaarten in de maatschappij. Wat we nodig hebben, is precies de verandering waarover Ousmane Dia spreekt.

Isa Tomasevic is actief bij Comac VUB en student wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit Brussel.


Eliza Plesea is student rechten aan de Vrije Universiteit Brussel.

Beide auteurs waren ook mede-organisatoren van de ‘Justice for Sanda Dia’-acties in Brussel.

Dit is een bewerkte en geactualiseerde versie van een stuk dat op 7 december 2023 op LAVA verscheen.

Steun de groei van het socialisme in Nederland

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier