Search
Close this search box.

Na twee jaar oorlog in Oekraïne, heeft Europa nog steeds geen strategie

Op 1 februari hebben de Europese leiders nog eens 50 miljard euro vrijgemaakt voor Oekraïne. Het geld is een reddingsboei voor het Oekraïense leger, maar de afnemende steun van de VS en de patstelling aan het front tasten Europa’s betrokkenheid bij Oekraïne aan.
Oekraïense krijgsgevangen worden vrijgelaten tijdens een gevangenenruil, 3 januari 2024. Bron: Nationale Garde van Oekraïne, Wikimedia Commons.

Jacobin #1 over Zorgen komt uit.
Abonneer je voor €30 en ontvang hem in Mei.

Na de afgelopen weken de druk op Hongarije te hebben opgevoerd, hebben de Europese leiders premier Viktor Orbán ervan overtuigd dat hij moet stoppen met het blokkeren van de cruciale aanvullende steun voor de oorlogsinspanningen in Oekraïne. De overeenkomst kwam tot stand tijdens een bijeenkomst van de Europese Raad in Brussel op 1 februari, waar de regeringsleiders van de Europese Unie het eens werden over een steunpakket van 50 miljard euro dat vier jaar lang als reddingsboei voor Oekraïne moet dienen.

Nu het conflict tussen Rusland en Oekraïne de afgelopen maanden is uitgegroeid tot een haast uitzichtloze uitputtingsslag, lijkt de steun voor Kiev vanuit de Verenigde Staten en Europa steeds fragieler te worden. In Washington is de financiering van Oekraïne verstrikt geraakt in de pogingen van de Republikeinen om van de Democraten en de regering Biden grote concessies te eisen op het gebied van immigratie. In het EU-debat werd Oekraïne ook een onderhandelingstroef. De extreemrechtse regering van Orbán, die voor haar aanvallen op het maatschappelijk middenveld en de rechterlijke macht een reeks fiscale sancties uit Brussel kreeg opgelegd, zocht wanhopig naar middelen om druk uit te oefenen op de plannenmakers van de EU die probeerden om de bevroren EU-fondsen die eerst bestemd waren voor Hongarije in te zetten voor de nieuwe EU-stimuleringspakketten.

De laatste keer dat de Europese Raad bijeenkwam om de financiering van Oekraïne te bespreken was in december, toen hield Hongarije een overeenkomst tegen. Dit gebeurde ondanks het besluit van de Raaad om 10 miljard euro vrij te maken voor Boedapest, zogenaamd omdat Orbán vooruitgang had geboekt bij het inwilligen van de EU-eisen voor liberale politieke hervormingen. Het was niet moeilijk om te zien dat geopolitieke prioriteiten de bezorgdheid over de rechtsstaat overvleugelden. Deze handreiking van de Europese Commissie diende echter alleen om te voorkomen dat Hongarije zijn veto zou uitspreken als er over Oekraïnes EU kandidaat-lidmaatschap zou worden gestemd. Orbán verliet de zaal tijdens de eindtelling en onthield zich effectief van de stemming die hij anders als lidstaat had kunnen vetoën.

In de aanloop naar de vergadering van donderdag hadden EU-functionarissen gedreigd met drastische vergeldingsmaatregelen tegen Hongarije als het land zou volharden in het blokkeren van een nieuw Europees steunpakket dat unanieme goedkeuring vereiste. Volgens de Financial Times maakten ambtenaren van de Commissie plannen om een run op de Hongaarse munt, de forint, uit te lokken. Orbán wees eerst wat hij ‘chantage’ uit Brussel noemde van de hand, maar die dreigementen lijken succes te hebben gehad. De Hongaarse premier bleef bij de minder ambitieuze eis om jaarlijks te stemmen over het financieringspakket voor Oekraïne. In het uiteindelijke akkoord dat op 1 februari naar buiten kwam, werd dit teruggebracht tot een jaarlijks debat met de mogelijkheid voor een inhoudelijke herziening na twee jaar.

Oekraïens vagevuur

Het veiligstellen van financiering voor Oekraïne door de EU zou reden tot opluchting moeten zijn. Er valt veel te zeggen over de diepere oorzaken die Ruslands grootschalige invasie mogelijk maakte, maar de oorlog in Oekraïne (sinds 2014, en vooral sinds hij vanaf februari 2022 de volle aandacht van Europa en de Verenigde Staten trok) is beslist defensief, en voorkomt een herordening van de grenzen door Russische tanks. De hulp die al is geleverd, heeft de ineenstorting van Oekraïne ten overstaan van een buitenlandse invasie helpen voorkomen. Het veiligstellen van een financieringspakket voor vier jaar zal die steun beschermen tegen de politieke wisselvalligheden van een EU die van crisis naar crisis hobbelt.

Maar nog een ronde om de verdediging van Oekraïne te ondersteunen zal de opvallende afwezigheid van een serieus strategisch debat over waar dit conflict heen gaat, en wat er van Europa’s investering erin verwacht mag worden, niet goedmaken. In plaats daarvan wordt er veel op de borst geklopt en met het vingertje gewezen – zowel naar Orbán, die als de Vladimir Poetin van de EU gezien wordt, of naar iedereen die zich laat verleiden tot zogenaamde ‘Oekraïne-moeheid’.

In het openbaar hebben de voorstanders van Oekraïne er lang op gehamerd dat, wanneer ze uiteindelijk gehouden worden, alleen Kiev zal beslissen over de voorwaarden en inhoud van de onderhandelingen met Rusland. De EU-machten zijn geenszins medespelers in dit conflict, ook al hebben ze van de zelfverdediging van Oekraïne hun eigen nationale belang gemaakt. Maar door hun substantiële steun zouden ze op zijn minst moeten bespreken wat er van hun betrokkenheid bij het conflict verwacht of gehoopt kan worden. Alleen is er na twee jaar oorlog nergens in de mainstream berichtgeving en het politieke debat iets te vinden waarin een mogelijk concept voor een overeenkomst wordt geschetst.

Europese steun zal een verdere Russische opmars helpen tegenhouden. Toch was het grotendeels niet in staat om het conflict wezenlijk te keren.

‘We roepen vrienden en partners van Oekraïne op om zich opnieuw te committeren aan duurzame langetermijnsteun voor Oekraïne als een gezamenlijke Europese verantwoordelijkheid,’ schreven vijf regeringsleiders van de EU, onder wie de Duitse kanselier Olaf Scholz, in een openbare brief aan de vooravond van de bijeenkomst van de Raad van de EU in Brussel. ‘Rusland wacht op niemand en we moeten nu handelen. Als Oekraïne verliest, zullen de langetermijngevolgen en -kosten voor ons allemaal veel hoger zijn.’

Het steunpakket waartoe op 1 februari is besloten, is ongetwijfeld cruciaal om Oekraïne te helpen om dit conflict niet te verliezen. Europese – en mogelijk Amerikaanse – steun zal een verdere Russische opmars helpen tegenhouden. Toch was het grotendeels niet in staat om het conflict wezenlijk te keren. Het wordt nu steeds onduidelijker hoe een Oekraïense overwinning eruit zou kunnen zien. Zoals de opperbevelhebber van het Oekraïense leger, Valerij Zaloezjnyj, in november tegen de Economist zei, is de oorlog in een ‘patstelling‘ beland. Zaloezjnyj zou volgens geruchten als gevolg van zijn verzuurde relatie met president Volodymyr Zelensky mogelijk uit zijn functie worden ontheven.

Toen ik afgelopen winter rond deze tijd sprak met de doorgewinterde Franse expert op het gebied van internationale betrekkingen Bertrand Badie, stelde hij dat het eerste jaar van de oorlog en de mislukking van Ruslands aanvankelijke blitzkrieg lieten zien wat de grenzen zijn van militaire macht om concrete politieke doelen te bereiken. Een jaar later bieden deze observaties nuttige lessen over de teleurstellingen van Oekraïnes eigen tegenoffensief – en voorzichtigheid voor degenen die van de huidige en toekomstige steunpakketten maximale resultaten verwachten. Sinds de laatste grote successen van Oekraïne eind 2022, toen het gedemoraliseerde Russische leger zich terugtrok uit Charkhiv in het noordoosten of Cherson in het zuidwesten, zit het conflict grotendeels vast. Maandenlang zijn de verslagen van het Oekraïense offensief, of de incidentele Russische tegenmanoeuvre, gemeten in honderden meters land die door beide partijen door middel van een brute loopgravenoorlog zijn ingenomen.

Strategisch dwalen

Het strategisch dwalen van de EU is des te schokkender omdat de lidstaten al in november van dit jaar in een misschien nog groter isolement geraken. De plannenmakers in Brussel kunnen natuurlijk hopen dat de institutionele traagheid in het Pentagon en het ministerie van Buitenlandse Zaken elke Trumpiaanse wens om de steun van de VS aan Oekraïne in te trekken (en het conflict in één dag op te lossen, zoals de voormalige president beweerde) zal tegenhouden. Maar deze berekeningen zijn op veel wishful thinking gebaseerd. Dat het zeer zeker mogelijk is dat Donald Trump weer aan de macht komt doet ernstige twijfels rijzen over de voortzetting van de Amerikaanse steun aan Oekraïne. En Europa heeft een gevaarlijk tekort aan partners elders.

Want de wankelende interesse en betrokkenheid van de VS is slechts één onderdeel van de provincialisering van de Russisch-Oekraïense oorlog. En dat is misschien wel de grootste winst die Vladimir Poetin sinds februari 2022 heeft behaald. De Europeanen hebben hier ook schuld aan. Afgezien van het controleren van een verdere Russische opmars, zal een daadwerkelijke regeling in het voordeel van Oekraïne alleen komen met intense diplomatieke druk van de wereld buiten Washington of de hoofdsteden van West-Europa – precies die actoren van wie Europa zich nog verder heeft geïsoleerd in de maanden sinds Israël zijn eigen grootschalige invasie van Gaza lanceerde.

Deze week kende eigenlijk twee financieringsdrama’s, die samen de incoherente opstelling van Europa perfect samenvatten. Voordat er een akkoord werd bereikt met Hongarije over de financiering van Oekraïne, trokken zogeheten verdedigers van het internationaal recht zoals Frankrijk, Duitsland en de EU de stekker uit de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen (UNRWA). Dit na beschuldigingen van Israël dat een handvol URWA-werknemers had deelgenomen aan de door Hamas geleide aanslagen van 7 oktober.

Europa’s pleidooi voor Oekraïne is gevoerd in naam van het internationaal recht, in verzet tegen een flagrant illegaal landjepik door Rusland. Maar die beweringen zijn aan dovemansoren gericht als mensen over de hele wereld kijken naar de holle en gedempte kritiek van de EU op de Israëlische oorlogsmisdaden. De hoorzittingen van het Internationaal Gerechtshof over de invasie van Rusland in Oekraïne werden door westerse leiders toegejuicht, terwijl Zuid-Afrika’s genocide-aanklacht tegen Israël op stijve en terughoudende reacties van Europa stuitte. In een mondiale situatie waarin ze niet langer in staat zijn om het door hen gewenste resultaat af te dwingen, kunnen Europeanen zich dergelijke inconsistenties niet langer veroorloven.

Harrison Stetler is freelance journalist en docent in Parijs.
Vertaling: Helmer Stoel

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier