Het is een bloedhete dag, dus de stuurgroep vergadert vandaag in het park om de agenda voor volgend academisch jaar bepalen. Gaan ze in de leesclub de memoires van Annie Romein-Verschoor lezen, of toch een revolutionaire voorhoede vormen om het studentenleven over te nemen? De Socialistische Studievereniging voor Geschiedenis ‘Jan Romein’ is opgericht in februari 2023. Op de website van de vereniging lees ik dat de oprichters mensen zijn die ‘op verschillende plekken in de arbeidersbeweging actief zijn.’ De vereniging komt voort uit het ideaal van de partijbeweging; een idee dat gangbaar was binnen vroeg-twintigste-eeuwse linkse partijen, onder invloed van denkers als Karl Kautsky. Kautsky meende dat een partij niet alleen een politieke, maar ook een culturele dimensie moet hebben: in alle aspecten van het dagelijks leven moet socialistische organisatie plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van vrijetijdsverenigingen en op het gebied van scholing en gezondheidszorg. (Een voorbeeld van een socialistische organisatie in de gezondheidszorg is Ons Medisch Centrum, de huisartsenpraktijk van de SP in Oss). Mensen kunnen zo op een laagdrempelige manier betrokken raken bij de socialistische politiek. Daarnaast kunnen mensen die in strijdgroepen en vakbonden actief zijn zich op die manier cultureel kunnen ontwikkelen binnen de infrastructuur van de beweging. SSVG Jan Romein is dus een stap op weg naar een roder studentenleven. Op een verdroogd grasveld tref ik een vijftal jongens, een zak chips, een ROOD-tasje en een stapel geschiedenisboeken op een picknickkleed: hier moet ik zijn.
Teun, Tim, Hidde, Jules en Rembrandt vormen de kern van SSVG Jan Romein, dat in totaal zo’n dertig leden kent. ‘Tijdens mijn studie Geschiedenis heb ik het engagement onder mijn medestudenten erg gemist,’ vertelt Teun. ‘De meeste studieverenigingen proberen zo af en toe de status quo uit te dagen, maar toch nooit helemaal echt. Zoals Jan Romein zelf zei: die neutrale blik, die schijnonpartijdigheid die historici vaak hebben, is eigenlijk vaak onverschilligheid. Wij vinden het belangrijk om linkse geschiedschrijving weer op de kaart te zetten en daarbij ook op een leuke manier studenten te betrekken, door politiek, studie en gezelligheid bij elkaar te brengen. Jan Romein is de aartsvader van de marxistische geschiedschrijving. Hij heeft de theoretische geschiedschrijving in Nederland geïntroduceerd. Een paar van ons zaten bij elkaar en hadden het half grappend, half serieus over hoe we meer mensen bij de socialistische politiek kunnen betrekken, mensen die misschien minder snel lid van een partij zouden worden. We zaten in een kroeg in de Amsterdamse Jordaan – we studeren niet allemaal in Amsterdam, ook niet allemaal geschiedenis – en dit kwam op tafel. Jan Romein, een mooi voorbeeld om onze studievereniging naar te vernoemen.’ Aldus geschiedde.
Jan Romein promoveerde in 1924 in Leiden bij de cultuurhistoricus Johan Huizinga. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij actief in het communistisch verzet, samen met zijn vrouw Annie Romein-Verschoor, met wie hij later verschillende boeken schreef. Het artikel ‘Dialectiek van de vooruitgang’ behoort tot zijn bekendste werken; hij introduceert hier ‘de wet van de remmende voorsprong.’ Eind jaren twintig stapte het echtpaar Romein uit de Communistische Partij Nederland, maar ze behielden hun openlijke sympathie voor socialistische en communistische politiek, hetgeen Jan Romein in het Koude Oorlogklimaat tot een controversieel figuur aan de universiteit maakte.
Sinds de oprichting in februari 2023 heeft SSVG Jan Romein niet stilgezeten. Tim somt op: ‘De Leidse historicus Bart van der Steen is langsgekomen voor onze oprichtingsborrel, hij heeft een lezing gegeven over socialisme en studentenverenigingen, we hebben een archiefexcursie naar het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis gedaan, we organiseren een maandelijkse borrel.’ Hidde vult aan: ‘We vinden het belangrijk dat iedereen die om ons heen hangt activiteiten kan voorstellen en dat we de geschiedenis vanuit verschillende hoeken benaderen – socialisme kun je breed trekken, van antikoloniale geschiedenis tot theorie.’
Jules is net als sommige andere leden actief binnen ROOD, de voormalige jongerenbeweging van de Socialistische Partij. In 2021, na enkele golven van royementen van de meer radicale leden, heeft de SP ROOD definitief afgestoten. Sindsdien gaat de vereniging door als een zelfstandige socialistische jongerenorganisatie. ‘SSVG Jan Romein is heel breed,’ vertelt Jules. ‘Wat ons betreft zijn mensen vanuit allerlei stromingen binnen het socialisme welkom. We proberen niet een heel specifieke lijn uit te stippelen, maar juist vanuit ideologische pluraliteit te werken; iedereen die geïnteresseerd is in links en geschiedenis is welkom. We hoeven ook geen socialistische voorhoede-organisatie te zijn.’ Alom gelach. ’Iets te hoog gegrepen!’
‘Als je een reformistisch socialist bent, ben je ook gewoon welkom.’
Toen ik iets meer dan tien jaar geleden in Amsterdam ging studeren, kon ik niet bij een socialistische studievereniging. Ik vraag me af of socialisme een beetje leeft onder studenten, in elk geval meer dan toen. Of blijft het een beetje gedoe in de marge? Jules: ‘In zekere zin opereren we natuurlijk wel in de marge. Maar ik denk dat je wel kunt stellen dat het socialisme aan een opmars bezig is onder jongeren. Tien, vijftien jaar geleden kon je als jong links mens misschien bij de Internationale Socialisten, ROOD bestond technisch gezien, maar was echt SP-junior. Nu is er veel meer. Media-initiatieven op socialistische grondslag, waar Jacobin Nederland een voorbeeld van is, dat soort dingen komen allemaal op: het socialisme wordt uit de put gehesen. En dat zoiets specifieks als een socialistische studievereniging voor historici kan bestaan, toont wel aan dat we het niet meer hebben over 50 socialisten in heel Nederland.’
‘Tijdens die eerste lezing van Bart van der Steen kwam Hidde ineens opdagen, die had ik nog nooit van m’n leven gezien,’ zegt Tim. Hidde grijnst. ’Ja, een vriend van me had een poster zien hangen, en die zei: dat is iets voor jou. Toen ben ik naar de oprichtingsborrel gegaan en blijven plakken. We hebben een lid die puur vanwege een sticker bij Jan Romein is gekomen.’ Om lid te worden hoef je overigens geen geschiedenisstudent te zijn, of zelfs universitair student: hbo- en mbo-studenten zijn ook vertegenwoordigd in de vereniging.
Tim denkt dat de opleving van links gedachtengoed ook echt te maken heeft met de verslechterde economische omstandigheden van jonge mensen. ‘Als je denkt aan de hoogte van het minimumjeugdloon, bijvoorbeeld. Deze zak chips en het potje dipsaus die nu voor ons liggen, daar moet een vijftienjarige een uur vakken voor vullen in de supermarkt. Dat stemt je wel tot nadenken, vroeg of laat kom je dan bij het socialisme uit. De woningnood is ook zoiets: het is voor studenten heel moeilijk om aan een kamer te komen, en als het je lukt, betaal je al gauw 700 euro per maand.’
Tegelijk beginnen we als maatschappij langzaam los te komen van de dogma’s van de Koude Oorlog, denkt Jules. ‘Je merkt dat de generatie van onze ouders bij het socialisme meteen denkt aan de Berlijnse muur en de Sovjet-Unie, maar bij mensen van onze leeftijd heb je dat helemaal niet.’ ‘Nee?’ Vraag ik verbaasd. ‘Krijg je niet meteen de Goelag in je gezicht gesmeten?’ ‘Nou ja, als je met een JOVD’er praat natuurlijk wel, maar de meesten zien socialisme niet als iets extreems.’
Vanmiddag worden onder meer de toekomstplannen van de jonge vereniging besproken. Teun licht een tipje van de sluier op: ‘We willen een plek creëren waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, maar waar ze zich ook professioneel verder kunnen ontwikkelen als historici. Dat willen we bijvoorbeeld doen door een eigen tijdschrift op te zetten, zodat historici in spe kunnen oefenen met publiceren. Zo’n tijdschrift is ook iets wat je in je handen kan houden, dus los van de activiteiten is dat voor mij een belangrijk doel.’
Jules: ‘Ik denk dat we vooral het culturele leven op de universiteit moeten veroveren. Wat de Activistenpartij aan de Universiteit van Amsterdam doet met het politieke studentenleven – hoe gaan we de universiteitspolitiek beïnvloeden – willen wij met het culturele leven doen. Om het weer een beetje historisch te maken: wat je zag bij het socialisme in de jaren 1910-1920 is dat dat culturele partijleven een enorme rol speelde in hoe mensen betrokken raakten bij de politiek. Ik denk dat we daar ook wel lessen uit kunnen trekken: ofwel het culturele studentenleven overnemen, ofwel een parallelle socialistische studentencultuur tegenover het bestaande studentenleven te zetten. Ik denk dat dat echt een gemis is om dat te laten gaan. Er zijn bibliotheken volgeschreven over hoe mensen betrokken raken bij het socialisme, maar ik denk dat het over het algemeen minder complex is: mensen komen bij sociale dingen binnenrollen. We willen mensen op een laagdrempelige manier met het socialisme laten kennismaken.’
Hannah van Binsbergen is hoofdredacteur van Jacobin Nederland.