Sally Rooney’s Intermezzo komt wel heel bekend voor

In Intermezzo, de nieuwste roman van Sally Rooney, passeren allerlei seksistische archetypen de revue die we al uit haar eerdere romans kennen.
De Nederlandse omslag van Intermezzo. (Ambo|Anthos)

Jacobin #1 is uit.
Abonneer je voor €30 en we sturen hem op.

Het zou makkelijk zijn geweest, een boek of twee geleden, om leeftijd of omstandigheden de schuld te geven: jonge schrijver, whizz kid, voormalig debatkampioen, schrijft telkens weer over dezelfde personages, waarschijnlijk losjes gebaseerd op haarzelf of haar vrienden. Daar zou ik niet zo’n punt van hebben gemaakt. Het zou wel iets hebben verklaard, een excuus voor het feit dat de romans zich min of meer blijven bewegen rond hetzelfde soort dynamieken tussen personages zonder daar echt iets over te zeggen. Als dat waar was, zou daaruit ook volgen dat ze het zou ontgroeien. Uiteindelijk worden we allemaal overvallen door het leven, zelfs schrijvers met bestsellers waar grote tv-series van gemaakt worden. En dan zouden zij, haar personages, het ook ontgroeid zijn. Maar de nieuwe roman van Sally Rooney, Intermezzo, wordt bevolkt door mensen die we al eerder hebben ontmoet.

Er is de ontevreden man van in de dertig die zich schuldig maakt aan slecht gedrag: Peter, een advocaat met ‘idealen’, gefrustreerd door en tegelijkertijd belust op de rijke levensstijl van zijn collega’s, verscheurd tussen zijn blijvende genegenheid voor zijn oude liefde Sylvia en zijn ongebreidelde lust voor zijn tien jaar jongere sexy vriendin Naomi, en dat alles terwijl hij rouwt om de dood van zijn vader. (Dit is ook min of meer Nick uit Gesprekken met vrienden, een acteur die in de schaduw leeft van zijn vrouw die succesvoller is en een affaire begint met de veel jongere Frances, en Simon, een adviseur voor een enigszins linkse regeringsgroep in Prachtige wereld, waar ben je, die verscheurd wordt tussen zijn verlangen naar zijn oude liefde Eileen en zijn toegewijd katholicisme).

Er is een vrouw van in de dertig wier moeizaam op gang gekomen volwassen leven berust op het wegwuiven van een fantasie: Margaret, die werkt bij een landelijk kunstcentrum en de minnares wordt van Peters jongere broer Ivan. (Melissa uit Gesprekken met vrienden, die met knarsende tanden de affaire van haar man accepteert en zelfs integreert in haar wereldbeeld; Connells moeder Lorraine in Normale mensen, die meer wegheeft van een heilige dan een mens; en de aspirant-schrijver-maar redacteur geworden Eileen in Prachtige wereld)

Er is de getroebleerde jongeman uit de arbeidersklasse, soms onbegrepen maar in wezen een goed mens – het is heel belangrijk dat we weten dat hij een goed mens is – zo niet geniaal: Ivan, die ook rouwt om zijn vader, wrok koestert over en het slachtoffer is (zij het meestal indirect) van zijn standaard succesvolle, knappe (maar niet zo goede) broer. (Dit archetype omvat de briljante schrijver Connell uit Normale mensen, evenals magazijnmedewerker Felix in Prachtige wereld).

Er is een zieke vrouw, gekweld en gevangen door haar eigen lichaam en geest, wier seksualiteit, die bepaald wordt door haar fysieke en mentale beperkingen, het onderwerp is van nauwkeurig onderzoek en de bron van relationele spanning met een man: Sylvia, Peters ex-vriendin en nu gewoon een vriendin, die hun relatie beëindigde nadat ze door een ongeluk niet meer in staat was om seks te hebben (Frances in Gesprekken met vrienden, wier affaire met Nick door haar endometriose soms minder broeierig wordt; Marianne in Normale mensen, die eerst geweld van haar familie moet verdragen en het daarna opzoekt bij haar minnaars; en Alice in Prachtige wereld, die aan het begin van de roman pas onlangs uit het ziekenhuis is ontslagen na een zenuwinzinking).

En er is een jonge vrouw, vaak brutaal, wier economische situatie vaak precair is, maar die uiteindelijk op de een of andere manier altijd op haar pootjes terechtkomt: Naomi, de 23-jarige vriendin van Peter die, zo wordt ons met toespelingen duidelijk gemaakt, ooit naaktfoto’s verkocht op het internet, illegaal een gebouw in Dublin kraakt totdat zij en haar vrienden bij een politie-inval eruit worden gegooid, en zo mooi is dat mensen over zichzelf struikelen als ze haar zien. (Zie: Bobbi in Gesprekken met vrienden.)

Alles wat de vrouwen van de mannen nodig hebben is liefde – of beter gezegd, alles wat de vrouwen nodig hebben is liefde van mannen.

Bepaalde dynamieken keren keer op keer terug: een vrouw die een mengeling ervaart van jaloezie en bewondering voor een andere vrouw; een man die heen en weer geslingerd wordt tussen zijn gevoelens voor een vrouw en een ander verlangen, wat ook gewoon een relatie met een andere vrouw kan zijn. Personages, van welk gender dan ook, die zich niet op hun gemak voelen in de buurt van mensen uit een andere sociaaleconomische klasse dan zij. Dit is waar Rooney zich mee bezig is gaan houden: het voorspelbare, ja zelfs voorgeschreven gedrag waar mensen in vervallen als gevolg van de sociale categorieën die hen zijn toegewezen: klasse, zeker, maar vooral en bovenal gender.

Hoewel Intermezzo vrij nauw gericht is op die gedragingen, is het boek uitbundiger dan Rooney’s eerdere werk: dikker, met meer stilistische variatie. De nauwgezette derde-persoonsvertelling die Peter volgt is staccato en uitzinnig; Ivan is koeler en op het komische af; Margaret is langzaam en weloverwogen. Er zijn bepaalde stilistische uitspattingen: zeven keer wordt een vrouw vergeleken met een bloem, vijf keer ‘hapt’ iemand naar adem terwijl die opgewonden raakt en twee keer worden borsten onder kasjmier wel heel gewaagd nauwkeurig beschreven. Veel van de handelingen voelen alsof ze al in de lucht hangen en het maakt niet echt uit wat er gebeurt of wat iemand doet; je kunt het einde al aanvoelen nog voor je halverwege bent. De spannendste momenten ontstaan in de handvol scènes met Ivan, Peter en hun moeder, maar Rooney vermijdt bijna methodisch om het familiedrama uit te diepen en leidt het verhaal altijd terug naar de liefdesaffaires.

We zouden die keuze kunnen lezen als een slimme weerspiegeling van de manier waarop de broers zelf hun verdriet uit de weg gaan. We kunnen het ook letterlijk nemen en concluderen dat Rooney gewoon meer geïnteresseerd is in romantiek dan in wat dan ook. Per slot van rekening draaien al haar romans om romantische spanning en erotisch verlangen: de vraag die altijd centraal staat is ‘Zullen ze?’ en het antwoord is altijd ‘Ja’. In de eerste twee romans was de materiële context van de levens van de personages (hun inkomen, hun woonsituatie, hun baan of het gebrek daaraan) bepalend voor de weg naar dat ‘ja’, waardoor Rooney de titel ‘marxistische romanschrijver’ heeft weten vast te houden, ook al lijkt de waarheid dichterbij te liggen (en wat Rooney zelf zegt), namelijk dat ze een marxist is die, los daarvan, romans schrijft. In Prachtige wereld was die context er wel, maar viel die, door een plottwist en/of magie, plotseling weg. In Intermezzo valt die ook weg, en gelukkig voor degenen onder ons die graag Rooney’s overtuiging willen vastpinnen, is het mechanisme waarmee dat gebeurt duidelijker: de mannen accepteren hun behoefte om liefde te geven, en de vrouwen accepteren hun behoefte om liefde te ontvangen.

Daarom is de meest saillante, herhaalde en beslissende tussenmenselijke dynamiek in al Rooney’s werk, de gebeurtenis waar alles om draait en die alle stukjes van het verhaal op hun plaats doet vallen, een vrouw die een man vertelt dat hij met haar kan doen wat hij wil. Meerdere scènes in Intermezzo met Naomi in Peters appartement, ‘smekend om geneukt te worden’, hem vragend haar te slaan, doen denken aan Marianne die in wezen hetzelfde zegt tegen Connell en Frances tegen Nick. Connell voelt zich in deze situatie ongemakkelijk (hij is een van de goeden, weet je nog) en Nick ook, maar Peter aarzelt geen moment: in feite is hij dol op Naomi’s onderwerping. Hij fantaseert erover om haar zwanger te maken zodat hij ‘haar mee kan nemen door de stad’ en kan laten zien wat hij ‘met haar gedaan heeft’. Op een dronken, hopeloze avondwandeling naar huis denkt hij: ‘En als ze in een goede bui is, kunnen ze zelfs met elkaar naar bed gaan. Haar pijn doen, haar laten huilen, waarom niet.’ Naomi heeft natuurlijk in een eerdere scène al toegestemd:

Je kunt met me doen wat je wilt, zegt ze. Alles wat je wilt, kun je doen. . . . Je kunt alles doen wat je wilt, herhaalt ze. En hij zou het kunnen, denkt hij. Haar gezicht naar beneden duwen, haar een beetje pijn doen, hem haar laten nemen, haar laten vertellen hoe het voelt. Vernederen. Haar zo’n schok geven dat ze nergens anders meer aan denkt.

Hoewel Naomi tien jaar jonger is dan Peter, is haar allesverterende afhankelijkheid van hem geen product van haar leeftijd of levensomstandigheden, maar van iets wat Rooney als onveranderlijker afschildert: haar gender. Voor deze veronderstelling hoeven we enkel naar Margaret te kijken, die tien jaar ouder is dan haar geliefde Ivan en toch zijn liefde met dezelfde intensiteit nodig heeft: ‘Dat heb je nodig, herhaalde hij. Heb je het nodig dat ik van je hou? Binnenin haar ontvouwde zich een sensatie, heet, teder, en ze knikte haar hoofd.’

Alles wat de vrouwen van de mannen nodig hebben is liefde – of beter gezegd, alles wat de vrouwen nodig hebben is liefde van mannen. Sylvia, met haar slopende chronische pijn en haar verplichtingen als lerares, is tevreden als Peter haar medicijnen haalt en haar kotsemmer wast. Zolang Naomi Peter seksueel in haar geïnteresseerd weet te houden, kan ze een woning hebben. En Margaret, met de dreiging van haar intimiderende alcoholistische bijna-ex-man die altijd op de loer ligt en haar reputatie in een kleine stad die ze moet beschermen, kan het niet helpen dat haar zorgen wegsmelten als ze in Ivans armen ligt.

De mannen zijn daarentegen ietwat complexer. Peter baalt van zijn baan en heeft een hekel aan zijn collega’s. Ivan wordt achtervolgd door zijn verleden als schaakwonder en vindt zichzelf een mislukkeling. Peter neukt graag met Naomi, maar kan het niet laten om aan de andere mannen te denken die betaalden voor haar pornografische beelden. In Sylvia vindt hij een vrouw van wie hij kan houden zonder de geestelijke verstoring van seksuele activiteit. Peter wil van twee walletjes eten en de vrouwen geven hem dat zonder veel weerstand: zijn madonna-hoer complex wordt bevredigd in de vorm van een driehoeksverhouding en zijn werkgerelateerde problemen komen nooit meer terug. Ivan, die ooit dacht dat feminisme slecht was en dat vrouwen leugens verzonnen over verkrachting, lijkt niets van die incel-mentaliteit te vertonen zodra Margaret aan zijn avances toegeeft. Bovendien hervat hij, gesterkt door hun relatie, zijn ooit sluimerende streeftocht naar de op één na hoogste schaaktitel van Internationaal Meester.

De mannen moeten geven en de vrouwen moeten ontvangen. (Misschien wel de mooiste invulling van dit idee is de late onthulling dat Sylvia seksueel genot kan ervaren; ze kan alleen geen penetratieseks hebben, wat zowel zij als Peter zo interpreteren dat ze samen helemaal geen kunnen hebben). Een rustig vaarwater wordt gedwarsboomd wanneer personages weigeren hun toegewezen rol te accepteren en zich daarnaar gedragen. Tegen het einde doet iedereen dat wel, en alles is goed. 

Intermezzo‘s personages voelen vertrouwd omdat we ze eerder hebben gezien; het zijn de archetypes waartoe Rooney mannen en vrouwen reduceert. Maar ze voelen ook vertrouwd, alarmerend vertrouwd, ondanks al hun gepraat over klimaatverandering en sociale rechtvaardigheid, omdat ze bijna niet te onderscheiden zijn van de chads en trad wives van ons bijzonder door gender getroebleerde tijdperk, en ook niet van de generaties mannen en vrouwen die met elkaar verbonden zijn door het idee dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt zolang de vrouw zich maar onderwerpt. Feministen hebben hard tegen dat idee gevochten, maar de eenvoud ervan lijkt te verleidelijk.

Ik kan het vergeven van mensen die geen andere uitweg zien, maar het is lastiger te slikken als het van een romanschrijver komt wiens werk soms als maatschappijkritiek wordt beschouwd. De levens van hele generaties mensen zijn tijdelijk draaglijk gemaakt en vervolgens, uiteindelijk, hallucinerend tragisch door hun acceptatie van dezelfde premisse waarop het kalme einde van Intermezzo rust: dat mannen overgeleverd zijn aan de grillen van de wereld – en dat vrouwen overgeleverd zijn aan de grillen van mannen.

Sally Rooney’s Intermezzo wordt uit het Engels vertaald door Gerda Baardman en Jan de Nijs uitgegeven door Ambo|Anthos

Marianela D’Aprile is schrijver en woont in Brooklyn. Ze is lid van de Democratic Socialists of America.

Vertaling: Tina Hoenderdos

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier