‘Elk huis in het noordoosten van Syrië is getroffen.’ Het zijn ingrijpende woorden die Bedran Çiya Kurd, de woordvoerder buitenlands beleid van het Autonoom Zelfbestuur van Noordoost-Syrië, twee weken geleden uitsprak op een persconferentie. Tussen 5 en 9 oktober voerde het Turkse leger samen met jihadistische huurlingen meer dan vijfhonderd lucht- en grondaanvallen uit in de regio en vernietigde ongeveer 80 procent van de infrastructuur. Sindsdien heeft 40 procent van de vijf miljoen inwoners van het noordoosten van Syrië geen elektriciteit meer, velen hebben daarnaast geen toegang tot gas of schoon water meer. Kleinschalige aanvallen, vooral in de vorm van artillerievuur vanuit de door Turkije bezette gebieden, gaan intussen door.
De aanvallen markeren een nieuwe stap in de escalatie van de voortdurende oorlog van de Turkse staat tegen de Koerdische bevolking binnen en buiten Turkije. Terwijl de meeste aandacht van de media uitgaat naar de gebeurtenissen in Israël en Palestina, haalden de bombardementen op Noordoost-Syrië vaak niet eens het nieuws. De internationale gemeenschap laat de Turkse president Erdoğan zijn gang gaan – met ernstige gevolgen voor de hele regio.
In Rojava, het autonome zelfbestuur in het noordoosten van Syrië, heeft de bevolking nu een trieste routine in het omgaan met gerichte aanvallen op de infrastructuur. ‘Vorig jaar waren er al massale aanvallen met drones, maar ook met gevechtsvliegtuigen’, zegt Anita Starosta. Zij is bij de van oorsprong Duitse ngo Medico International verantwoordelijk voor Turkije en Noord-Syrië. ‘Toen werden ook de centrale elektriciteitscentrales, gascentrales en olievelden aangevallen.’ Hoewel veel van de eerdere schade nog hersteld moet worden, worden de kosten van de nieuwe reparaties geschat op 50 miljoen dollar, zegt ze. Om de kapotte faciliteiten te repareren zou eigenlijk hulp van buitenaf nodig zijn, maar die komt er niet. De aanvallen dreigen de regio permanent onbewoonbaar te maken. ‘De humanitaire crisis is nu al gaande’, legt Starosta uit.
Deze keer was het een aanslag in Ankara door de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) die door de Turkse staat gebruikt werd om zijn aanvallen te legitimeren. Op 1 oktober 2023 blies een PKK-lid zichzelf voor het Turkse Ministerie van Binnenlandse Zaken op, een tweede man werd door de politie doodgeschoten voordat hij zijn explosieve vest tot ontploffing kon brengen. Turkije beweerde later dat een van de daders uit Noord-Syrië kwam. Hier was geen bewijs voor, maar dit is hoe dan ook irrelevant voor de maatregelen die de Turkse regering neemt. Eerdere militaire acties van de Turkse staat lieten zien dat het land ‘nauwelijks een expliciet voorwendsel zoals de aanval in Ankara nodig heeft om de regio aan te vallen’, legt politicoloog Dilar Dirik uit. Dirik schreef een boek over de Koerdische vrouwenbeweging. ‘Geen enkele daad rechtvaardigt het op één na machtigste leger van de NAVO om gewone burgers en hun bouwwerken te bombarderen.’
Inmiddels heeft Erdoğan de eerste fase van de militaire operatie beëindigd verklaard, maar de angst voor nieuwe aanvallen houdt aan. ‘Het doel is om het hele gebied onder Turkse invloed te brengen’, vertelt Bêrîvan Amûdê, die op het voorlichtingsbureau van de Syrische militie Women’s Defence Units (YPJ) werkt. Ze vertelt dat het niet alleen gaat om het noorden van Syrië, maar ook om het noorden van Irak, waar de overwegend Koerdische bevolking sinds 1991 de facto autonoom leeft en ook het slachtoffer is van aanvallen. Maar in Rojava gaat het om nog meer: ‘ze proberen de bevolking langzaam uit te dunnen en het politieke project te vernietigen.’
Gerichte vernietiging van een links project
Het politieke project van Noordoost-Syrië is de afgelopen jaren voor linkse mensen over de hele wereld een bron van inspiratie geworden. ‘Rojava kan misschien het best worden omschreven als een politiek proces,’ legt Dirik uit. Sinds 2012 is daar een ander politiek en sociaal systeem opgebouwd, gebaseerd op de decennialange linkse traditie van de Koerdische vrijheidsbeweging. Dit systeem omvat lokale administratieve organen, de autonome vrijheidsbeweging voor vrouwen en de erkenning van verschillende religieuze en etnische groepen. Vele internationale vrijwilligers vochten aan de zijde van de Koerdische People’s Defence Units (YPG) tegen Islamitische Staat. YPG maakt deel uit van de multi-etnische militaire alliantie Syrian Democratic Forces (SDF). In Duitsland is Ivana Hoffmann de bekendste vrijwillige strijder, zij sneuvelde in 2015 in de strijd tegen IS.
Erdoğan heeft de afgelopen jaren op verschillende manieren getracht dit project te vernietigen. In 2016 lanceerde Turkije het eerste militaire grondoffensief. Er volgden er nog twee, eerst de bezetting van het Koerdische Afrîn in 2018 en later Serê Kaniyê en Girê Spî in 2019. Vooral Afrîn is exemplarisch voor het Turkse optreden in de regio: onder het mom van een ‘hervestigingsplan’ werd de Koerdische bevolking met geweld verdreven, terwijl bepaalde Arabische of Turkmeense groepen zich er tegelijkertijd doelbewust vestigden. De families die er nu wonen komen vaak uit de huurlingentroepen die aan Turkije gelieerd zijn, uit andere regio’s van Syrië of zelfs uit andere landen. Tijdens dit proces is Afrîn ook cultureel veranderd: vandaag de dag zijn er op openbare gebouwen Turkse opschriften en vlaggen te vinden, op scholen wordt lesgegeven in het Turks of Arabisch en niet in het Koerdisch. Dit beleid wordt ook in de andere bezette gebieden uitgevoerd. ‘De hervestigde groepen handelen onder de controle van de Turkse staat,’ legt Amûdê uit.
Naast deze grondoffensieven voert Turkije sinds ongeveer twee jaar een permanente oorlog vanuit de lucht, hoofdzakelijk met drones. ‘Dit is psychologische oorlogsvoering’, benadrukt Starosta. ‘Voor de mensen op de grond is het heel dramatisch en hertraumatiserend.’ Het zijn vaak kleine, gerichte aanvallen die als doel hebben de bevolking uit te putten. ‘Mensen worden langzaam gedood of tot vluchteling gemaakt,’ zegt ook Amûdê. ‘Het gebeurt niet van de een op andere dag.’
Maar er zit nog een andere militaire strategie achter de gerichte droneaanvallen: ‘ze worden door de internationale gemeenschap eerder getolereerd dan grootschalige invasies en bezettingen,’ legt Dirik uit. ‘De meeste media berichten niet eens over dergelijke aanvallen. Dit is deels te danken aan het drone-oorlogconcept van de toenmalige Amerikaanse president Barack Obama. ‘Net als de VS in Afghanistan, Jemen en Pakistan doet, verkoopt Turkije drones als humaan alternatief voor zogenaamde antiterroristische operaties. Maar Turkije maakt geen onderscheid tussen strijders en burgers. ‘Met dit concept kan elk doel als legitiem worden gekenmerkt’, benadrukt Dirik verder. ‘Dit maakt het lastiger om aan te tonen dat deze aanvallen oorlogsmisdaden zijn, waartegen potentieel strafrechtelijke vervolging mogelijk is.’
Geen bescherming tegen oorlog vanuit de lucht
Hoe bescherm je jezelf als er vanuit de lucht constant oorlog boven je hangt? ‘Dat is heel moeilijk, omdat we daarvoor de technologie niet hebben,’ vertelt Amûdê. ‘Om jezelf te beschermen is het enige wat je kan doen je bewegingen beperken, proberen ze geen kans te geven om aan te vallen.’ Je bewegingen in het dagelijks leven beperken betekent iedere keer weer de afweging maken of je in een auto stapt en er continu voor zorgen dat je niet per ongeluk informatie hebt verstrekt die van jou een doelwit zou kunnen maken.
Dit beperkt de bewegingsvrijheid van de bevolking enorm. Hoewel in 2022 slechts ongeveer een kwart van alle droneaanvallen een auto als doelwit had, zijn deze aanvallen bijzonder dodelijk, zo legt het Rojava Information Center uit in een rapport. Bij 31 van de 33 aanvallen op auto’s vielen doden. Ter vergelijking: bij slechts 44 van de 97 aanvallen op andere doelen vielen dodelijke slachtoffers. De aanvallen raken regelmatig politiek actieve personen of burgers. Alleen al in juni werden de medevoorzitter van het zelfbestuur in het kanton Qamişlo, Yusra Derwêş en haar plaatsvervanger Lîman Şiwêş gedood bij een gerichte droneaanval op hun auto. De psychologische gevolgen van deze permanente drone-terreur zijn enorm. ‘Het is de revolutie van gewone mensen’, zegt Amûdê. ‘Natuurlijk raakt het hen enorm.’
Politicoloog Alex Edney-Browne heeft de gevolgen van de Amerikaanse droneoorlog in Afghanistan bestudeerd. In haar studie ontdekte ze dat voortdurend onder het mogelijke gevaar van drones leven leidt tot isolement. Mensen zonderen zich af en vermijden sociale bijeenkomsten – vooral als er ‘s nachts gereisd moet worden – uit angst bommen over zich af te roepen. Edney-Browne spreekt van een vorm van psychologische kolonisatie: mensen worden gedwongen om in de huid van hun aanvallers te kruipen en op elke volgende stap van hen te anticiperen.
Omdat politieke vertegenwoordigers zo vaak het slachtoffer zijn van droneaanvallen, hebben ze nog een ander effect: ze weerhouden burgers van politieke activiteiten. ‘het is aangetoond dat elke inmenging in de lokale politieke keiharde consequenties kan hebben’, benadrukt Dirik.
Het einde van Rojava?
Er zijn nog geen tekenen van verdere vluchtbewegingen in het noorden van Syrië, zegt medisch expert Starosta. Maar het kan niet worden uitgesloten dat mensen hun huizen weer moeten verlaten, vooral nu de winter eraan komt. ‘Als er in de winter geen olie en gas is, hoe moeten de mensen dan overleven?’ In de regio leven bijna een miljoen mensen als vluchteling in tentenkampen. Vooral voor hen is de situatie precair.
Veel voormalige IS-strijders en hun familieleden verblijven in deze kampen. Ze kunnen nu al door de veiligheidstroepen van het zelfbestuur nauwelijks onder controle worden gehouden. Met de aanvallen van Turkije neemt het gevaar toe dat IS van deze situatie gebruikmaakt om zich verder te herorganiseren.
Het Westen heeft na de aanval van Azerbeidzjan op Nagorno-Karabach al laten zien dat het dictators hun gang laat gaan. Erdoğan weet door zijn acties tot nu toe dat hij niet eens verbale veroordelingen van Europa of de VS hoeft te verwachten. Hij gebruikt deze situatie in zijn voordeel en probeert stap voor stap de Koerdische autonomie te vernietigen.
Magdalena Berger is redacteur van Jacobin Magazin, ons Duitse zusterblad.
Vertaling: Tina Hoenderdos.