Search
Close this search box.

‘De militaire aanvallen leiden niet tot meer veiligheid’

De terreur van Hamas heeft ook Israëlisch links hard geraakt en in diepe rouw gedompeld. Historicus Gil Shohat vertelt in een interview met Jacobin over de dagen na de aanvallen en bekritiseert het brute bombardement op Gaza.

Jacobin #1 is uit.
Abonneer je voor €30 en we sturen hem op.

Zaterdag 7 oktober 2023 markeert een fundamentele breuk in de geschiedenis van Israël. Meer dan duizend Hamasstrijders braken door het zwaarbewaakte grenshek dat de afgesloten Palestijnse enclave scheidt van Israëlisch grondgebied. Na de aanval op het hek zelf en de militaire controleposten begon Hamas met willekeurig, terroristisch geweld tegen burgers. Onder de slachtoffers waren veel kinderen en ook enkele bekende vredesactivisten. Het exacte aantal slachtoffers is nog steeds onduidelijk.

Het Israëlisch-Palestijnse conflict is daarmee een nieuwe en angstaanjagende fase ingegaan. Zowel de Israëlische bevolking als de staat roepen om wraak. In de tien dagen sinds de aanval is de wereld getuige geweest van een ongekend luchtbombardement op de Gazastrook dat op het moment van schrijven al aan duizenden mensen het leven heeft gekost. Een mogelijk grondoffensief zou nog eens tienduizenden slachtoffers kunnen eisen. De hoop op een rechtvaardige vrede in het Midden-Oosten was nog nooit zo klein.

Gil Shohat leidt het Israël-bureau van de Rosa Luxemburg Stiftung [het wetenschappelijk bureau van de Duitse politieke partij Die Linke, red.] in Tel Aviv en was op de dag van de aanvallen in het land. Voor Jacobin Magazin sprak hij met Magdalena Berger over de stemming in Israël na de aanslag, de reacties van links daar en hoe solidariteit er in deze zware tijden uit kan zien.

U was in Tel Aviv op de dag van de Hamas-aanvallen. Kunt u de sfeer beschrijven op de dag zelf en daarna?

Er heerste een heel unheimische sfeer op zaterdagochtend. In Israël is het in deze tijd normaal gesproken vrij rustig op straat. Daarom hadden we eerst geen idee wat er gebeurd was. We hadden het sirenealarm niet opgemerkt toen we sliepen en hoorden pas op de radio over de raketaanvallen. En naarmate de dag vorderde, realiseerden we ons dat het niet alleen ging om een nieuwe ronde raketten uit Gaza en luchtaanvallen van het Israëlische leger, maar dat er meer aan de hand was. Het was voor ons heel moeilijk te bevatten dat Hamasstrijders daadwerkelijk Israëlische steden bij de grens waren binnengedrongen. Het was onwerkelijk, de ontwikkelingen stapelden zich op.

Het was beangstigend, daar hoeven we geen doekjes om te winden. We verlieten onze flat niet. Er was een groot gevoel van onveiligheid en de sfeer was unheimisch. De stad was leeg, nog leger dan op een normale zaterdag, en we hadden zoveel vragen: Wat moeten we nu doen? Hoe leggen we dit aan onze kinderen uit?

Zelfs linkse Israëli’s die gewaarschuwd hebben voor de mogelijke gevolgen van de bezetting zijn geschokt door de intensiteit van het geweld van Hamas. Hoe gaat Israëlisch links momenteel om met terreur en de situatie in Palestina?

Je moet niet vergeten dat het deel van Israëlisch links dat tegen de bezetting is slechts een zeer, zeer kleine groep is. Toch is het hoorbaar, veel van de plaatsen die worden aangevallen zijn ook plaatsen waar anti-bezettingsactivisten hebben gewoond en zijn vermoord of ontvoerd. Zo ook een voormalig bestuurslid van een mensenrechtenorganisatie die veel werk verricht op het gebied van de Israëlische bezetting. Dit betekent dat er niet alleen een politieke pijn is op links, maar ook een menselijke pijn, een directe pijn.

Er is ook verbijstering over het feit dat de Israëlische veiligheidstroepen dit hebben laten gebeuren. Men heeft het gevoel, en eigenlijk is dit de waarheid, dat deze plaatsen volledig in de steek zijn gelaten, deels omdat het leger de afgelopen maanden veel troepen heeft overgeplaatst naar de Westelijke Jordaanoever om religieuze Messiaanse kolonisten te beschermen die ook steeds gewelddadiger tegen de Palestijnse bevolking optreden. De incidenten in Gaza komen daar nog bovenop. De Hamas-aanval was tien dagen geleden [dit interview is 17 oktober afgenomen, red.]. Wat er sindsdien in Gaza is gebeurd, laat je verbijsterd achter en laat ook links in Israël verbijsterd achter.

Hoe beoordeel je de internationale reacties binnen links op de escalatie?

In de internationale context draait het er vooral om empathie te behouden voor de Israëli’s die gedood en ontvoerd zijn, en toch de context niet te vergeten. Ik heb gemerkt dat deze empathie, die alle burgerslachtoffers van de aanval verdienen, door linkse Israëli’s werd gemist. Er waren veel reacties die je deden nadenken over welke plaats Israëlisch links inneemt in de internationale linkse beweging.

Op dit moment horen we veel stemmen van mensenrechtenorganisaties in Israël, maar ook van linkse organisaties en anti-bezettingsactivisten, die zeggen: er is geen tegenstelling tussen empathie voor alle doden in deze oorlog en veroordeling van en verzet tegen wat het Israëlische leger in Gaza doet. Deze mensen kunnen dit dualisme verdragen, of ze nu Joodse of Palestijnse Israëli’s zijn. Ik vind dat in deze tijden bewonderenswaardig.

‘We horen sinds de eerste dag van de aanval ook zeer luide kritiek op de regering, het leger en de inlichtingendiensten.’

Hoe ging Duitssprekend links hiermee om? Was bij hen ook sprake van selectiviteit en een gebrek aan empathie?

Ik merk dat er vanwege het Duitse verleden, maar ook vanwege het Duitse heden, ten opzichte van de situatie in Israël en Palestina een andere houding is, ook op links. Ik denk dat deze houding vanuit historisch oogpunt begrijpelijk is.

Het is belangrijk om onvoorwaardelijke solidariteit en empathie te tonen met de slachtoffers van deze verschrikkelijke aanslagen. Maar tegelijkertijd is het belangrijk om ons te verzetten tegen de militaire reactie die daarop volgde. Israëli’s hebben natuurlijk belang bij veiligheid, maar vooral links in Israël is ervan overtuigd dat deze veiligheid niet voortkomt uit meer doden, meer lijden, meer militarisme. Ik denk dat het heel belangrijk is voor Duits links om dit geluid serieus te nemen. 

Gaza wordt nu al dagen gebombardeerd, meer dan een miljoen mensen zijn op de vlucht. Is er in Israël kritiek op deze actie?

Een groot deel van de bevolking zegt: we moeten terugslaan, we moeten wraak nemen. Dat leeft momenteel zeer sterk, vooral op rechts. Maar ook in het politieke middenveld hoor je deze reactie. In de Israëlische context is solidariteit met het leger voor de Joodse bevolking een zeer vormend element.

Maar we horen sinds de eerste dag van de aanval ook zeer luide kritiek op de regering, het leger en de inlichtingendiensten. Vooral als het gaat om de vraag hoe het kon gebeuren dat de dorpen nabij Gaza zo lang in de steek werden gelaten. Er is behoorlijk wat woede tegen de regering, vooral van de familieleden van de ontvoerde gijzelaars in de Gazastrook. Er waren de afgelopen dagen steeds meer protesten bij het Israëlische ministerie van Defensie, waarbij onmiddellijke vrijlating van de gijzelaars werd geëist of werd opgeroepen tot een gevangenenruil.

Was dit bij andere oorlogen ook zo?

Het is ongewoon, omdat het in het verleden meestal zo was dat als Israël betrokken was bij oorlogen, de nationale eenheid erg groot was, met name in het begin. Maar velen in Israël zeggen ook: ‘oké, we moeten nu één front vormen, maar zodra deze oorlog voorbij is, mogen degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn geen dag langer in functie blijven.’ Het wordt interessant om te zien in hoeverre deze protesten een eigen dynamiek op gang brengen en in hoeverre deze protesten gekoppeld kunnen worden aan een kritiek op de bezetting. Want, zoals ik al eerder zei, troepen die de mensen in het zuiden van Israël misschien hadden kunnen beschermen, waren tegelijkertijd in de bezette Palestijnse gebieden om geweldplegingen van Messianistische kolonisten daar te dekken. Dus de mensen zien hier een verband tussen de weerloosheid van de mensen in het zuiden van Israël en de steun aan en bescherming van Israëlische kolonisten in de illegaal bezette Westelijke Jordaanoever.

De afgelopen maanden was er in heel Israël een brede beweging tegen de extreemrechtse regering van Benjamin Netanyahu. Deze werd op haar beurt door veel Palestijnen bekritiseerd, omdat ze de Israëlische bezettingspolitiek niet expliciet aan de orde stelde. Wat blijft er van deze protestbeweging over?

Ik zie dat de woede tegen de regering er nog steeds is. De mensen die de afgelopen negen tot tien maanden elke week de straat op gingen om te protesteren tegen de extreemrechtse regering gaan niet zomaar weer over tot de orde van de dag.

Maar het moet ook duidelijk gezegd worden: de meerderheid van de mensen die destijds de straat op gingen, niet in de laatste plaats de reservisten van het leger die de protesten aanvoerden, steunen de oorlog die nu plaatsvindt. Maar uit het anti-bezettingsblok, dat ook zichtbaar aanwezig was in de protestbeweging, komen ook activisten naar voren die een gevangenenruil eisen in plaats van meer militairen. De breuk tussen de mainstream protestbeweging en de anti-bezettingsbeweging leeft voort, alleen nu in een andere context. Ik kan me echter heel goed voorstellen dat er, zodra er een einde komt aan de oorlogspraktijken – en je moet er niet aan denken hoe de regio er daarna uit kan zien – er tegen deze regering geprotesteerd zal blijven worden.

Het is ook interessant om te zien dat de figuren, die in de extreemrechtse regering het meest polariseerden en zich het meeste inzetten voor rechtshervormingen omdat dit hun Messianistische nederzettingsbelangen diende, binnen het noodkabinet eigenlijk vrijwel geen rol spelen. In plaats daarvan blijven ze in de binnenlandse politiek olie op het vuur gooien.

Vijfdaagse protestmars tegen de rechtshervomingen die liep van Tel Aviv naar Jeruzalem,
juli 2023. Bron: Wikimedia Commons

Wat is de impact van de oorlog binnen Israël?

Naast de acties van het leger maak ik me grote zorgen over de toenemende repressie tegen Palestijnse burgers in Israël. Iedereen die op sociale media zijn solidariteit betuigt aan de mensen in Gaza kan bijvoorbeeld uit zijn functie worden ontheven. Dat komt steeds vaker voor. De aantijging luidt dan ‘solidariteit met de vijand’.

Tegelijkertijd zien we steeds meer geweld naar Palestijnse Israëli’s, sommigen van hen worden ook van het openbare leven uitgesloten. Er wonen meer dan twee miljoen Palestijnen met Israëlisch staatsburgerschap in Israël die, naast de structurele discriminatie die ze ervaren,  op dit moment bang zijn voor wraakacties van rechtse Israëli’s. In Israël zelf wordt het voor burgers ook gemakkelijker om een vuurwapen te bemachtigen.

Het geeft goede moed om te zien dat er groepen Joden en Palestijnen in Israël zijn die hun krachten bundelen om de Palestijnse bevolking te beschermen. Er zijn initiatieven die zich hiertegen verzetten, maar ik bespeur een zeer grote angst voor dat wat de Palestijnse bevolking ook binnen Israël te wachten staat.

Deze repressie is ook gericht tegen links. Het meest prominente voorbeeld was de journalist Israel Frey, wiens flat werd belegerd door rechtse demonstranten die hem een verrader noemden. Is er steeds minder plek voor progressieve bewegingen?

Dit is geen nieuwe ontwikkeling. De ruimte voor progressief gedachtegoed neemt al decennia af in Israël. Als Rosa Luxemburg Stiftung hebben we dit telkens weer ondervonden. In de afgelopen jaren hebben we verschillende evenementen gehad waar activisten van rechts-radicale groeperingen opdoken en de organisatoren probeerden te intimideren.

Aanvallen op journalisten zijn ook niets nieuws. Haaretz-journalist Gideon Levy vecht al sinds 2014 tegen intimidatie op zijn huisadres. Israel Frey is een ander voorbeeld: linkse mensen worden door rechtse Israëliërs juist beschouwd als verraders, verraders van het vaderland, ‘Arabieren-knuffelaars’, zoals men ze noemt. Ze zijn altijd het doelwit van rechtse aanvallen en worden bedreigd. Daarom is hun activisme, hun solidariteit op dit moment zo bijzonder.

Het is belangrijk om de bestaande banden en solidariteit tussen de Palestijnse en Israëlische groeperingen in leven te houden.

Terug naar Gaza: Welke gevolgen hebben deze voortdurende bombardementen en een mogelijk grondoffensief voor de mensen daar?

Ik kan dit niet beoordelen vanuit Palestijns perspectief. Dat wil ik ook niet, want ik heb er de expertise niet voor. Het enige wat ik kan zeggen is dat de beelden die we zien ons allemaal choqueren en zeer verontrusten. Een medewerker van het Palestijnse bureau van de Rosa Luxemburg Stiftung woont bijvoorbeeld in de Gazastrook. Ook in mijn team in Israël hebben vrouwelijke medewerkers daar familieleden en maken ze zich grote zorgen.

Dat wil zeggen we zijn allemaal heel erg bezorgd en geschokt over wat er gebeurt. Als stichting doen we ons best, maar we weten dat onze middelen beperkt zijn. Maar één ding is duidelijk, en hier herhaal ik nogmaals het standpunt van de Israëlische anti-bezettingsactivisten: de militaire aanvallen leiden niet tot meer veiligheid. Ze zijn slechts een volgende stap in de geweldsspiraal die niet tot vrede leidt, maar tot meer haat.

In Duitsland is er nauwelijks ruimte voor pro-Palestijnse stemmen. Demonstraties en soms zelfs Palestijnse symboliek zijn over de hele linie verboden. Je bent hier zelf opgegroeid, maar je wortels liggen in Israël. Wat vind je van de manier waarop de Duitse staat met het conflict omgaat?

Het is van het grootste belang om het Joodse leven in Duitsland te beschermen en antisemitisme te bestrijden. In dit verband hebben we de afgelopen dagen ook zorgwekkende incidenten gezien, zoals aanvallen op synagogen. En als er bij demonstraties antisemitische leuzen klinken, dan moet daar natuurlijk tegen worden opgetreden, net als bij elke andere demonstratie. Maar dit kan niet samengaan met een algehele veroordeling van hele bevolkingsgroepen.

We leven in een tijd waarin de ruimte voor open debat en voor solidariteit met onderdrukte groepen steeds kleiner wordt. Dit geldt uiteraard ook voor de Palestijnen. In Duitsland hebben we een zeer grote Palestijnse diaspora die om gegronde redenen bezorgd en woedend is.

Voor hen zou hetzelfde recht moeten gelden als voor iedereen: vrijheid van meningsuiting. Ik denk niet dat iemand die geïnteresseerd is in een pluriforme en veelzijdige democratie onverschillig kan zijn voor wat er gebeurt. Tegelijkertijd denk ik dat het belangrijk is om de bestaande banden en solidariteit tussen de Palestijnse en Israëlische groeperingen in leven te houden. Het is namelijk ook duidelijk dat een toekomst voor de regio alleen een gezamenlijke toekomst kan zijn. Voor mij is het belangrijk dat Berlijn een plaats blijft waar deze gemeenschappelijke toekomst ook kan worden voorgeleefd.

Gil Shohat is historicus en sinds maart 2023 hoofd van het Israël-bureau van de Rosa Luxemburg Stiftung. Hij werd in 1988 in Bonn geboren als zoon van Israëlische ouders en groeide daar op.
Magdalena Berger is redacteur van Jacobin Magazin, ons Duitse zusterblad.

Vertaling: Tina Hoenderdos

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier