De Amerikaanse luxe fitnessketen Equinox heeft in het voorjaar van 2024 een nieuw product gelanceerd. ‘Optimise by Equinox’ biedt een bijzonder exclusief fitnesspakket voor 40.000 dollar per jaar. Het doel is om mensen te helpen honderd jaar oud te worden terwijl ze een leven lang gezond en fit blijven. Gepersonaliseerde voeding, slaap en fitnesstraining op basis van de biologische gegevens van de klant moeten hierbij helpen.
Specifiek omvat het fitness- en langlevenpakket toegang tot de fitnessstudio’s van de keten en regelmatige bloedtests voor veelvoorkomende risicofactoren, die deel uitmaken van het standaard gezondheidscontroleprogramma bij elke huisarts. Leden ontvangen ook een slimme ring die 24 uur per dag verschillende biomarkers registreert, evenals 16 uur persoonlijke coaching per maand met slaap-, voedings- en fitnessexperts en een professionele massage per maand.
In de VS beoefenen 37 miljoen mensen yoga, dat is 14 procent van de Amerikaanse bevolking. Tegelijkertijd rookt tegenwoordig slechts 11 procent van de Amerikaanse bevolking. Halverwege de jaren zestig, toen de eerste hippies yoga ontdekten, was het percentage rokers nog meer dan 40 procent van de volwassenen. Tussen 2000 en 2023 is het aantal lidmaatschappen van sportscholen meer dan verdubbeld van 33 naar 69 miljoen. De helft van de Amerikaanse bevolking gebruikt minstens één gezondheidsapp.
Ook in mijn eigen land, Duitsland, worden gezondheidsapps actief gebruikt door meer dan 40 procent van de bevolking. En in plaats van ongeveer 4 miljoen sportschoolleden in 2000 zijn er nu bijna drie keer zoveel, ruim 11 miljoen. De hele wellnesssector wereldwijd heeft een jaarlijks omzet van 4.400 miljard dollar. Dit komt overeen met 110 miljoen exclusieve lidmaatschappen bij Equinox. Daarentegen was het jaarlijkse mediane inkomen in de Amerikaanse staat Mississippi in 2023 slechts 37.500 dollar. Dat is niet genoeg voor een jaar ‘Optimise by Equinox’. Misschien is dit de reden waarom de levensverwachting in Mississippi slechts 72 jaar is, lager dan in Bangladesh of Peru.
Gezondheid als statussymbool
De vele individuele investeringen in de gezondheidszorg lijken geen effect te hebben, tenminste niet op bevolkingsniveau. De levensverwachting is recentelijk gestagneerd, niet alleen in de VS, maar ook in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, terwijl de uitgaven voor gezondheidszorg blijven stijgen ondanks een steeds groter wordende wellness hype en het toenemende gezondheidsbewustzijn. Laten we als voorbeeld een blik werpen op het aantal recepten voor pijnstillers en psychotrope medicijnen in Duitsland. In de loop van de jaren 2010 steeg het aantal voorgeschreven dagelijkse doses voor opiaten met 13 procent. In dezelfde periode was dat voor andere pijnstillers 36 procent en voor antidepressiva 37 procent. Als je verder teruggaat in de tijd, is het aantal recepten voor antidepressiva in Duitsland sinds 1990 bijna vertienvoudigd.
Het is duidelijk dat de gezondheidsobsessie niet leidt tot een verbetering van het fysieke en mentale welzijn van veel mensen. In plaats daarvan is er een andere trend waarneembaar. Gezondheid, fitheid en slankheid worden steeds meer exclusieve statussymbolen. En omgekeerd worden ziekte, uitputting, vroegtijdige veroudering en invaliditeit steeds vaker als een persoonlijk falen gezien.
Het was precies deze tendens om gezondheid als een deugd te zien en ziekte als een zelf toegebrachte mislukking die de Britse schrijver Samuel Butler in 1872 in zijn roman Erehwon beschreef. In dit fictieve land, waarvan de naam Erehwon de omgekeerde versie is van ‘nowhere’ [nergens], kunnen criminelen hopen op empathie, mildheid, begrip en een welwillende behandeling, terwijl zieken moreel worden uitgestoten en veroordeeld tot draconische straffen.
De behandeling van zieken in Erehwon kan gelezen worden als kritiek op de klassenjustitie in het Victoriaanse Engeland van de negentiende eeuw, die bij het bepalen van de straf geen rekening hield met de specifieke omstandigheden van het misdrijf, de biografie en de sociale situatie van de dader. Samuel Butler gebruikt het middel van de utopische vertelling om erop te wijzen dat deze strafpraktijk net zo hardvochtig is als de fictieve rechtspraak voor lichamelijk verzwakte mensen in Erehwon. De tegenhanger van de bestraffende behandeling van zieke mensen in Erehwon is de therapeutische benadering van delinquenten, die naar ‘ziekenhuizen worden gebracht en daar op kosten van de overheid zorgvuldig worden verzorgd’. Er zijn parallellen te trekken met de medicalisering in hedendaagse samenlevingen. Het is waar dat de huidige samenlevingen allesbehalve toegeeflijk zijn: de roep om zwaardere straffen is een integraal onderdeel van elke verkiezingscampagne en het aantal gevangenen is de afgelopen decennia in veel westerse landen voortdurend gestegen, ondanks dalende misdaadcijfers. Tegelijkertijd worden veel sociaal ongewenste gedragingen niet langer geïnterpreteerd als morele en juridische problemen, maar als medische en psychologische problemen.
Hieronder valt het (overmatig) gebruik van alcohol en verdovende middelen, maar ook afwijkend gedrag van kinderen en jongeren in onderwijsinstellingen die gediagnosticeerd zijn met ADHD en behandeld worden met farmacologische en gedragstherapeutische middelen. Ook in de rechtspraak zijn medische en psychologische onderzoeken de afgelopen decennia steeds belangrijker geworden. Hoewel dit niet altijd gunstig is voor de betrokkenen, blijft een psychologische of medische diagnose voor afwijkend gedrag in veel gevallen een voorwaarde voor bescherming tegen morele uitsluiting en juridische strafmaatregelen.
In de analyse die de Amerikaanse socioloog Talcott Parsons halverwege de twintigste eeuw ontwikkelde over de rolverwachtingen van zieke mensen in de samenleving, wordt gezondheid ook gedefinieerd als een staat van optimaal functioneren die iemand in staat stelt zijn maatschappelijke taken en rollen te vervullen. In tegenstelling tot Butlers Erehwon volgt voor Parsons hieruit niet dat zieke mensen gestraft worden als ze niet (meer) kunnen voldoen aan de verwachtingen die aan hen gesteld worden. Integendeel: voor Parsons gaat ziekte gepaard met een tijdelijke bevrijding van sociale verplichtingen. De prijs hiervoor is sociale controle. Medische professionals moeten de status van ziekzijn en de bijbehorende privileges legitimeren. Zieke mensen worden niet verantwoordelijk gehouden voor hun ziekte, maar moeten samenwerken met medische en psychologische professionals om hun gezondheid en prestaties te herwinnen.
In principe is dit model vandaag de dag nog steeds van toepassing. De normatieve consensus dat zieken behandeld moeten worden in plaats van gestraft, is in het recente verleden echter steeds meer in twijfel getrokken. Volgens de gezondheidswetenschapper Bettina Schmidt uit Bochum zijn zieke mensen niet langer het slachtoffer van ongelukkige toevalligheden en ongezonde leefomstandigheden, maar zijn ze in de eerste plaats ‘verdacht door hun gebrek aan inspanningen om hun eigen gezondheid te optimaliseren’.
In 1980 bestempelde de Amerikaanse socioloog Robert Crawford deze sociale trend voor het eerst als healthism. Healthism is gebaseerd op de overtuiging dat het eigen lichaam naar believen gevormd kan worden, dat gezondheid een kwestie van gedrag is en dat chronische ziekten het gevolg zijn van een verkeerde levensstijl. Volgens deze logica zal iemand die zijn risicofactoren kent, de juiste voeding eet, niet rookt of drinkt, voldoende beweegt, niet te veel en niet te weinig slaapt, vervuilende stoffen en stressfactoren van welke aard dan ook vermijdt, geen beroerte of kanker krijgen. Wie toch ziek wordt, moet iets verkeerd hebben gedaan.
Als je wilt voldoen aan de nieuwe gezondheidsideologie, kun je je niet langer beperken tot het volgen van medische maatregelen, zoals Parsons die als voorwaarde stelde voor een sociaal geaccepteerde rol als zieke. Healthism daarentegen impliceert dat je telkens weer proactief aan je gezondheid moet werken. Vergelijkbaar met wat Samuel Butler beschreef in Erehwon betekent healthism dat genetische en sociale aanleg zoals erfelijke ziektes, armoede en de daarmee gepaard gaande ongunstige leef- en werkomstandigheden worden genegeerd als oorzaken van gezondheidsproblemen of worden afgedaan als excuus voor een gebrek aan eigen verantwoordelijkheid.
Beheerste lichamen
Het groeiende belang van healthism heeft in Westerse welvaartsstaten een politiek-economische achtergrond, die sinds de jaren zeventig sterk wordt gekenmerkt door de toename van precariteit en ongelijkheid onder de beroepsbevolking. Hoe minder invloed mensen hebben op wereldwijde politieke, economische en technologische ontwikkelingen die bepalend zijn voor hun kansen op de maatschappelijke markten, hoe meer ze zich concentreren op het optimaliseren van hun lichaam als laatste toevluchtsoord waarvan ze denken dat ze het nog zelf kunnen beheersen.
Healthism is gebaseerd op het rotsvaste geloof dat we als individu absolute controle over ons lichaam kunnen hebben en dus over ons leven. Dit komt overeen met het idee dat sociale ongelijkheid gerechtvaardigd kan worden door vermeende zelf toegebrachte gezondheidsverschillen. Dit door gezondheidsdeskundigen geïnspireerde sociaal Darwinisme leidt onvermijdelijk tot de stigmatisering van mensen die niet voldoen aan het traditionele maatschappelijke ideaal van gezondheid en schoonheid, bijvoorbeeld omdat ze te dik worden gevonden. Net als in het fictieve Erehwon worden ze allemaal ‘publiekelijk te schande gemaakt’ en door de samenleving gestigmatiseerd.
Als je vandaag Erehwon intypt in een zoekmachine op internet, is de eerste hit een exclusieve biologische supermarktketen in de omgeving van Los Angeles. De naam van de winkelketen zegt genoeg. In tegenstelling tot Butlers aanklacht tegen eigen verantwoordelijkheid, drukt deze supermarkt juist het idee uit dat iedereen zijn gezondheid in eigen hand ligt. De meeste klanten in de Erehwon winkels, onder wie veel bekende actrices en influencers, die verse fruitsalades met biologische bessen voor 40 dollar, vier hardgekookte eieren voor 10 dollar, een halve kilo muesli voor 20 dollar of toiletpapier voor 25 dollar in hun winkelkarretje leggen, kennen de literaire naamgever vermoedelijk niet. Maar onbewust transformeert hun consumptiegedrag in de Erehwon-winkels de geest van Butlers negentiende-eeuwse dystopie naar het heden.
Een Erehwon-vestiging in Beverly Hills is ook een geschikt startpunt om de huidige gezondheidsobsessie te analyseren. Van hieruit leidt de eerste etappe naar een mogelijke toekomst van de werkomgeving, die vandaag al kan worden bestudeerd in het nabijgelegen Silicon Valley. De architectonische tempels van de grote techbedrijven herbergen uitgebreide cateringruimtes waar topkoks vaak hun vak uitoefenen; cafés waar getrainde barista’s verfijnde koffiespecialiteiten aanbieden; fitness- en wellnesscentra die niet alleen de nieuwste apparatuur op voorraad hebben, maar waar ook altijd trainers aanwezig zijn om werknemers te adviseren. Deze voorzieningen krijgen werknemers bovenop hun royale salaris. Google zet de standaard in de techindustrie die alle grotere bedrijven, maar ook veel kleinere firma’s volgen.
De bedrijfscultuur in Silicon Valley legt niet alleen de nadruk op gezond eten en fit zijn, maar heeft ook een sterke voorliefde voor ontspanningstechnieken. Meditatie en yoga op de werkplek zijn heel gewoon. Maar veel bedrijven moedigen hun werknemers ook aan om deel te nemen aan meerdaagse retraites en betalen graag de kosten. Het doel van deze maatregelen is niet contemplatieve toewijding aan een hoger wezen, noch gaat het om zelfontdekking. De motivatie voor techbedrijven om hun werknemers ontspanningstechnieken zoals meditatie en yoga aan te bieden, is om hun creativiteit en concentratie in de kortst mogelijke tijd te herstellen en zo hun ‘ware werkkracht’ te optimaliseren.
De hoge kosten die bedrijven hiervoor maken, worden gerechtvaardigd door het feit dat het in dit geval om een bijzonder waardevol goed gaat: namelijk de arbeid van jonge, zeer getalenteerde en gemotiveerde computerprofessionals die hun vak hebben geleerd aan elite-universiteiten.
Gezondheid is een klassenkwestie
Maar de keukenhulpen, schoonmakers, beveiligers, buschauffeurs, zelfs de yoga-instructeurs en fitnesstrainers die Bay View, Googleplex en alle andere hightech tempels draaiende houden, kunnen de exorbitante kosten van levensonderhoud in Silicon Valley niet betalen met het geld dat ze verdienen met hun diensten. In plaats van met de pendeldienst van het bedrijf naar hun werk te reizen nemen ze de openbare bus.
Ze forenzen vaak urenlang omdat de vastgoedhausse, gevoed door de hoge lonen in techbedrijven, hen steeds verder van hun werk drijft. Een behoorlijk aantal van hen is dakloos, slaapt in campers, op de bank van kennissen of in de noodopvang en is afhankelijk van donaties van voedsel en kleding, ondanks het feit dat ze een fulltime baan hebben. Hun precaire financiële situatie dwingt velen van hen om naast hun voltijdsbaan nog een deeltijdsbaan te nemen. Aangestuurd door algoritmes die zijn ontwikkeld in het hoofdkantoor van Silicon Valley, sorteren ze pakketjes, bezorgen ze eten, bieden ze chauffeursdiensten aan, maken ze flats en kantoren schoon en bewaken ze die, zorgen ze voor kinderen en ouderen en genereren ze op die manier gigantische inkomsten voor de bedrijven die de apps exploiteren.
Overwerk, slapeloosheid en stress zijn schadelijker voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid van uitzendkrachten dan voor de mensen die op de techkantoren met hun hoofd werken. Deze laatste mensen worden niet alleen door hun werkgevers verzorgd, maar hebben ook een zorgverzekering die hun eersteklas medische zorg garandeert. De onzichtbare werkers op de achtergrond hebben daarentegen vaak geen of een ontoereikende zorgverzekering. Het gebrek aan financiële zekerheid maakt het voor hen ook onmogelijk om hun stress te compenseren. Hun werkdagen zijn ook lang en vermoeiend, maar niemand voelt zich verantwoordelijk voor het zorgzame toezicht op hun welzijn. Voor hen geen klankschaal die voor hun verlossing zal resoneren. Hun gezondheid en karma zijn voor de techbedrijven irrelevant.
De opportunistische omgang met human resources in Silicon Valley en alle bedrijven die hun bedrijfsfilosofie als voorbeeld hebben genomen, laat zien hoe een gezonde leefomgeving een teken is geworden van iets waarmee je je als mens kunt onderscheiden en een machtsinstrument. En het maakt duidelijk hoe in onze samenleving de gezondheid van enkelen wordt bevorderd ten koste van de gezondheid van velen. Tot slot vat de synthese van een sociaal-darwinistische kijk op de maatschappij, geloof in technologie en openheid voor spiritualiteit en esoterie niet alleen de filosofie van veel techbedrijven samen, maar beschrijft het ook heel goed de basisprincipes van het healthism.
Tegen deze maatschappelijke achtergrond is gezondheidsbevordering die afziet van een collectieve inzet om de leefomstandigheden van iedereen te verbeteren, gedoemd te mislukken. Gezondheidsvaardigheden mogen niet beperkt blijven tot kennis van risicofactoren en gezondheidsbevorderende copingstrategieën. Om effectief te zijn, moet het mensen in staat stellen hun leefomstandigheden te verbeteren. Alleen met de hulp van collectieve organisaties kunnen we erin slagen de logica van het gezondheidsdenken te doorbreken en de individualistische obsessie met gezondheid te vervangen door een recht op gezondheidsbevorderende leefomgevingen.
Dit stuk is een bewerking van een hoofdstuk uit het in november 2024 verschenen boek Healthismus. Gesundheit als gesellschaftliche Obsession
Friedrich Schorb is socioloog aan de Universiteit van Bremen. Hij is gespecialiseerd in de effecten van maatschappelijke ongelijkheid op gezondheid. Zijn boek Healthismus verscheen in november 2024 bij het Duits Psychosozial Verlag.
Vertaling: Tina Hoenderdos