Actiegroepen sterven niet, ze bloeden leeg, waarna een onbeheerd Twitteraccount de laatste overgebleven herinnering is. Zei iemand Occupy? Precies. De bekendste uitzondering hierop is uiteraard Provo, dat zichzelf in 1967, na twee jaar vol provocaties, ontregeling en gein, begroef in het Vondelpark in Amsterdam. Als de provo’s íets konden was het gemakzuchtige journalisten snel een stukje bezorgen, waarna zij weer de kroeg in konden. Maar wanneer een mediafenomeen als Provo een truc wordt, dus enkel bestaat omwille van zijn eigen bestaan, dan kan je beter de eer aan jezelf houden.
Ook de klimaatactiegroep Code Rood maakte eind januari zelf bekend dat deze zichzelf ophief, of ‘composteerde’, zoals de leden het zelf noemen. De groep wil een vruchtbare bodem worden voor netwerken en ideeën in de strijd tegen de wereldwijde klimaatcatastrofe. De afgelopen jaren timmerde Code Rood aan de weg met campagnes en directe acties tegen de overslag van steenkool in de Amsterdamse haven en de gaswinning in Groningen en bond ze de strijd aan met een van ’s werelds meest invloedrijke multinationals. Maar hoe kijken leden zelf terug op de acties? Welke waren goed en welke konden beter? Kunnen we uit het voorbeeld van deze actiegroep lessen trekken over de wijze van organiseren, of hoe om te gaan met politierepressie?
Gasdrama
Hanneke is beslist als aan haar wordt gevraagd welke actie van Code Rood zij het beste vond. ‘Dat was de blokkade van het gastankpark in Farmsum in 2018.’ In het dorp onder de rook van Delfzijl staan opslagtanks die een infrastructurele halsslagader zijn voor de gaswinning in Groningen: als de toegang ertoe geblokkeerd wordt, moet het oppompen van gas stoppen. Eind augustus van dat jaar organiseerde Code Rood een actiekamp, waar de blokkade werd georganiseerd. ‘Het was een groot actiekamp met honderden mensen,’ legt Hanneke uit. ‘Maar het belangrijkste van de actie was de solidariteit met Groningers. Door de blokkade werd er meer aandacht gecreëerd voor de problematiek waarmee de inwoners van het gebied te maken hadden. Er waren al eerdere acties geweest, zoals de fakkeltochten van de Groninger Bodem Beweging, maar dit was de grootste burgerlijke ongehoorzaamheidsactie tot op dat moment.’
De reden waarom Code Rood juist in Groningen actie ging voeren is dat in het gasdrama veel aspecten van klimaatvernietiging samenkomen. Vanaf 1963 hebben de Nederlandse staat, Shell en ExxonMobil 428 miljard euro verdiend aan de gaswinning, waarbij 363,7 miljard voor de schatkist was en 64,7 miljard samen voor de oliebedrijven. Deze bedragen staan in schril contrast tot het leed dat de bewoners van het winningsgebied moeten doorstaan, tot op de dag van vandaag. Door de gaswinning ontstonden er aardbevingen, huizen verzakten en inwoners waren bang dat ’s nachts het plafond naar beneden kon vallen. Tel daarbij op dat oliebedrijven als Shell en ExxonMobil verantwoordelijk zijn voor een belangrijk deel van de historische CO2-uitstoot en je ziet hoe de economische, ecologische en sociale effecten van uitbuiting met elkaar verstrengeld zijn.
Domino-effect
Code Rood wilde met haar acties niet alleen de technische infrastructuur van de fossiele reus Shell platleggen, maar ook de juridische. Klinkt abstract en ingewikkeld, tot je er meer over nadenkt. Ieder jaar komen de aandeelhouders van het oliebedrijf bij elkaar om te stemmen over de koers van het bedrijf (meer olie), het dividend (meer naar de aandeelhouders) en het groene beleid (heeft iemand een vergrootglas). Met een gedurfd en brutaal plan zou Code Rood in 2020 de aandeelhoudersvergadering in het Circustheater in Scheveningen platleggen. Andreas Malm, de Zweedse auteur van onder meer Eco–sabotage of hoe je een pijpleiding opblaast, noemde het plan een van de meest ‘spannende massa-acties’ van het moment. Maar door de coronacrisis kon het plan, waar maanden voorbereidingswerk in was gegaan, in de kliko. Ook Fleur werd overvallen door de pandemie. ‘Niemand had dit natuurlijk kunnen zien aankomen’, vertelt ze, ‘maar daardoor zag ik wel in wat het nadeel is van één grootschalige actie organiseren. Er is één dag waarop alles goed moet gaan en daardoor waren wij niet zo flexibel als we zouden willen.’ Ook het energieniveau in de actiegroep daalde doordat ze al hun werk door hun vingers zagen glippen. Met de kennis van nu vraagt Fleur zich af of het niet beter was geweest om verschillende acties te organiseren, zoals Extinction Rebellion doet. ‘Hadden we zo meer impact kunnen hebben?’ Ook wijst ze erop dat door het open organisatie-idee van XR — ieder dorp of stad kan zijn eigen XR-groep beginnen, zolang ze maar een set ideeën onderschrijft — werk over meer mensen verspreid kan worden. Te veel werk kwam volgens haar nu neer bij een kleine groep mensen en zij ziet hierin een les voor de toekomst. ‘Hoe hadden we meer mensen kunnen betrekken die niet veel kunnen vergaderen of tijd spenderen aan voorbereiding? Het is belangrijk dat mensen met minder tijd, zoals die voltijds werken of familie hebben, ook kunnen meedoen in een organisatie.’
De groots aangekondigde actie bij de aandeelhoudersvergadering in mei 2020 werd gedecimeerd tot een protest van twintig mensen, drie meter van elkaar en zonder muziek of versterkt geluid. Toch is deze actie een steen in de dominoreeks die ervoor heeft gezorgd dat het voormalige Royal Dutch Shell — tegenwoordig ‘enkel’ Shell — zijn biezen heeft gepakt naar Londen. Milieudefensie versloeg de oliereus in de rechtszaal en zorgde ervoor dat Shell zijn CO2-uitstoot in 2030 met 45% moet verlagen ten opzichte van 2019. Fossil Free Culture verdreef met haar sublieme interventies het oliebedrijf uit het Van Gogh Museum en het Concertgebouw. Waar Shell zich voorgaande decennia beriep op zijn social license to operate — als oliedealer bood het bedrijf slechts een product aan — wordt nu meer en meer duidelijk dat het in de aard van fossiele bedrijven zit om niet bij te dragen aan het oplossen van de klimaatcrisis. Hun verdienmodel is ons probleem.
Tweespalt zaaien
Waar miljarden op het spel staan is een gevecht om de status quo te behouden niet ver weg. Alle genoemde actiegroepen — van de kleinere tot internationale ngo’s — hebben de laatste jaren te maken gekregen met intimidatie en repressie door de politie: van direct geweld bij demonstraties tot huisbezoeken en het werven van informanten. Maria kan zich het geweld van de politie bij de blokkade in Groningen in 2018 nog herinneren. ‘Totaal onnodig grepen agenten naar de wapenstok om op zittende demonstranten in te slaan. Een overdreven en heftige reactie, als je het mij vraagt.’
Zij wijst erop dat repressie kan zorgen voor een chilling effect. Als ik in de gaten wordt gehouden, zal ik dan nog wel gaan demonstreren? Moet ik nog wel mijn mening uiten op sociale media? Voor Maria was de aandacht van politie en veiligheidsdiensten ook een teken dat Code Rood goed bezig was. ‘Je wordt alleen in de gaten gehouden als ze denken dat je een daadwerkelijke bedreiging voor de belangen van de fossiele industrie vormt, dus dat motiveerde wel om door te gaan.’
In juni 2019 kozen enkele klimaatactivisten de vlucht naar voren en publiceerden een opiniestuk in NRC waarin ze de politie opriepen te stoppen met het intimideren van klimaatactivisten. Een verstandige keuze, vinden de leden van Code Rood. Praat over politie-intimidatie met vrienden en zorg ervoor dat je niet alleen bent. ‘Maar laat je ook niet gek maken’, waarschuwt Maria — als de politie wil infiltreren lukt het toch wel. Bij burgerlijke ongehoorzaamheid ligt voor haar de kracht in de open organisatie: doordat de informatie al bij iedereen bekend is, hoef je minder bang te zijn voor intimidatie. Voor Fleur hielp het dat na het NRC-artikel op verschillende plekken in het land informatieavonden werden georganiseerd waarbij experts, zoals advocaten en andere activisten, vertelden wat je rechten zijn en hoe je het best met dit soort situaties om kon gaan.
Een van de belangrijkste lessen van Maria is dat een actiegroep nooit moet meegaan in een frame over ‘goede’ en ‘slechte’ activisten. Keer op keer probeert de politie tweespalt te zaaien door een onderscheid te maken tussen, bijvoorbeeld, ‘goede demonstranten’ en ‘slechte relschoppers’, waarna dit een eigen leven gaat leiden in media en ervoor zorgt dat een actiegroep achter een microfoon aan moet hollen. ‘Ga niet mee in dit soort frames: ze zijn enkel bedoeld om verdeeldheid te creëren binnen een actiegroep’, vindt Maria. Vaak is ‘geweld’ daarbij het scheidende element, maar dan wel volgens de definitie van de politie. Een hek rondom een jaknikker openknippen? Geweld. Decennia gas oppompen, miljarden verdienen en tienduizenden Groningers in de problemen storten? Business opportunity. Houd je ogen op de bal, raadt Maria aan: laat je niet leiden door wat er over je gezegd wordt, maar vertel je eigen verhaal, want de feiten over klimaatvernietiging en de namen van de grootste verantwoordelijken zijn bekend.
Teun Dominicus is redacteur van Jacobin Nederland.