In het Financieel Dagblad van vrijdag 6 september 2024 was te lezen dat het nodig is ‘de krijgsmacht als geheel afschrikwekkender te maken’ en dat er daarvoor 1 miljard euro is uitgetrokken. De samenleving moet zich ‘bewuster […] worden van de toenemende onveiligheid en zich […] voorbereiden, anders kan Nederland ontwricht raken.’ Het lijkt net alsof die toenemende onveiligheid zomaar uit de lucht komt vallen en we daar niets anders tegen kunnen doen dan ons erop voorbereiden. Alsof er geen krachten zijn die actief aan die onveiligheid bijdragen. Dit angst aanjagen voor oorlogsgeweld moet de indruk wekken dat het hier om een volkomen nieuwe, uitzonderlijke situatie gaat.
Maar er zijn wel degelijk krachten die baat hebben bij oorlog en er alles aan zullen doen om dat gevoel van onveiligheid te versterken. In de eerste plaats de wapenindustrie. Zij is voortdurend op zoek geweest naar vijandbeelden om haar wapentuig aan de man te kunnen brengen. En ze lijkt altijd wel weer een aanleiding te vinden om naar dat wapentuig te laten grijpen. Zodat het er steeds op uitdraait dat er volop gelegenheid ontstaat om dat wapentuig in de oorlogspraktijk te perfectioneren. Een doortrapt voorbeeld van zo’n perfectionering vormt de recente zogenaamde pieper-aanval op mensen in Libanon, waarvan zonder enig onderzoek of rechtspleging werd aangenomen dat ze lid waren van Hezbollah.
Om onszelf te ontdoen van het idee dat de ‘toegenomen onveiligheid’ als een soort natuurverschijnsel op ons af komt, is het nuttig om de ontwikkelingen op het gebied van oorlog en vrede van de afgelopen eeuw eens te bezien vanuit het gezichtspunt van de wereldwijde wapenindustrie. Zo’n terugblik brengt ons vanzelf bij de twee vijandbeelden die op dit moment de allernieuwste vormen van oorlogsvoering in hun greep hebben, dat van de Russen die binnenkort aan onze grenzen zouden staan, en dat van de moslims die het hele Westen zouden willen beheersen. Het brengt ons ook bij wat misschien nog wel belangrijker is voor de wapenindustrie, dat er opnieuw een oorlogssfeer ontstaat, waarin zij haar manier van werken ongestoord kan doorzetten.
De wapenindustrie na WOI
Laten we net na de Eerste Wereldoorlog beginnen. Een oorlog die eigenlijk nergens over ging – of misschien kun je beter zeggen: die over de wederzijds opgeklopte vijandbeelden ging – was achter de rug en er heerste treurnis bij de wapenindustrie die nu driftig op zoek moest naar een nieuwe vijand. Gelukkig hoefde er niet lang gezocht te worden, want de Duitsers bleken zich zo vernederd te voelen door hun verlies en de hoge herstelbetalingen, dat ze al gauw een nieuw oorlogsdoel vonden in hun oude tegenstanders. Voor de wapenindustrie braken er al snel weer gouden tijden aan.
Nadat in 1933 de Nazi’s in Duitsland aan de macht waren gekomen sloot zich in 1936 eerst het eveneens fascistische Italië bij hen aan en later ook Japan. Ondertussen pleegde in Spanje generaal Franco een staatsgreep, maar daarop kreeg hij zoveel gewapende tegenstand, ook van internationale brigades, dat hij pas in 1939 aan de macht kon komen om er zijn dictatuur te vestigen.
In al deze fascistische en autocratische staten werd vanaf het allereerste begin koortsachtig gewerkt aan de opbouw van een militair apparaat, niet in de laatste plaats met het oog op de eigen binnenlandse ‘zuiveringen’. Maar al gauw konden ook de gefabriceerde vliegtuigen, bommen, tanks, kanonnen en geweren hun dodelijke kracht gaan bewijzen, want in 1939 begon Nazi Duitsland de omliggende Europese landen binnen te vallen en in 1940 was Nederland aan de beurt.
Aan de andere kant van de wereld in de Pacific was Japan al langer bezig zich landen toe te eigenen. In 1941 bombardeerde het in Pearl Harbour de Amerikaanse vloot en viel het daarmee de VS aan. In 1942 veroverde Japan de kolonie Nederlands Indië waar wij Nederlanders nog volop de scepter zwaaiden. Daar leidde ik toen als kind mijn koloniale luxeleventje met mijn ouders, zus en broertje, omringd door een schare Indonesische bedienden. Ik zie nog voor me hoe mijn moeder vanaf haar stoel aan de ontbijttafel haar opdrachten gaf aan onze kokkin die gehurkt op de grond naast haar zat.
Alliantie tegen het fascisme
In reactie op al het fascistische oorlogsgeweld sloten Frankrijk, Groot Brittannië, Canada en de VS zich aaneen tot de Westerse geallieerden en daarmee was een nieuwe wereldoorlog een feit. En in 1941 sloot ook de Sovjet Unie zich daarbij aan.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zorgden de wapens eerst voor vernielde huizen, scholen, gebouwen, fabrieken en miljoenen doden en gewonden. En tijdens de daaropvolgende bezettingen werd wapengeweld ingezet om de duizenden inwoners die in verzet kwamen gevangen te nemen, uit te hongeren en te martelen. De vele getraumatiseerde overlevenden en vluchtelingen zouden daarna nog decennialang vervuld blijven van wraakgevoelens, tot in de zoveelste generatie. Hetzelfde gold voor de nabestaanden van de zes miljoen joden die de Nazi’s hadden vermoord in een doortrapte militaire constructie. Die bestond uit een fuikmechanisme waarmee ze de joden stap voor stap in het nauw hadden gedreven om ze uiteindelijk te vernietigen in een industriële moordmachine.
Op 8 mei 1945 gaf Nazi Duitsland zich over aan de geallieerden, Italië had zich al eerder overgegeven en Spanje kreeg de kans voorlopig fascistisch te blijven. Maar in de Pacific moest nog een paar maanden worden doorgevochten tegen het Japanse leger dat wel al sterk verzwakt was en met zijn wanhopige kamikazevluchten nog probeerde zijn onvermijdelijke ondergang uit te stellen.
In Europa waarde al sinds het begin van de eeuw het communisme rond en dus betreurden de Westerse geallieerden het zeer dat zij de Sovjet Unie nodig hadden gehad om Nazi Duitsland te verslaan. Maar gelukkig had zich al meteen in 1945 de mogelijkheid voorgedaan om een zogenaamde Koude Oorlog te ontketenen. Nadat Nazi Duitsland op 8 mei 1945 zijn overgave had ondertekend, overlegden de geallieerden over hoe het nu verder moest met de oorlog in de Pacific. De Sovjets lieten weten dat de enorme verliezen aan mensenlevens die zij hadden geleden, maakten dat zij enige tijd nodig zouden hebben om zich te herstellen. Zij zouden daarom pas drie maanden later, dat was om precies te zijn op 8 augustus 1945, mee gaan helpen met de oorlog tegen de Japanners in de Pacific.
Maar in plaats van daarop te wachten gooiden de VS overhaast op 6 en op 9 augustus 1945 atoombommen op twee Japanse steden, Hiroshima en Nagasaki. Er stierven honderdduizenden burgers, en de duizenden overlevenden die op kilometers afstand van de explosie toch atoomstraling hadden opgelopen, zouden daarvan nog tientallen jaren de gevolgen ondervinden, zoals kanker en misvormingen bij hun ongeboren kinderen. Maar op 15 augustus 1945 capituleerde Japan inderdaad.
In het Japanse concentratiekamp op Java, waarin ik samen met mijn moeder, zus en broertje gevangen zat, kregen wij te horen dat het dit wonder van vernuft, deze atoombom was geweest die de Japanners tot overgave had gedwongen. Ik was toen bijna elf jaar oud en begreep al heel wat. Ik stelde me voor hoe al die mannen, vrouwen en kinderen neervielen en langzaam doodgingen en vond het akelig dat dat allemaal nodig was geweest om mij mijn vrijheid terug te geven. Het was waar dat de Japanners ons al die jaren opgesloten hadden en de grote mensen zeiden dat de Amerikanen hun kracht hadden moeten laten zien aan de Japanners.
Maar waarom hadden ze die bommen dan niet op een onbewoond eiland gegooid? Daarop kreeg ik geen antwoord en toen ik eenmaal volwassen was, werd me duidelijk dat het nog erger was geweest: de bewoonde stad Hiroshima was met cynische zorgvuldigheid uitgekozen omdat het omringende gebergte de kracht van de explosie zou vergroten. Ook drong zich toen bij mij de vraag op of, en in hoeverre, het gegeven dat het hier om niet-witte mensen was gegaan, had meegespeeld bij het besluit de bom te gooien.
Deze visie, dat het eind van de Tweede Wereldoorlog te danken zou zijn geweest aan die twee atoombommen doet nog steeds opgeld, maar moet naar het rijk der fabelen worden verwezen. Want op dat moment waren de onderhandelingen over de overgave van Japan al bijna afgerond en gingen die alleen nog over de angst van de Japanners dat hun keizer zijn goddelijke status zou verliezen.
Mythevorming om onrechtvaardige oorlogshandelingen te rechtvaardigen
Waar het de VS in werkelijkheid om ging was het buiten spel zetten van de Sovjet-Unie, ze wilden bewerkstelligen dat de Russen niet mee zouden doen met de naoorlogse bezetting van Japan en zo min mogelijk invloed zouden krijgen in de Pacific en dat is ze dus gelukt. En daarmee was in feite de zogenaamde Koude Oorlog begonnen, de breuk tussen het kapitalistische Westen en het communistische Oosten. Ook had de Westerse wapenindustrie op deze manier in één klap het alleenrecht verworven op het atoomwapen. En dat zou zo blijven tot 1949, toen de Sovjet-Unie een eigen kernwapen ontwikkelde.
De Koude Oorlog verdeelde Europa met een IJzeren Gordijn in twee delen en tot grote vreugde van zowel de Westelijke als de Oostelijke wapenindustrie begon men zich aan beide zijden meteen tot de tanden toe te bewapenen. Niet in de laatste plaats met gigantische hoeveelheden kernwapens, die gezamenlijk al het leven op aarde zouden kunnen vernietigen. Er deden zich een paar doodenge incidenten voor die de vlam in de pan hadden kunnen doen slaan, maar algemeen wordt aangenomen dat de dreiging over en weer, het afschrikkingsevenwicht (the balance of terror) heeft gemaakt dat die wapens toen niet zijn gebruikt.
Tegelijkertijd stortten de wapenindustrieën van beide zijden zich vol begeestering op het ontwikkelen van langeafstandswapens, ook die waarmee kernkoppen konden worden vervoerd. Die hadden het morbide voordeel dat de militairen die aan de knoppen zaten niet meer lastig werden gevallen door de aanblik van wat zij aanrichtten. Dat was al het geval geweest met de bommen die uit vliegtuigen op burgers werden neergelaten. Zoals door de Engelsen op Duitse steden in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. En zoals door de VS op de Japanse stedelingen; het schijnt dat één van deze piloten later krankzinnig is geworden van berouw.
In al deze gevallen konden de daders hun doelwit nog vanuit de verte waarnemen of daarvan althans enig vermoeden hebben. Maar met de raketten en drones die nadien werden ontwikkeld zou het daderschap volkomen worden losgekoppeld van de te vermoorden mensen. Voor zover er in oorlogvoering ooit iets van medemenselijkheid heeft geschuild, werd die zo volledig afgeschaft. Een mooie bijvangst voor de wapenindustrie bestond eruit dat de gebruikers van de wapens, de consumenten dus in zekere zin, met iedere meter die de afstand tot hun doelwitten groter werd, zelf minder gevaar zouden lopen.
Intussen had zich in 1948 nog een land aangesloten bij het Westen, Israël, dat zich al gauw begon te voorzien van een indrukwekkende hoeveelheid wapens, waaronder later ook kernwapens. Eerst dienden de conventionele wapens om een deel van de oorspronkelijke bewoners van het gebied, de Palestijnen, te verjagen en daarna om ze, onder meer in de vele vluchtelingenkampen, onder controle te houden. En vervolgens dienden de wapens Israël om zich te verdedigen tegen de islamitische landen die het omringen en die het land in 1967 inderdaad aanvielen. Daarna bezette Israël delen van die landen en die bezettingen duren nog steeds voort.
Wapengebruik bij de wereldwijde dekolonisatie
Buiten Europa was de Koude Oorlog dus alles behalve koud en wierp voor de Westerse wapenindustrie nog heel wat meer rijpe vruchten af. Nu er geen sprake meer was van een alliantie met de Sovjet-Unie, kon het vijandbeeld van het dreigende communisme dankbaar worden ingezet om overal in de wereld onafhankelijkheidsstrijders verdacht te maken en gewapenderhand te bestrijden. Zij hadden na de Tweede Wereldoorlog de moed gevat zich aan hun Westerse kolonisatoren te ontworstelen en lang niet allemaal vonden ze het vanzelfsprekend dat het kapitalisme hun toekomstige economische maatschappijvorm zou zijn. Tegelijkertijd waren op het platteland van China communistische opstandelingen opgerukt die in 1949 de Volksrepubliek China stichtten. En dit China ging, samen met de Sovjet-Unie, als voorbeeld fungeren voor enkele van die gedekoloniseerde nieuwe staten.
Ook de wapenindustrieën in de landen die toen communistisch waren, zoals de Sovjet-Unie, Cuba en China, draaiden tijdens de Koude Oorlog op volle toeren. Met die wapens, en soms ook bijgestaan door uit die landen afkomstige militairen, werden overal in de wereld vrijheidsstrijders ondersteund die in opstand waren gekomen tegen hun koloniale overheersers.
Een van de landen die een communistische maatschappijvorm aannamen, was Noord Vietnam en tussen 1955 en 1975 voerden de VS daar een gruwelijke oorlog waarbij ze het land overlaadden met ‘bomtapijten’. Ook cluster- of -fragmentatiebommen die niets kunnen uitrichten tegen militaire objecten maar des te meer tegen menselijke lichamen, kreeg de bevolking in grote hoeveelheden toegeworpen. Een doortrapt aspect van deze bommen is dat wanneer de fragmenten eenmaal zijn binnengedrongen in een lichaam, ze daar gaan rondzwerven en hevige pijnen veroorzaken, zodat de getroffene wordt uitgesloten van de strijd. En niet te vergeten de Napalm die bedoeld was om hun oogsten te vernietigen en hen tegelijkertijd te beroven van hun schuilplaatsen, die zij vervolgens ondergronds herbouwden. Uiteindelijk is het Noord- en Zuid-Vietnam samen gelukt de VS uit hun land te verdrijven.
Een andere kolonie waar tijdens de Koude Oorlog vier jaar lang een bloedige strijd werd gestreden om onafhankelijkheid was Nederlands Indië, dat Indonesië ging heten. Mijn ouders, die hun verblijf in de kolonie waren begonnen als doorsnee kolonialen, hadden in de Japanse kampen zelf ervaren wat het betekent onderdrukt te worden en zijn de Indonesiërs toen onvoorwaardelijk gaan steunen. En dat leverde ons gezin heel wat agressie op. Vergiftigd als de meeste Nederlanders waren met koloniale racistische vooroordelen, konden zij niet inzien dat geen enkel volk zich eeuwenlang laat onderdrukken, maskeerden zij hun militaire acties als gerechtvaardigd politieoptreden en vatten zij onze steun aan de onafhankelijkheidsstrijd op als landverraad.
Ook Indonesië begon zich al gauw nadat het onafhankelijk was geworden, af te vragen welke economische ordening het zou ontwikkelen en keek daarbij onder meer naar het communistische China. Dat werd in het Westen met argusogen gadegeslagen. Maar nu duidelijk begon te worden hoe moeizaam de openlijk militaire pogingen van de VS verliepen om Vietnam van die keuze af te houden, werd in 1965 naar een geheim wapen gegrepen dat veel effectiever zou blijken. De geheime diensten van Nederland en van tal van andere Westerse landen spanden samen met de rechtse krachten in Indonesië zelf, om een massamoord van ongekende omvang te ontketenen op vermeende communisten. Zo werd de democratisch gekozen communistische partij van Indonesië vernietigd en verzekerde het Westen zich de volgende dertig jaar van een dictatuur die het kapitalisme volledig toegedaan was. Met een dictator die al die jaren voortging met het zonder vorm van proces gevangen zetten en martelen van tegenstanders, zonder dat het Westen hem een strobreed in de weg legde.
Vanzelfsprekend gold voor al dit openlijke en geheime geweld wat voor alle vormen van geweld geldt: dat er grote aantallen doden en gewonden vallen en trauma’s ontstaan die generaties lang voortwoekeren en de kiem zullen vormen van nieuw oorlogsgeweld. En dat de vele vluchtelingen onnoemelijk zullen lijden en ontheemd een nieuw bestaan zullen moeten opbouwen in een vreemd land.
Het nieuwe vijandbeeld: de Islam
Als aan het ene vijandbeeld een einde komt, ontstaat er onmiddellijk behoefte aan een nieuw vijandbeeld. In 1989 en viel het IJzeren Gordijn en kwamen in Europa het kapitalistische Westen en het communistische Oosten weer met elkaar in contact. Voorlopig zag het er niet naar uit dat de tegenstelling kapitalisme/communisme nog bruikbaar zou zijn om nieuwe wapens te produceren en te verhandelen. Ook de vele opgeslagen kernbommen zouden op korte termijn geen winsten opleveren, want die moesten alleen nog maar goed bewaakt worden, zolang er geen gebruik van kon worden gemaakt.
Treurnis alom bij de wereldwijde wapenindustrie, want waarover zouden nu nieuwe profijtelijke vijandschappen kunnen opbloeien? Maar al gauw verscheen voor het Westen precies op tijd een bruikbare nieuwe vijand op het wereldtoneel: de Islam. Er bestond in de voormalige koloniserende landen binnen Europa al de nodige islamofobie, voortkomend uit het aloude minachtende racisme dat in de koloniale tijd hoogtij had gevierd. Die islamofobie vond nu een dankbaar doelwit in de vele islamitische gastarbeiders die in Europa waren binnengestroomd. Bovendien waren juist in 1987 in Israël de, overwegend islamitische, Palestijnen begonnen met hun eerste Intifada.
Midden in die aanzwelling van anti-moslim geluiden viel de Westerse wapenindustrie op 11 September 2001 een onverwachte meevaller in de schoot: de aanslag op de Twin Towers. Daarmee leek de Islam als nieuw vijandbeeld zijn ultieme rechtvaardiging te vinden en kostte het de Westerse wapenindustrie nauwelijks meer moeite om nieuw oorlogsgeweld te ontketenen, en zo begon de ‘War on Terror’. Landen met een grote moslimpopulatie zoals Irak, Afghanistan en Libië werden met enorme hoeveelheden wapentuig tot volstrekte ontwrichting gebombardeerd. En midden in deze fase diende zich in 2011 nog Syrië aan, waar voor de wapenindustrie van beide kanten nog heel wat te halen viel en ook daar greep de totale chaos om zich heen.
Ondertussen had de wereldwijde wapenindustrie vlijtig doorgewerkt aan het met digitale middelen uitrusten van langeafstandswapens, raketten en drones. Een wrang voortvloeisel uit deze technologische vernieuwing is dat wat juist zo’n voordeel was geweest van de oorspronkelijke langeafstandswapens, dat de daders niet meer hoefden te zien wat ze aanrichtten, nu weer helemaal ongedaan is gemaakt. Degenen die aan de knoppen zitten kunnen nu tot in detail gadeslaan waarop ze hun pijlen richten en hoe hun slachtoffers daarbij de dood vinden. Onveranderd is dat zijzelf buiten levensgevaar blijven, maar bij een enkeling zal dit toch leiden tot de terugkeer van de gewetensnood van weleer. Maar geen zorgen, ook daarvoor is binnen de wapenindustrie alweer een oplossing gevonden: een sterke verbetering van de PTSS-therapieën.
De wapenindustrie laat haar ware gezicht zien
De grootste stap terug in medemenselijkheid heeft de wapenindustrie gezet met de ontwikkeling van raketten waarmee zonder enige explosie te veroorzaken, mensen in verre landen uit de weg kunnen worden geruimd. Vlak voordat de kop van het projectiel de hals bereikt van een levend mens dat ergens van verdacht wordt, schieten daar zes vliegensvlug ronddraaiende messen uit die het eigenlijke werk doen. Aan zo’n moord gaat geen enkele rechtspleging vooraf, aan het land in kwestie is van tevoren geen oorlogsverklaring afgegeven, laat staan dat de getroffenen de kans hebben gekregen te vluchten. Onlangs pleegde Israël op deze manier twee moorden op moslims, een op een man in Beiroet en een in Teheran.
En nog weer later, op 17 september 2024, werd een moreel dieptepunt bereikt toen de Israëliërs duizenden ‘piepers’ gebruikten om mensen in Libanon uit te schakelen waarvan zonder enige rechtspleging werd aangenomen dat ze lid waren van een organisatie die steun biedt aan de strijd van de Palestijnen in Gaza en op de Westoever. Voorafgaand aan die explosie ging de pieper af zodat de mensen hem tevoorschijn haalden en de hand waarmee ze dat deden en één of beide ogen verloren. Of, als ze niet op het signaal reageerden, explodeerde de pieper in hun broekzak en verloren ze organen of raakten ze gecastreerd.
Toch bleef de Westerse wapenindustrie steeds op zoek naar andere vijandbeelden dan de Islam. Niet dat dat vijandbeeld bezig was op korte termijn te verdwijnen, want nog in 2014 kregen de Palestijnen die moesten leven in de Gazastrook, te maken met hevige Israëlische bombardementen die zeven weken duurden en duizenden doden en gewonden kostten. De bittere waarheid was bovendien dat de mannen, vrouwen en kinderen niet konden wegvluchten omdat ze opgesloten zaten binnen hekken die voorzien waren van de meest geavanceerde apparatuur en wachttorens om op de vluchtelingen te kunnen schieten. In dit geval was de aanleiding de moord op drie Israëlische jongeren op de Weselijke Jordaanoever.
Maar ondertussen was ook de Russische wapenindustrie weer op volle toeren gaan draaien waarbij hun ervaringen met de omsingelende NAVO goede diensten bewezen, zodat Oekraïne hun vijandbeeld kon worden. Dat kwam de Westerse wapenindustrie heel goed uit. In de Westerse wereld bleek nog genoeg anti-Sovjet-ressentiment voorhanden om de bestaande spanningen en vijandelijkheden tussen Oekraïne en Rusland (dat al lang niet meer communistisch is) vanaf 2014 met kracht te gaan aanwakkeren. Het schrikbeeld uit de Koude Oorlog, ‘De Russen zijn in aantocht’ bleek nog levensvatbaar genoeg.
Deze twee vijandbeelden, dat van de Russen die Europa bedreigen en dat van de moslims die de hele Westerse wereld op het oog hebben, zijn nu uitgemond in twee bloedige oorlogen die de wereldwijde wapenindustrie gigantische winsten opleveren. En die maken dat al hun wapensystemen uitgelezen gelegenheden krijgen om in de oorlogspraktijk – dat wil zeggen op menselijke lichamen – te worden uitgeprobeerd en vervolmaakt. Maar wat bijna nog voordeliger is, met die twee vijandbeelden zijn de geesten rijp gemaakt voor een sfeer waarin de wapenindustrie voor lange tijd haar hele manier van werken veilig heeft kunnen stellen.
Ook deze keer waren er natuurlijk weer de nodige aanleidingen en daarover is het laatste woord nog niet gezegd. Maar hoe daarover uiteindelijk ook gedacht zal worden, overeind blijft dat de wapenindustrie profiteert. De ene aanleiding was dat Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel, waarop de Oekraïners aanvankelijk reageerden met defensieve acties, maar geholpen door het Westen steeds offensiever te werk gaan. En de andere had plaats in 2023 en bestond uit een Palestijnse gewapende uitbraak vanuit Gaza met gevangenneming van meer dan tweehonderd Israëlische gijzelaars. Waarop het Israëlische leger reageerde, en nog steeds reageert, met buitenproportioneel wapengeweld tegen de bevolking die geen kant op kan, opgesloten als zij zit in een concentratiekamp ter grootte van twee maal Texel. Mannen, vrouwen en kinderen worden uitgehongerd, hen worden medische voorzieningen en drinkwater onthouden en ze worden voortdurend opgejaagd naar zogenaamd veilige plekken waar ze toch weer gebombardeerd worden. Steeds met de drogreden dat dit alles uitsluitend gericht is tegen de leden van Hamas. Er zijn nu al tienduizenden doden gevallen onder wie 16.000 kinderen.
En nu er met betrekking tot deze twee laatste oorlogen toch vredesonderhandelingen ‘dreigen’ voor de wapenindustrie, doen de Oekraïners met ondersteuning van het Westen, nog een verwoede poging om de oorlog te prolongeren door op Russisch grondgebied aan te vallen. En tonen de Israëliërs zich zo bevreesd dat er uiteindelijk toch een eind zal komen aan hun onderdrukking van het Palestijnse volk, dat ze iedere mogelijkheid dwarsbomen om tot een blijvende wapenstilstand te komen.
Alle oorlogen worden uiteindelijk beëindigd. Maar geen nood, voor het geval de wereldvrede toch onverhoopt uit mocht breken, is het Westen alvast weer aan het voorsorteren op een volgende oorlog, die met het, intussen niet meer communistische, China. Waarbij weer met dankbaarheid gebruik kan worden gemaakt van nog weer een andere echo uit het verleden, ‘Het Gele Gevaar’.
Anne-Ruth Wertheim (1934) studeerde biologie aan de Universiteit van Amsterdam en gaf daar jarenlang les in. Daarna brachten haar ervaringen als kind in Japanse interneringskampen en haar joodse achtergrond haar ertoe zich te wijden aan het onderzoeken en bestrijden van racisme. https://anne-ruthwertheim.com/