Zes weken nadat United Auto Workers (UAW) bij de drie grootste Amerikaanse autofabrikanten (Ford, General Motors en Stellantis) een historische staking in gang zette, heeft de vakbond een voorlopig akkoord gesloten met Ford, dat 57.000 UAW-leden in dienst heeft. De UAW kondigde het akkoord woensdagavond aan, na twee dagen intensief onderhandelen op het hoofdkantoor van Ford in Dearborn bij Detroit.
‘Maandenlang hebben we gezegd dat recordwinsten ook “recordarbeidscontracten” moeten betekenen,’ zegt UAW-voorzitter Shawn Fain in een video waarin het akkoord wordt aangekondigd. ‘En onze staking heeft resultaten opgeleverd. Wat op 15 september om middernacht in drie fabrieken begon, is een nationale beweging geworden.’
‘Dankzij de kracht van onze leden tijdens de stakingen, en dankzij de dreiging van nog meer stakingen, hebben we de meest lucratieve overeenkomst per lid bereikt sinds het UAW-presidentschap van Walter Reuther,’ voegde UAW-vicevoorzitter Chuck Browning eraan toe. Reuther leidde de vakbond van 1946 tot 1970.
De leden moeten nog beslissen
De UAW-leden bij Ford gaan weer aan het werk, terwijl de National Ford Council van de vakbond in Detroit bijeenkomt om de overeenkomst te bespreken. Op 29 oktober stemt dat orgaan of de overeenkomst naar leden wordt gestuurd. Als dat gebeurt, houdt de vakbond diezelfde avond nog een live-presentatie op Facebook om de leden de details van het contract te presenteren. Lokale vakbondsleiders komen regionaal bij elkaar om de overeenkomst door te nemen en deze met de leden te bespreken. Daarna zullen de leden stemmen over de ratificatie van het contract.
Browning beschrijft de beslissing om als Ford-leden weer aan het werk te gaan, als een ‘strategische zet’.
‘We gaan weer aan het werk bij Ford om de druk op Stellantis en GM te houden,’ zei Browning. ‘Het laatste wat we willen, is dat Ford weer op volle toeren draait terwijl zij maar wat aanrommelen en achterblijven.’
Bij Stellantis en General Motors (GM) is nog geen akkoord bereikt. De vakbond heeft de staking bij deze bedrijven deze week geïntensiveerd: 8.700 werkers bij de Sterling Heights Assembly Plant van Stellantis (ook bij Detroit) legden maandag het werk neer. Op dinsdag deden 5.000 werkers van de Arlington-fabriek van GM in Texas hetzelfde.
Op 11 oktober had de UAW de zeer winstgevende Kentucky Truck Plant van Ford al lamgelegd. Velen verwachtten dat het volgende doelwit van de vakbond het uitgestrekte River Rouge-assemblagecomplex van het bedrijf zou zijn, de locatie waar zich een beslissende strijd in de geschiedenis van de UAW afspeelde. In plaats daarvan bleken de onderhandelingen de afgelopen twee dagen intensief: de vakbond oefende druk uit op Ford om de voorgestelde verhoging van 23 procent over de looptijd van het contract te verhogen naar 25 procent.
Meer dan alleen forse loonwinst
Gisteren ging Ford hiermee akkoord. Rekening houdend met de kosten van levensonderhoud, verklaarde de vakbond dat dit neerkomt op een verhoging van meer dan 30 procent voor werknemers die het hoogste tarief verdienen. Hun loon zal stijgen tot boven de 40 dollar per uur. Leden die het laagste tarief verdienen, gaan er 68 procent op vooruit – hun loon stijgt naar ruim 28 dollar per uur. De vakbond had aanvankelijk een loonsverhoging van 40 procent geëist, een percentage dat overeenkomt met de loonsverhogingen die de directieleden van de Grote Drie de afgelopen vier jaar kregen. Ter vergelijking: de gecombineerde loonsverhogingen voor UAW-leden bij Ford in 2001-2022 bedroegen slechts 23 procent.
De volledige details van het akkoord zijn nog niet bekendgemaakt, maar volgens de UAW omvat het een onmiddellijke loonsverhoging van 11 procent en zullen tijdelijke werknemers gedurende de looptijd van het contract een loonsverhoging van meer dan 150 procent krijgen. Sommige werknemers in de Ford Sterling Axle- en Rawsonville-fabrieken krijgen na ratificatie een onmiddellijke loonsverhoging van 85 procent.
Naast de loonsverhogingen zegt de vakbond dat de overeenkomst concessies terugdraait die in de nasleep van de Grote Recessie zijn opgegeven, zoals de toelagen voor de kosten van levensonderhoud en de loonstijging na drie jaar (in plaats van de huidige zeven jaar). Hierdoor worden de loonklassen waarin sommige werknemers voor hetzelfde werk minder betaald kregen dan anderen, weggewerkt. Volgens de UAW omvat het akkoord ook een ongekend stakingsrecht bij fabriekssluitingen. De totale winst is meer dan vier keer zo groot als die van het contract van 2019.
‘We zeiden tegen Ford dat ze de schouders eronder moesten zetten, en dat hebben ze gedaan,’ aldus Fain. ‘We hebben iets voor elkaar gekregen dat niemand voor mogelijk hield. Sinds we begonnen om ons werk neer te leggen, heeft Ford 50 procent meer op tafel gelegd.’
EV-fabrieken blijven achter?
Wat betreft de details die tot nu toe zijn vrijgegeven, is het opvallendst dat er geen melding wordt gemaakt van Fords batterijfabrieken voor elektrische voertuigen (EV). Dit slinkt de hoop dat de vermeende overeenkomst van GM om zijn EV-fabrieken in het hoofdcontract van de UAW op te nemen, elders navolging zal vinden. Ford heeft de bouw van zijn 3,5 miljard dollar kostende EV-fabriek in Michigan tien dagen voor de staking stopgezet, een stap die Fain ‘een beschamend, nauwelijks verhuld dreigement van Ford om banen te schrappen’ noemde.
Ford leidde de Grote Drie tijdens een groot deel van de zes weken durende staking en stemde in met verschillende voorstellen voordat zijn tegenhangers bij GM en Stellantis dat deden. Deze voorlopige overeenkomst kan bepalend zijn voor het verdere verloop van de acties, en een model worden voor de andere autofabrikanten. Op zijn minst heeft de UAW nu een vijand minder, zodat ze de druk aan de twee resterende onderhandelingstafels verder op kan voeren.
Alex N. Press schrijft voor Jacobin US over de werkersstrijd.
Vertaling: Tina Hoenderdos