Open brief aan de hypocriete intellectuelen van Europa

Terwijl de wreedheden in Gaza voortduren, hullen Europese filosofen zich in stilzwijgen – of scharen ze zich ongegeneerd achter de bezetters. Het toont het morele failliet van de Europese intelligentsia, schrijft Franco Bifo Berardi in een open brief.
Israëlische tanks in Gaza, 4 januari 2024. Fotograaf: Yair Fridman. Bron: Wikimedia Commons

Jacobin #1 is uit.
Abonneer je voor €30 en we sturen hem op.

Ooit werden filosofen geacht de hoeders te zijn van ethische coherentie en intellectueel fatsoen. In het huidige culturele landschap van Europa lijkt er van deze traditie niets meer over.

In de mainstream media en ook binnen de academie hebben conformisme, hypocrisie en medeplichtigheid met de machtigen de plaats ingenomen van intellectuele moed. Een paar weken geleden publiceerde de vooraanstaande Duitse filosoof Jürgen Habermas een statement vol begrip voor Israël, op hetzelfde moment dat Israël bezig was met een massamoord die door steeds meer mensen als genocide wordt bestempeld.

In die tekst schreef de filosoof (samen met een aantal van zijn collega’s) dat ‘het vergelijken van het bloedvergieten in Gaza met een genocide de grenzen van een aanvaardbaar debat overschrijdt’, maar ze lieten na uit te leggen waarom het toelaatbaar is dat Israël miljoenen mensen opsluit, de huizen van miljoenen Palestijnen binnenvalt en vernietigt en tienduizend kinderen doodt in twee maanden, terwijl wij deze acties niet als genocide aan de kaak mogen stellen. Israël schiet zonder onderscheid op Palestijnse mensen die gevangen zitten in de helse gevangenis die Gaza heet, maar filosofen mogen dit geen genocide noemen, zeker niet in Duitsland. Waarom niet?

Het stilzwijgen is zo totaal dat ik tot de conclusie ben gekomen dat Europese intellectuelen een uitgestorven soort zijn. Een corporatie van hypocrieten heeft hun plaats ingenomen.

Toen Duitse intellectuelen de woorden nie wieder (‘nooit meer’) zeiden, dacht ik in mijn naïviteit dat ze wilden zeggen: nooit meer etnische zuivering, nooit meer massadeportatie, nooit meer rassendiscriminatie, nooit meer vernietigingskampen, nooit meer nazisme. 

Wanneer ik de woorden van Habermas en van de leden van de Europese politieke elite lees, terwijl ik luister naar de stilte van het gros van degenen die ooit intellectuelen waren, dan begrijp ik dat die twee woorden een andere betekenis hebben. Ik begrijp dat ‘nie wieder’ vanuit een Duits standpunt als volgt geïnterpreteerd moet worden: nadat we zes miljoen Joden, twee miljoen Roma en Sinti, driehonderdduizend communisten en twintig miljoen sovjets hebben gedood zullen wij, de Duitsers, Israël onvoorwaardelijk verdedigen, want zij zijn niet langer de vijand van ons superieure ras, maar deel van dit ras. Daarmee hebben zij het privilege verkregen dat wij al hadden: het privilege van de kolonisator, de uitbuiter, de verdelger. 

Israël is opgenomen in de suprematistenclub, zodat het mag doen wat wij de inheemse bevolking van Zuid- en Noord-Amerika hebben aangedaan, en de aboriginals van Australië, enzovoort, enzovoort. Wij, het blanke ras, hebben besloten dat onze nieuwe bondgenoot aan de kust van de Middellandse Zee een vernietigingskamp mag bouwen: laten we het Auschwitz aan Zee noemen. 

Het stilzwijgen hierover is zo totaal dat ik tot de conclusie ben gekomen dat Europese intellectuelen een uitgestorven soort zijn. Een corporatie van hypocrieten heeft hun plaats ingenomen. In Frankrijk en Duitsland lijken de autoriteiten niet van zins te accepteren dat men de waarheid spreekt over wat er in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever gebeurt. Afwijkende meningen zijn verboden, boeken worden van de bibliotheekplanken verwijderd, en als het op de effecten van 75 jaar Israëlisch geweld aankomt, als het gaat om de slachtingen die übermenschen dagelijks onder untermenschen aanrichten, dan is er geen vrijheid van meningsuiting.

Vroeger geloofde ik dat rede en mensenrechten bedoeld waren als universele waarden, maar nu begrijp ik dat ‘universeel’ voor Europese intellectuelen betekent: wit.

Om onze volmaakte democratie te beschermen, gedragen de Duitse autoriteiten zich zoals in de tijd van de Stasi. Om onze volmaakte democratie te beschermen, worden er in Palestina dagelijks kinderen vermoord. Zij lijden honger en dorst, zij staan blootgesteld aan kou, regen en ziekte, en natuurlijk aan bommen en nog meer bommen. Maar Europese intellectuelen mogen niet zeggen dat dit genocide is. Jonge mensen demonstreren in de steden tegen de Israëlische bezetting, apartheid en etnische zuivering, een groot deel van de Joden komt in opstand tegen de genocide, maar zij worden door de Europese hypocrieten beschuldigd van antisemitisme.

Vroeger geloofde ik dat rede en mensenrechten bedoeld waren als universele waarden, maar nu begrijp ik dat ‘universeel’ voor Europese intellectuelen betekent: wit. Hypocrisie voedt de duistere golf van racisme en agressie die in alle delen van de Europese Unie aanzwelt. De stille intellectuelen van Europa zijn verantwoordelijk voor het fascisme dat de Unie dreigt te overspoelen.

In 1941 schreven Horkheimer en Adorno:

Het concept van [het Verlichtingsdenken] zelf […] draagt de kiem reeds in zich van de achteruitgang die vandaag overal plaatsvindt. Als Verlichting de reflectie op dit regressieve moment niet in zich opneemt, dan bezegelt zij haar eigen lot. Als we de bezinning op de destructieve kant van vooruitgang aan de vijanden van vooruitgang overlaten, zal het denken, verblind door pragmatisme, zijn bevrijdende vermogen verliezen…

Deze woorden zouden herhaald moeten worden, terwijl we onze ogen sluiten voor tienduizenden verdrinkingsdoden in de Middellandse Zee en voor de realiteit van de Holocaust die het Palestijnse volk wordt aangedaan. 

Franco ‘Bifo’ Berardi is schrijver, filosoof en activist. In de jaren zeventig speelde hij een sleutelrol binnen de Italiaanse actiegroep Autonomia. Zijn werk richt zich op de positie van de arbeidersklasse en de rol van de media onder het post-industriële kapitalisme.

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang dit jaar twee nummers op papier