Nu is het moment voor Die Linke om echt oppositie te voeren

De sterke verkiezingsuitslag biedt Die Linke een beslissende kans om zichzelf te vernieuwen als radicale oppositiepartij. Om de AfD op de lange termijn te stoppen, moet de partij de komende jaren gebruiken om zich dieper in de samenleving te verankeren.
Die Linke viert de verkiezingsuitslag. In het midden staan partijvoorzitter en voormalig hoofdredacteur van de Duitse Jacobin Ines Schwerdtner, lijsttrekker Heidi Reichinnek en co-voorzitter Jan van Aken (Martin Heinlein)

Jacobin #2 is uit! Abonneer je voor €30 en ontvang hem op papier

De verkiezingsuitslag van zondag had reden tot zorg moeten zijn: Een nieuw centrumrechts blok heeft zich geconsolideerd rond de rechtervleugel van de CDU, geflankeerd door een opkomende AfD, die voorlopig uitgesloten blijft van de macht, maar bereid is om een toekomstige kanselier Merz ter rechterzijde te steunen als de onderhandelingen met de gehavende sociaaldemocraten onverwacht mislukken.

Het project van marktgedreven ecologische transitie, doorspekt met een snufje identiteitspolitiek, werd gisteren ten grave gedragen. Meer dan de helft van de kiezers stemde voor een rechts alternatief. Hoe de exacte contouren van de komende regering er ook uit zullen zien, de richting is duidelijk.

En toch gaven de verkiezingen van zondag een onverwachte reden tot feest: diezelfde Die Linke die een paar maanden geleden nog ten dode was opgeschreven, won 8,7 procent en zes rechtstreekse mandaten [In Duitsland stem je niet alleen op iemand op de kieslijst, maar kies je ook iemand die jouw district vertegenwoordigt in het parlement, red.]. Dit overtrof zelfs de verwachtingen van haar meest optimistische aanhangers.

Een niet onbelangrijk deel van dit momentum is aan externe factoren te wijten, maar het is ook zo dat Die Linke de sterkste verkiezingscampagne in haar geschiedenis heeft gevoerd. Met een duidelijke focus op sociale kernkwesties zoals huren en lonen, gekoppeld aan een aanzienlijk verbeterde campagne- en communicatiestrategie, liet de partij zien dat de positie van de AfD als spreekbuis voor de ontevredenen niet in steen is gegrift. Met name het idee dat ‘jongeren’ rechts stemmen – in de afgelopen jaren een wijdverbreid cliché – is overtuigend weerlegd [onder kiezers tussen 18 en 24 jaar is Die Linke nu de grootste partij in de Bondsdag, red.].

Deze opleving is vooral opmerkelijk aangezien Die Linke in Duitsland tot een paar maanden geleden aan de zijlijn stond. De lange huidige strijd, zelf het resultaat van jaren van politieke stagnatie, had verschroeide aarde in haar kielzog achtergelaten en leek het einde te betekenen van een linkse parlementaire kracht.

Buiten het parlement zag het er net zo somber uit. Zelfs kleine successen zoals de Deutsche Wohnen & Co. Onteigenen [geslaagd referendum in Berlijn om geprivatiseerde sociale huurwoningen weer staatseigendom te maken, red.] hadden momentum verloren. Uit angst voor de AfD sloot een deel van buitenparlementair links zich aan bij een democratisch volksfront dat zich uitstrekte tot in de CDU, terwijl een ander deel zich verloor in sektarische hyperactiviteit. Ondertussen bleef de steun voor extreemrechtse partijen onvermoeibaar groeien.

Het succes in deze federale verkiezingen, vooral vergeleken met de bittere verliezen van vorig jaar, laat zien dat een strijdbare, scherpe linkse boodschap punten kan scoren onder brede lagen van de samenleving. Deze les moeten we in ons achterhoofd houden, aangezien de CDU al een frontale aanval op de verzorgingsstaat heeft aangekondigd. We gaan moeilijke jaren tegemoet, maar we zijn niet hulpeloos: of en hoe vakbonden, sociale bewegingen en een herrezen Die Linke de komende maanden zullen samenwerken om het ergste van de agenda van Friedrich Merz af te weren is cruciaal. Nu is het tijd voor een vastberaden oppositie waarin een vernieuwd Die Linke mogelijk verder aan kracht kan winnen.

Voeten op de grond houden

Afgezien van een nu onvermijdelijke kanselier Merz, is het slechtste nieuws van zondag ongetwijfeld de verwachte, maar niettemin opmerkelijke uitslag voor de AfD. Meer dan één op de vijf kiezers koos voor een partij die niet alleen een meedogenloos economisch programma voorstaat dat zich tegen de werkende klasse keert, maar ook racistische opruiing stimuleert en openlijk blij wordt van massadeportaties en andere wreedheden. En dat terwijl ze een extremistische vleugel met nog donkerdere ambities binnen haar gelederen heeft. Het zal geen gemakkelijke opgave zijn om de populariteit van deze partij onder grote delen van het electoraat te breken.

Daarom is het des te belangrijker dat we de politieke situatie en onze vooruitzichten nuchter bekijken. Ook al is de uitslag van de AfD zorgwekkend, de waarheid is dat voor de gevestigde partijen afgelopen zondag  geen bijzonder slechte verkiezingsavond was. Het midden houdt stand. We gaan misschien jaren van neoliberale terugdraaiing tegemoet, een onmenselijker grensbeleid en iets meer politierepressie, maar fascisme ligt niet om de hoek.

Het is aan ons om het publieke debat opnieuw te polariseren langs klassenlijnen: de bazen tegen alle anderen, en niet de Duitsers tegen de migranten.

We moeten dus niet te depressief zijn, maar de kleine overwinning van zondag vieren en ons inzetten om deze onverwachte politieke kans te grijpen, zonder ons illusies te maken over de gevaren en de moeilijke weg die voor ons ligt. We hebben nog wat tijd over. Maar wat doen we ermee?

Als er iets is wat we kunnen leren van Trumps terugkeer in het Witte Huis of de opkomst van rechtse regeringen in Europa, dan is het wel het besef dat we de invloed van onze tegenstanders niet ondermijnen door ze als fascisten te bestempelen – hoe treffend die omschrijving ook moge zijn. En zoals we de afgelopen jaren hebben geleerd, lijken grote demonstraties ‘voor democratie’ ook niet veel zoden aan de dijk te zetten.

Wat we wel nodig hebben is een alternatief politiek project dat inspeelt op de wijdverbreide angst en frustratie die de AfD aanboort en manipuleert. Het is aan ons om het publieke debat opnieuw te polariseren langs klassenlijnen: de bazen tegen alle anderen, en niet de Duitsers tegen de migranten. De campagne van die Linke schetst de eerste aanknopingspunten van zo’n mogelijk project.

De verleiding weerstaan

Historische parallellen leggen is altijd riskant, maar het huidige moment is in sommige opzichten vergelijkbaar met Trumps eerste overwinning in 2016. Nadat het Amerikaanse politieke midden er op spectaculaire wijze niet in slaagde om de verkiezing van een rechtse demagoog te voorkomen, werden honderdduizenden mensen lid van linkse organisaties, sloten zich aan bij vakbonden of raakten betrokken bij lokale campagnes.

We mogen van geluk spreken dat Friedrich Merz weliswaar vreselijk is, maar lang niet zo onvoorspelbaar en destructief als Donald Trump. Toch lijkt het schrikbeeld van Merz en een groeiende AfD in Duitsland een vergelijkbaar effect te hebben: Die Linke heeft meer leden dan ooit. Plotseling heerst er een opgewekte stemming en strijdbaarheid.

Wie de machtsbalans in dit land blijvend naar links wil verschuiven en extreemrechts wil verzwakken, moet allereerst het conflict aangaan met de middenpartijen die de voorwaarden schiepen waaronder de AfD überhaupt macht kon verwerven.

Maar strijdbereidheid alleen zal niet genoeg zijn. Het eerste presidentschap van Trump leidde ertoe dat socialistisch links in de VS voor het eerst in decennia een belangrijke opleving beleefde, met als hoogtepunt de tweede mislukte presidentiële kandidatuur van Bernie Sanders en uiteindelijk de gelaten aanvaarding dat Joe Biden de best mogelijke optie was om Trump te vervangen.

Het falen van Biden en de Democraten om niet alleen individuele beleidswijzigingen door te voeren, maar ook een coherente, alternatieve politieke agenda, stelde Trump niet alleen in staat om te herstellen van zijn nederlaag in 2020, maar ook om gevaarlijker en agressiever dan ooit terug te keren. De bescheiden vooruitgang van de afgelopen jaren zal hij nu ongedaan maken.

Of Die Linke meer weet te halen uit het Merz-effect hangt grotendeels af van de vraag of ze het huidige momentum kan kanaliseren naar een langetermijnproject dat meer mobiliseert dan alleen jongeren en het kernelectoraat. Als je kijkt naar de kiezersmigratie, dan zie je dat de steun die ze kregen vooral uit het kamp van teleurgestelde Grünen en SPD-kiezers kwam. Hoewel Die Linke in alle sociale klassen winst boekte, blijft haar steun onevenredig jong, stedelijk en hoogopgeleid, terwijl de AfD veruit de favoriete partij blijft van werklozen, werkers en mensen die hun economische situatie beoordelen als slecht.

Zo’n links politiek project zou zich ten doel moeten stellen juist deze milieus terug te winnen om ‘progressieve meerderheden’ te kunnen vormen die niet afhankelijk zijn van ‘zwevende kiezers’ binnen het bestaande links-liberale spectrum. Het streven zou juist moeten zijn om de eigen basis op de lange termijn en duurzaam uit te breiden.

Dit is echter gedoemd te mislukken als de partij bezwijkt onder de verleiding om in naam van de ‘democratie’ een verbond te sluiten met het politieke midden. De nederlaag van de BSW [Bündnis Sahra Wagenknecht, afsplitsing van Die Linke, red.], die na een briljante start bij de afgelopen regionale verkiezingen meteen in twee deelstaatregeringen sprong en daarvoor gisteren de rekening kreeg, is in dit opzicht een les.

Wie de machtsbalans in dit land blijvend naar links wil verschuiven en extreemrechts wil verzwakken, moet allereerst het conflict aangaan met de middenpartijen die de voorwaarden schiepen waaronder de AfD überhaupt macht kon verwerven. Een linkse partij die zich simpelweg bij dit midden aansluit, wordt vroeg of laat met dit midden vereenzelvigd en politiek irrelevant.

Loren Ballhorn is hoofdredacteur van het Duitse Jacobin Magazin.

Vertaling: Tina Hoenderdos

Steun de groei van het socialisme in Nederland

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang jaarlijks twee nummers op papier