Het dekolonisatieproces van West-Papoea, deel van voormalig Nederlands Nieuw-Guinea is nooit voltooid en sinds 1962 door Indonesië bezet. Dat betekent al meer dan zestig jaar geweld tegen de Papoea’s en meer dan zestig jaar verzet. De splintergroep richt zich met hun boodschap aan de internationale gemeenschap om de bezetting en onderdrukking in West-Papoea te veroordelen en in de media op te pikken. Met de gijzeling van een Nieuw-Zeelandse piloot is het ook een specifieke oproep aan de Nieuw-Zeelandse regering om zich uit te spreken tegen Indonesië als ‘westers’ buurland. Maar de eis voor onafhankelijkheid is niets nieuws. Het is niet de eerste keer dat de vrijheidsstrijders voor West-Papoea een gijzelingsactie doen om aandacht te vragen voor hun politieke situatie. In 1996 kwam West-Papoea na een lange stilte weer in het nieuws omdat er 24 gijzelaars waren genomen. Tot nu toe zijn er nog geen concrete stappen genomen om die in te willigen, eerder om die te ontkrachten. Daarom is het belangrijk om meer context te geven aan deze oproep die vaak wordt ontkracht.
Gedeeld verleden
Wie naar de geschiedenis kijkt, leert dat de gijzeling geen incident is maar voortkomt uit een decennialange strijd om vrijheid. Vrijheid die koningin Juliana in 1961 ondersteunde als de kolonisator van West-Papoea destijds. Na de Tweede Wereldoorlog en de onafhankelijkheid van Indonesië onderhield Nederland nauwe banden met de Papoea’s en beloofde hun zelfbeschikking en onafhankelijkheid. Er werd een regering opgezet en een vlag ontworpen voor de onafhankelijke republiek West-Papoea. De vlag, de Morgenster, wapperde voor het eerst op 1 december 1961. Deze dag wordt nog elk jaar gevierd en herdacht.
Terwijl West-Papoea stappen zette richting onafhankelijkheid, had Indonesië haar zinnen gezet op het land. Uit angst dat Indonesië zich zou aansluiten bij het communistische blok, steunden de Verenigde Staten Indonesië in haar streven naar gebiedsuitbreiding. Dit zette Nederland onder druk om in 1962 het Akkoord van New York met Indonesië te ondertekenen. In dit zogenoemde akkoord staat dat de Papoea’s na uiterlijk zeven jaar een vrije uitoefening van het recht op zelfbeschikking mochten doen in de vorm van een volksraadpleging. Wat (naast Koude Oorlog politiek) nog meer druk zette op de situatie is de grootste goudvoorraad ter wereld, gelegen in West-Papoea. Dit werd na het akkoord duidelijk toen het Amerikaanse bedrijf Freeport de voorraad begon te mijnen en sindsdien de grootste goudmijn en tweede grootste kopermijn ter wereld bezit.
Het recht op zelfbeschikking zou na het akkoord nog worden bepaald door een volksraadpleging van de Papoea’s op een ‘one man, one vote’ basis. Maar volgens Indonesië waren de Papoea’s te primitief voor een ‘one man, one vote’-raadpleging. Tijdens de zogenoemde ‘Act of Free Choice’ in 1969 hebben uiteindelijk 1025 kiesmannen, die destijds 800.000 Papoea’s vertegenwoordigden, onder aantoonbare dwang gekozen voor aansluiting bij Indonesië. Voor de Papoea’s was dit een Act of No Choice.
Koloniaal geweld
Door deze daad van geen keuze, wisselden de Papoea’s van Nederlandse bezetter naar Indonesische bezetter. Inmiddels zijn we meer dan zestig jaar verder met grote gevolgen voor de Papoea’s. Sinds het begin van de Indonesische bezetting in 1962 schatten Ngo’s en journalisten dat er tussen de 100.000 en 500.000 doden zijn gevallen, een zogeheten ‘slow-motion genocide’. Het is vrijwel onmogelijk om exact te achterhalen hoeveel Papoea’s er worden vermoord, omdat journalisten, mensenrechtenactivisten of internationale waarnemers niet worden toegelaten in West-Papoea. De Indonesische staat zorgt daarnaast met nederzettingenpolitiek voor een uitdunning van de Papoeabevolking en hun cultuur. Al decennialang voert de staat een actief transmigratiebeleid. Elke week komen er schepen aan in de haven met Indonesiërs uit overbevolkte eilanden zoals Java. Door de instroom van nieuwkomers zijn de Papoea’s inmiddels minder dan 40% van de bevolking in hun eigen land. Een andere poging om de Papoea identiteit te onderdrukken is door het verbod op het tonen van de Morgenstervlag. Hier staan strenge straffen op. Ondanks de inspanningen om de Indonesische identiteit op te leggen en West-Papoea als provincie van Indonesië op te nemen zijn de verschillen met andere regio’s in Indonesië schrikbarend. West-Papoea heeft bijvoorbeeld de hoogste gevallen van HIV/AIDS, analfabetisme en Papoea’s krijgen ongelijke toegang tot economische kansen.
In principe is West-Papoea rijker dan hun bezetter. En toch lijkt iedereen van hun rijkdom te profiteren behalve de Papoea’s. Het eerdergenoemde mijnbouwbedrijf Freeport, is de grootste belastingbetaler aan de Indonesische overheid. Maar ook voor gas, olie, nikkel, palmolie en hout levert West-Papoea grote inkomsten aan het koloniale regime. De Indonesische regering, corrupte (lokale) politici en bestuurders, (voormalige) legerofficieren, lokale bendes en vooral westerse multinationals plunderen met elkaar de Inheemse gebieden leeg. En zo vormen deze bedrijfsactiviteiten een grote bedreiging voor de levens en culturen van de Papoea’s. In de zomer van 2023 heeft de VN Speciale Adviseur ter voorkoming van genocide gewaarschuwd voor een genocide in West-Papoea. Er is sprake van intimidatie, willekeurige arrestaties en detentie van Papoea’s. Door gewelddadige confrontaties tussen het Indonesische leger en de OPM zijn nu ruim 60.000 mensen ontheemd geraakt in West-Papoea. Zij hebben geen toegang tot medische hulp, voldoende voedsel en onderwijs en het betreft hoofdzakelijk vrouwen en kinderen. De economische belangen zijn enorm en worden met keihard koloniaal geweld beschermd.
De rijkdom waar Papoea’s nooit van kunnen worden beroofd is hun kennis van en relatie met de diverse natuur van hun land. In West-Papoea leven meer dan 250 Inheemse gemeenschappen die met hun levenswijze de biodiversiteit beschermen. Nieuw-Guinea, waar West-Papoea ligt, is het meest biodiverse tropische eiland en heeft het derde grootste regenwoud ter wereld. Ook ligt in West-Papoea het Raja Ampat, het meest biodiverse koraalrif gebied ter wereld. Vrijheidsstrijders vechten voor mensenrechten en daarmee ook voor het beschermen van de diverse natuur van hun land.
Economische belangen en dubbele standaard
Maar het Nederlands koningshuis én de Nederlandse regering houden zich voornamelijk stil over de gevolgen van de onvoltooide dekolonisatie van Nederland. Zo heeft koning Willem-Alexander in 2020 excuses aangeboden voor het Nederlands geweld in Indonesië tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd tussen 1945 en 1949. Noch hij, noch Mark Rutte, hebben tijdens hun bezoeken in Indonesië het geweld tegen de Papoea’s aangekaart. Ook het Drooglever rapport uit 2005, geschreven in opdracht van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, concludeerde op basis van 20 jaar lang onderzoek dat de zogenaamde ‘Act of free choice’ een schijnreferendum was. Na het rapport is er geen actie ondernomen.
Waarom houdt Nederland zich stil terwijl het zichzelf op de borst klopte toen zij West-Papoea in de jaren zestig op weg hielp naar onafhankelijkheid? Wellicht is het te beschamend om toe te moeten geven dat het dekolonisatieproces dat zij voor ogen had mislukte en de genocide van een volk als gevolg had. Het moreel superieure imago dat Nederland zichzelf aan had gemeten als ‘goede kolonisator’ zou dan geen stand meer houden. En om de schijn van superieure moraliteit te behouden moest Nederland zich aanpassen. Tegenwoordig doet zij dat door goede zakenpartners te zijn met Indonesië, en zich niet te bemoeien met wat zich verder voor gruwelijks afspeelt. Nederland had Indonesië immers zelf ooit op bloedige wijze onderdrukt. Een kritische houding vanuit Nederland zou niet gepast zijn. Dit gegeven blijkt onder andere uit het verbod van de Morgenstervlag tijdens Veteranendag sinds 2014. Toen er in dit jaar Iskandar Bwefar, zoon van een Papoeavader en een Nederlandse moeder, de vlag uit zijn rugzak haalde, vond er een hardhandige arrestatie plaats en werd hij kort vastgezet in een Haagse politiecel.
Economische handelsbelangen geven ook een verklaring voor de stilte. Nederland is een van Indonesië belangrijkste handelspartners in Europa. Zo is Nederland de grootste importeur van palmolie binnen de Europese Unie, waarvan een groot deel uit Indonesië komt. Ook was in 2020 Nederland de grootste wapenleverancier aan het Indonesisch leger. Om de handel in palmolie en wapens te waarborgen, is het ook voor de Nederlandse regering en bedrijven van belang dat West-Papoea illegaal bezet blijft.
Strijder of terrorist?
Wat er vaak in nieuwsmedia gebeurt bij (illegale) verzetsdaden, zoals een gijzeling, is dat de aanstichters zonder meer worden gecriminaliseerd zonder te kijken naar het geweld dat hen wordt aangedaan. Daarnaast worden Papoea’s tot de dag van vandaag weggezet als primitief. Nederland gebruikte dat narratief om te rechtvaardigen dat zij daar kwamen koloniseren en Indonesië doet dat nu ook. De foto’s en omschrijving laten de gijzelnemers onhandig en onnozel overkomen. Alsof het mensen zijn die zonder aanleiding naar geweld grijpen. Deze vorm van verzet als een barbaarse actie zonder context afschilderen is een manier om het geweld waartegen zij zich verzetten te rechtvaardigen.
Papoea’s worden de mond gesnoerd en verzet wordt geframed als terroristisch en separatistisch. Hiervoor zet Indonesië sociale en nieuwsmedia in, als onderdeel van hun brede palet aan onderdrukking strategieën. Zo kwam in 2020 een onderzoek naar buiten dat aantoonde dat een Indonesisch botleger een beïnvloedingscampagne voert in Nederland. De boodschap van het botleger was steeds dat West-Papoea niet onafhankelijk mag worden. En door het verbod op journalisten is er weinig tot geen tegengeluid. Deze manier is niet fysiek gewelddadig maar desalniettemin desastreus en kan uiteindelijk alsnog bijdragen aan fysiek geweld en het in stand houden. Ook het hanteren van de term ‘separatistische beweging’ houdt geweld in stand. Omdat West-Papoea dan wordt gezien als een onderdeel van Indonesië, waarvan het zich wil afscheiden. Maar Papoea’s gebruiken zelf de term onafhankelijkheidsbeweging omdat zij zich nooit als onderdeel van Indonesië hebben beschouwd. Het is een manier van framen die de Indonesische overheid gebruikt om de Papoea’s die in opstand komen te criminaliseren en uiteindelijk dus gerechtvaardigd mogen neerschieten. Het counter narratief is dat Papoea’s mensen zijn die voor onafhankelijkheid en het recht op zelfbeschikking strijden.
Ruim zestig jaar vreedzaam verzet zonder gehoor
Martin Luther King’s woorden ‘a riot is the voice of the unheard’ zijn ook treffend wanneer je kijkt naar het ruim zestig jaar verzet tegen de illegale bezetting. De eis voor een onafhankelijk West-Papoea is sinds de Indonesische overname genegeerd, ontkracht, of ontkend. Neem 1962, toen stond een groepje Papoea’s in New York voor het VN-gebouw te demonstreren tegen de soevereiniteitsoverdracht van Nederland aan Indonesië. De eis? Een onafhankelijk West-Papoea. Ze mochten niet eens in de ruimte aanwezig zijn en meepraten over hun eigen lot.
Het moge duidelijk zijn dat de gijzeling van de piloot een vorm van verzet is tegen het koloniale regime. En deze vorm van verzet is geen uitzondering. In de geschiedenis is gebleken dat geweldloos verzet niet zonder gewapend verzet kan gaan. De afschaffing van de slavernij, het einde van apartheid, onafhankelijkheid: er komt helaas pas verandering als er gewapend verzet is.
Dit sluit niet uit dat er ook op geweldloze en vreedzame manieren aandacht wordt gevraagd voor de situatie. Maar deze demonstraties worden met veel geweld de kop ingedrukt. In 2019 was er een golf aan protesten, de ‘West Papua Uprising’ nadat 43 Papoea studenten waren gearresteerd. Ook was er tijdens Black Lives Matter ook een groeiende beweging Papuan Lives Matter om het racisme tegen de Papoea’s onder de aandacht te brengen. En recentelijk, op 15 juli 2023, werden studentenprotesten nog met militair en politiegeweld neergeslagen. Vaak bereiken deze gebeurtenissen de media niet, omdat het internet regelmatig plat komt te liggen en er censuur heerst.
Sinds 2014 bestaat de geweldloze beweging United Liberation Movement for West Papua (ULMWP). Deze beweging verenigt de drie belangrijkste organisaties die lange tijd op hun eigen manier voor onafhankelijkheid hebben gestreden. Veel Papoea’s steunen deze beweging. In 2018 verzamelde de ULMWP handtekeningen voor de ‘West Papuan People’s Petition’. Deze petitie werd ondertekend door 1,8 miljoen Papoea’s die in de loop der jaren in heel West-Papoea bijeen waren gekomen om een eerlijk referendum over onafhankelijkheid voor West-Papoea te eisen. De petitie werd ondertekend door meer dan 70% van de bevolking van West-Papoea. Maar ook aan deze petitie is tot op de dag van vandaag geen gehoor gegeven.
De omstandigheden die vrijheidsstrijders naar dit soort maatregelen laten grijpen moeten ook net zo hard, al dan niet harder, veroordeeld worden. Pas wanneer we de verhalen laten horen van vrijheidsstrijders tegen kapitalistische en koloniale onderdrukking, kunnen we de gevaarlijke stilte doorbreken en kunnen we breken met gewelddadige oplossingen.
Anne-Linn Machielsen is Free West Papua Campaign activist en industrieel ecoloog.
Julia Jouwe is Free West Papua Campaign activist en journalist.
Raki Ap is internationaal woordvoerder van Free West Papua Campaign en storyteller.