De hoop van jonge Syriërs op een toekomst na de oorlog

Na het bliksemoffensief van de rebellen afgelopen december was daar de plotselinge ineenstorting van de decennialange heerschappij van Bashar al-Assad. Deze nieuwe realiteit stemt Syrische jongeren voorzichtig hoopvol. Een verslaggever van Jacobin reisde af naar Damascus om hun hoop en vrees te peilen.
Demonstranten op het Omajjadenplein in Damascus, 13 december 2024 (Omar Hamed Beato/Jacobin)

Jacobin #2 is uit! Abonneer je voor €30 en ontvang hem op papier

Terwijl het middaguur nadert in de Syrische hoofdstad Damascus, komen duizenden mensen uit alle hoeken van het land samen op het Omajjadenplein, het politieke en geografische hart van de stad. Op het plein, geflankeerd door de ministeries van het inmiddels verdreven regime, weerklinkt nu het gezang ‘Syriërs, Syriërs, Syriërs, het Syrische volk is één.’

Het is nog maar vijf dagen geleden dat Bashar al-Assad het land ontvluchtte en een coalitie van rebellen de controle over de hoofdstad overnam. Te midden van de jubelende menigte staat Abdullah Sakallah, een 34-jarige fotograaf en videograaf. Hij is een van de velen die hier naartoe is gekomen om zijn pasverworven gevoel van vrijheid te vieren. ‘Dit is de eerste keer dat iedereen samenkomt,’ zegt Sakallah.

We proberen contact met elkaar te maken en te zien hoe mensen reageren. We kunnen het niet geloven. Om iets te geloven, moet je het zien, toch? We willen geloven dat Assad weg is en dat het leger niet langer op straat aanwezig is. Er gaat zoveel door me heen nu, gevoelens, flashbacks en zorgen. Is dit nu echt aan het gebeuren?

Sakallah werd, net als talloze anderen, gedwongen in dienst te treden van Assads leger tijdens de dertien jaar durende burgeroorlog die volgde op de Arabische Lente van 2011. Hij diende meer dan tien jaar voordat hij in 2022 mocht stoppen.  ‘Ik verloor er mijn jeugd. Elke jongeman die net als ik in het leger heeft gediend, is tien jaar van zijn leven kwijt,’ zegt hij terwijl hij aan een koffie nipt. ‘Maar nu ben ik hoopvol. We beginnen opnieuw. We hebben een nieuwe droom.’

Demonstranten rijden en lopen over Bashar al-Assads beeltenis, 12 december 2024 (Foto: Omar Hamed Beato)

In een poging om aan hun dienstplicht en betrokkenheid bij Assads wrede oorlogsvoering – waaronder herhaalde chemische aanvallen op burgers – te ontkomen, vluchtten honderdduizenden jonge Syriërs naar buurlanden als Libanon, Turkije of Jordanië. Vluchten voor militaire dienst had vaak wrede straffen tot gevolg, waaronder marteling en lange opsluiting. Schattingen stellen dat het regime ruim 135.000 Syriërs gevangenzette. De meesten van hen zullen door hun families nooit teruggevonden worden. 

Hoop op straat

‘We hebben de tijd nodig om te herstellen. Dat is het belangrijkste nu,’ zegt Sakallah. ‘Vroeger had iedere jonge Syriër maar één doel: afreizen naar het buitenland. Ze konden hun dromen niet waarmaken. Nu is alles anders en wil ik een vreedzaam Syrië zien. We moeten de kans krijgen om op te krabbelen. We willen democratie. We zijn één volk. Als God het wil, zal het gebeuren.’

Een militant van de rebellen ziet toe op een prodemocratisch protest in Damascus op 19 december, 2024 (Foto: Omar Hamed Beato)

De weg naar een vreedzaam Syrië is echter verre van eenvoudig. Ahmed Hussein al-Sharaa, beter bekend als al-Jolani, leider van de belangrijkste islamistische rebellengroep die het regime verdreef, heeft nu de leiding over een religieus divers en verdeeld land. Zijn groepering had ooit banden met al-Qaida. Het zijn in toenemende mate mensen uit de kring van al-Jolani die de posities op de ministeries krijgen toebedeeld. Veel jonge en seculiere Syriërs vrezen dan ook dat het ene onderdrukkende regime heeft plaatsgemaakt voor het andere. Ondanks de beloften van al-Jolani om binnen vier jaar verkiezingen te houden, blijft de angst bestaan dat er een conservatiever sociaal beleid zal worden gevoerd.

Hun onzekere politieke toekomst ten spijt, kiezen jonge Syriërs ervoor om met hun nieuwe gevoel van vrijheid de straat op gaan. Zo ontmoeten ze elkaar op Qasioun, een berg die uitkijkt over Damascus en die onder Assad nog verboden terrein was. Inventieve verkopers maken het mogelijk dat je er inmiddels kunt eten of een waterpijp kunt roken (shisha). Zo ook de negentienjarige Salah Alsheik die als schoonmaker in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) werkt. Uitkijkend over de stad ziet hij zijn geboorteplaats in een heel nieuw licht.

‘Ik ben twee weken geleden naar Syrië gekomen om familie te bezoeken. Ik was niet van plan om te blijven, maar het voelt nu als thuis,’ zegt hij. Hij heeft besloten niet meer terug te gaan naar de VAE en in plaats daarvan in Syrië te blijven en te zien wat er gebeurt.

Een vriendinnengroep ontmoet elkaar op de berg Quasioun (Foto: Omar Hamed Beato)

‘Ik ben optimistisch. Ik denk niet dat het een religieus regime wordt zoals de Taliban, maar er kan van alles gebeuren. Wie weet. Ik ben eraan gewend dat de regering niet deugt,’ zegt hij schouderophalend. ‘We hebben allemaal een rol in de toekomst van Syrië. We moeten elkaar opzoeken, en niet laten verdelen.’

Generatie op een tweesprong

Kunst en cultuur stonden onder Assad onder strenge controle en werden veelal gebruikt in dienst van overheidspropaganda. Politieke kritiek was streng verboden en werd zwaar bestraft. Op 21 december keerden de tweelingbroers Mohammad en Ahmad Malas, beide 41, voor het eerst terug naar Syrië nadat ze in 2011 naar Frankrijk waren gevlucht. Hun thuiskomst betekende een cruciaal moment: ze voerden de eerste theaterproductie op sinds de val van Assad, een verbeelding van hun schrijnende reis van Syrië naar Frankrijk.

Jonge Syriërs feesten in een bar in de buurt van het oude Damascus. Velen zijn bang dat de nieuwe regering het sociale leven en het gebruik van alcohol aan banden zal leggen (Foto: Omar Hamed Beato)

Tijdens de Arabische Lente viel de Mukhabarat — de Syrische inlichtingendienst — midden in de nacht het huis van de gebroeders Malas binnen. Ze wilden hen arresteren vanwege hun actieve deelname aan de protesten tegen de regering. De broers wisten echter te ontsnappen en begonnen aan een gevaarlijke, twee jaar durende reis naar Europa.

‘Toen we voor het Amman International Film Festival in Jordanië waren, viel het regime. We besloten terug te keren,’ vertelt Mohammad de dag na hun optreden vanuit een overvolle koffiebar in het centrum van Damascus. ‘Assad is een vluchteling en de gebroeders Malas zijn hier. Het is net een droom.’

De broers zien de val van Assad als een kans om de Syrische kunstscene nieuw leven in te blazen en een cultuur van politieke kritiek te bevorderen, volgens hen essentieel voor het bouwen aan een democratie. ‘Kunst,’ zo stelt Mohamed, ‘kan de vinger op de zere plek leggen. Kunst reikt niet zozeer oplossingen aan, maar kan wel laten zien waar het probleem zit.’

Het doel van kunst is om mensen te laten communiceren. De mensen hier weten niet hoe ze vrijuit moeten spreken omdat ze zo lang onderdrukt zijn geweest. Een kunstenaar moet altijd een politiek standpunt innemen — altijd dromen van een betere toekomst. We willen een Syrië dat van iedereen is, vrij van dictators en militaire overheersing. We willen een rechtvaardige regering. Ik zie liever een afbeelding van Al Pacino in het straatbeeld dan die van al-Jolani.

In de grote steden tref je sinds de val van de regering en de toestroom van internationale media steeds vaker demonstrerende jonge Syriërs. Onder hen ook Alesar Masoud, een 23-jarige muziekstudente aan het Hoger Instituut voor Muziek in Damascus. Masoud neemt regelmatig deel aan demonstraties voor democratie en pleit voor vrijheid van meningsuiting en secularisme.

De gebroeders Malas tijdens de slotact van hun theatervoorstelling in het Al Khayyam theater (Foto: Omar Hamed Beato)

‘Ik wil dat mijn stem wordt gehoord. We willen een seculier Syrië – een Syrië waarin je vrij bent om te gaan en staan, vrij kunt spreken en je je kunt uiten zonder de last van het patriarchaat,’ zegt Masoud tijdens een demonstratie op het Omajjadenplein. ‘Het zal niet gemakkelijk zijn een democratisch systeem op te zetten, maar ik heb goede hoop. Het regime maakte van de simpelste dingen een probleem. Terwijl mensen buiten Syrië alles hadden, hadden wij hier niets behalve problemen, heel veel problemen. Nu is het leven gemakkelijker. Er is eindelijk ruimte voor onze eigen creativiteit. Vroeger konden we niet eens zingen op straat.’

Een nieuw leven opbouwen na de oorlog

In de afgelopen decennia zijn zo’n 400.000 Palestijnse vluchtelingen als gevolg van de wrede bezetting van Palestina door Israël naar Syrië gevlucht. Hoewel veel vluchtelingen in Syrië zijn geboren, hebben ze nooit het volledige Syrische staatsburgerschap gekregen. Ze woonden vaak dicht bij de frontlinies van de burgeroorlog. Een treffend voorbeeld is de wijk al-Yarmouk aan de rand van Damascus. Er woonden wel 160.000 Palestijnse vluchtelingen in het district, een officieus vluchtelingenkamp.

Al-Yarmouk vanuit de lucht, thuisbasis van de grootste concentratie Palestijnse vluchtelingen in Syrië (Foto: Omar Hamed Beato)

Al-Yarmouk werd tijdens de Syrische burgeroorlog zeer zwaar getroffen en van 2015 tot 2018 bezet door Islamitische Staat. Duizenden mensen kwamen om en 80 procent van de huizen in het kamp werd verwoest. Dit alles op slechts tien minuten rijden van het centrum van Damascus. Het idee van vrede is meeste jonge bewoners vreemd. 

Nayef Alsahli, een 24-jarige Palestijnse vluchteling en kok uit al-Yarmouk, was pas elf toen het Syrische leger het kamp binnenviel en van de buitenwereld afsloot. ‘Ik heb de scherven van een tankgranaat van de troepen van Assad in mijn arm. Een bezoek aan het ziekenhuis was onmogelijk, ik moest thuisblijven. De granaatscherven zitten er dus nog steeds. Nadat ik gewond was geraakt, had ik constant last van paniekaanvallen.’

Portret van Nayef Alsahli op straat in zijn geboorteplaats al-Yarmouk (Foto: Santiago Montag)

Alsahli hoopt dat de nieuwe regering jonge mensen zoals hij meer vrijheid en kansen biedt om hun dromen na te jagen. Een kleine drie weken na de overname van Damascus reisde hij ruim driehonderd kilometer — naar de andere kant van het land — om er een foodtruck te kopen. Een eerste stap naar een eigen zaak in Damascus. Onder Assad maakten exorbitante belastingen op dergelijke voertuigen zijn droom onmogelijk. ‘We hadden veel problemen met Assad. De belastingen waren erg hoog. Ik wil mijn droom waarmaken. Ik wil graag dat mijn foodtruck er mooi uitziet, met een ijsmachine,’ zegt hij.

Ondanks alle uitdagingen blijft Alsahli optimistisch over de toekomst. ‘Mijn vader is hier geboren. Ik ben hier geboren. En ik zal mijn dromen hier waarmaken.’

Omar Hamed Beato is visueel journalist en komt uit Spanje. Hij is gevestigd in het Midden-Oosten en houdt zich bezig met sociale vraagstukken, conflict en het milieu.

Steun de groei van het socialisme in Nederland

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang jaarlijks twee nummers op papier