Vicepresident Kamala Harris herinnerde ons allen aan een belangrijk sociaal en politiek inzicht. Volgens haar inmiddels typerende uitspraak, is niemand zomaar ‘uit een kokosnootboom gevallen’. We ‘bestaan in de context van alles wat voor ons kwam’. Karl Marx zelf had het niet beter kunnen zeggen.
In het geval van Harris is die context onder andere het feit dat zij als ‘nummer twee’ na president Joe Biden het land dient, en dus bezoedeld is door zijn rampzalige buitenlandbeleid. Biden steunde de Israëlische premier Benjamin Netanyahu onvoorwaardelijk en bood Netanyahu’s regering massaal materiële hulp en diplomatieke dekking, terwijl deze genocidale misdaden pleegt. Miljoenen Gazanen zijn ontheemd. Het Israëlische Leger (IDF) bombardeert lukraak scholen, ziekenhuizen, kerken, moskeeën, scholen, universiteiten en flatgebouwen vol met kinderen. Er zijn geloofwaardige berichten over massa-executies van ongewapende Palestijnse burgers tijdens huis-aan-huis invallen. Volgens een ‘conservatieve schatting,’ gepubliceerd in de Lancet, zijn 186.000 mensen omgekomen als direct of indirect gevolg van deze massamoord.
Het beleid om deze misdaden bijstand te leveren wekte bij een groot deel van de electorale basis van Biden-Harris walging op. In één opiniepeiling was slechts twintig procent van de kiezers die Biden in 2020 verkozen, ervan overtuigd dat wat er in Gaza gebeurde geen genocide was. Cruciale swing states zoals Michigan zijn voor Biden vanwege de woede die Democratie over Gaza voelen misschien al verloren .
Om Trump te verslaan en de kiezers terug te winnen moet Harris resoluut breken met Bidens beleid. Ze moet beloven om als ze in januari president wordt, net als senator Bernie Sanders vorige week tegen Isaac Chotiner van de New Yorker zei, ‘geen stuiver’ hulp meer aan de oorlog van Netanyahu te geven.
En wat betreft binnenlandse politiek, dan is een volmondige omarming van werkelijk populistisch economisch beleid de manier om de pseudo-populistische sirenenzang van Trump en zijn running mate J. D. Vance te weerstaan,
Ze zou bijvoorbeeld terug kunnen vallen op haar eerdere steun voor Medicare for All. Ooit was Harris in de senaat een steunpilaar voor Medicare for All. Toen stelde ze zich kandidaat voor het presidentschap in 2020 en begon ze zich in absurde bochten te wringen. Maar miljoenen Amerikanen lijden nog steeds onder verpletterende medische kosten, zien af van zorg om die kosten te vermijden en zien hun gezondheid daardoor achteruitgaan. Harris benadrukt graag dat we kunnen dromen van ‘wat er kan zijn, zonder dat het belast wordt door wat er is geweest’. Dus voor Harris is het nog niet te laat om haar standpunt over Medicare for All los te laten.
Ze zou ook een voorbeeld kunnen nemen aan Bernie’s 2020 verkiezingsprogramma en eens nadenken over een pakket beleidsmaatregelen zoals een nationale huurbevriezing die ons een stap dichter bij ‘Huisvesting voor iedereen’ zou kunnen brengen. Op zijn minst zou Harris de nadruk kunnen leggen op een nationaal beleid voor huurbescherming, iets waar Biden in de nadagen van zijn herverkiezingscampagne ook voor streed in reactie op uitgesproken eisen van afgevaardigde Alexandria Ocasio-Cortez.
Harris zou de PRO Act nieuw leven kunnen inblazen, waardoor het veel makkelijker wordt om vakbonden te organiseren en te versterken. De regering Biden-Harris steunt die wet in theoretische zin, maar schoof het lange tijd op de lange baan: nu is het tijd om het tot een belangrijk onderdeel van de campagne te maken. In elke toespraak zou ze kunnen spreken over het cruciale belang dat het heropbouwen van de arbeidersbeweging voor de toekomst van de Amerikaanse werkers heeft. Om nog maar te zwijgen over het feit dat het promoten van de PRO Act een uitstekende gelegenheid zou zijn om Vance te bekritiseren voor zijn al te doorzichtige neppe pro-arbeid standpunt. Ze zouden nadruk kunnen leggen op de onsamenhangende excuses die hij gaf om uit te leggen waarom hij weigerde de PRO Act in de Senaat te steunen.
In een interview waarin hem werd gevraagd waarom hij de wet niet zou steunen ondanks zijn vermeende economische populisme, argumenteerde Vance dat ‘de huidige, mainstream arbeidersbeweging onverzoenlijk vijandig staat tegenover de Republikeinen en dat er meer vertrouwen moet worden opgebouwd voordat er een alomvattende toenadering kan plaatsvinden’. Dit laat zich vertalen naar: we zullen de rechten van werkers niet steunen omdat de arbeidersbeweging de Republikeinse partij niet mag. (Misschien omdat de Republikeinse partij voortdurend de roofzucht en aanvallen van miljardairs op werkers faciliteert?)
Maar zoals ik eerder deze week al opmerkte, zal deze populistische boodschap misschien niet aankomen als mensen de boodschapper niet geloofwaardig achten. Lippendienst aan goed beleid klinkt misschien niet erg overtuigend uit de mond van zo’n establishmentfiguur als Harris, wier staat van dienst op het gebied van progressieve beleidsvorming wisselvallig is.
Maar nogmaals, Harris heeft nog steeds ruimte om te keren – ook als het gaat om de keuze voor haar running mate.
Ze zou senator Bernie Sanders moeten kiezen als haar vicepresident.
Misschien dat je nu met je ogen begint te rollen, maar luister: geen enkele politicus in de Verenigde Staten is een standvastiger pleitbezorger van de werkende klasse dan Sanders, die voortdurend spreekt over de uitdagingen waar Amerikaanse werkers voor staan – en de absolute noodzaak voor de Democratische Partij om voor die klasse te vechten als ze wil winnen.
Bernie wordt meer geassocieerd met Medicare for All dan welke grote politicus ook die ik in mijn leven heb meegemaakt. Hij heeft een lange geschiedenis van het kiezen van de kant van huurders en huiseigenaren uit de werkende klasse en hij spreekt over de realiteit van de enorme huisvestingskosten die voor miljoenen Amerikanen verpletterend zijn.
Sanders is in het Congres de sterkste pleitbezorger van de arbeidersbeweging. Hij houdt nooit op met praten over de dalende lonen van werkers terwijl de rijken rijker worden, en hij pleit voortdurend voor de wederopbouw van vakbonden als een essentiële oplossing voor de ellende van werkers. Vorige week nog, in een interview met Jacobin-oprichter Bhaskar Sunkara in The Nation, zei Sanders dat zijn advies aan jonge mensen was:
Als je eerste impuls is om je verkiesbaar te stellen, denk daar dan nog eens over na… Soms kun je meer invloed hebben op het organiseren van je broeders en zusters op het werk in een vakbond dan dat je kunt hebben door je verkiesbaar te stellen.
Sanders is de afgelopen jaren wat betreft Palestina niet perfect geweest. Het duurde bijvoorbeeld veel te lang voordat hij opriep tot een staakt-het-vuren in Gaza. Maar als het om de verdediging van de Palestijnen gaat was hij degene die hier in de Senaat door de jaren heen het luidst voor opkwam. Ook nu met de recente wreedheden in Gaza. Keer op keer riep hij op om een einde te maken aan Amerika’s militaire steun aan Netanyahu’s genocidale oorlog.
Sanders zou de Harris-kandidatuur precies de anti-oorlogs- en economisch-populistische energie geven die ze nodig heeft om de goedkope neppe uitlatingen van Trumps running mate tegen te spreken.
Misschien denk je dat Bernie te oud is – net als Joe Biden. En als zijn beleid populair is, waarom heeft hij dan twee verkiezingen verloren?
De realiteit is dat hij in 2016 opmerkelijk dichtbij kwam, door bijna net zoveel staten te winnen als Hillary Clinton, en in sommige opzichten kwam hij zelfs dichterbij tijdens de openingsfase van de 2020-voorverkiezingen voordat de establishmentkandidaten op ongekende wijze samenspanden om hem tegen te houden. En we hebben jaren van peilingen die aantonen dat Bernie eigenlijk populairder is bij het grote publiek dan bij het deel dat zich identificeert met het ‘merk’ van de Democratische Partij. Uit talloze peilingen in de afgelopen jaren blijkt dat hij een van de populairste senatoren in Amerika is, of zelfs de populairste.
In de meeste één-tegen-één peilingen van de afgelopen jaren zou hij Trump afslachten. Niet voor niets hebben mensen zoals ik jarenlang iedereen die maar wilde eraan herinnerd dat ‘Bernie zou hebben gewonnen’ in 2016.
En hé, als het om de leeftijdskwestie gaat, zie het zo: wat is een betere manier om oudere kiezers te bewijzen dat Biden niet vanwege zijn leeftijd onder druk werd gezet om af te haken, maar vanwege zijn onvermogen, dan door een vicepresidentskandidaat te nomineren die een heel jaar ouder is dan de president, maar van wie algemeen wordt erkend dat zijn hersenen nog steeds hun werk doen?
Zal Harris haar Democratische voorverkiezingskandidaat voor 2016 kiezen als VP? Ik betwijfel het. Maar het zou wél een goed idee zijn. Stel je voor dat je Bernie deze herfst een man van nog niet half zijn leeftijd, J.D. Vance, op het debatpodium zou zien verslaan zonder zich ook maar een moment in het zweet te werken.
Ben Burgis is columnist voor de Amerikaanse Jacobin, adjunct professor in de filosofie aan Rutgers University, en host van de YouTube show en podcast Give Them An Argument. Hij schreef verschillende boeken waarvan de recente Christopher Hitchens: What He Got Right, How He Went Wrong, and Why He Still Matters.
Vertaling: Jouke Huijzer