Regenwoud in de uitverkoop

Een onwaarschijnlijke partij bedreigt het Surinaamse regenwoud: een christelijke sekte die naar Suriname wil verhuizen om grootschalige landbouw te bedrijven, geholpen door een Nederlandse ondernemer en de Surinaamse staat. Jacobin sprak met de Surinaamse klimaatklokkenluider Erlan Sleur. Wat voor rol kan activisme spelen, als niemand luistert?
Twee mennonietenvrouwen in de kolonie Esperanza, Bolivia (Foto: Erlan Sleur)

Jacobin #2 is uit! Abonneer je voor €30 en
we sturen
hem op.

‘Vorig jaar zijn we ontzettend geschrokken,’ vertelt Erlan Sleur, de man achter ProBioS, een stichting die zich inzet voor het behoud van biodiversiteit in Suriname. In september 2023 kwamen er berichten naar buiten dat de Surinaamse overheid op het punt stond om grote stukken tropisch regenwoud beschikbaar te stellen aan mennonietengezinnen. 

‘De mennonieten hebben [elders in Zuid-Amerika] al heel veel ontbossing veroorzaakt. Elk gezin binnen een mennonietenkolonie streeft naar gemiddeld 50 tot 100 hectare grond. Elke keer als er iemand uitvliegt om zelf een gezin te stichten binnen de gemeenschap, hebben zij ook weer 50 tot 100 hectare grond nodig,’ vertelt Sleur in Amsterdam, waar hij kort verblijft om een lezing te geven over zijn werk.

‘Als je satellietbeelden bekijkt van grond die door mennonieten bewerkt wordt, zie je al die gelijke stukjes: net een schaakbord. Ze planten soja, maïs. Het zijn boeren die het land zien als door God gegeven om te bewerken. De bossen hebben voor hen geen waarde. Elk bos moet met de grond gelijkgemaakt worden. Dat is hoe zij zich volgens hun geloof goede mensen tonen.’ 

Aanhangers van deze vrome, christelijke sekte zijn doorgaans landbouwers. De volgelingen van de doopsgezinde dominee Menno Simons vestigden zich in de zestiende eeuw aanvankelijk in Oost-Europa, op de vlucht voor vervolging in Nederland, Duitsland en Zwitserland.

In de negentiende en twintigste eeuw kwam er nieuwe migratie naar de Amerika’s op gang, eerst omdat de mennonieten, strikte pacifisten, hun vrijstelling van dienstplicht in het Russische leger verloren, en later op de vlucht voor de collectivisatie van de landbouw onder de Sovjets. Mennonitische gemeenschappen in Bolivia willen zich nu in de Surinaamse binnenlanden vestigen om daar hun grootschalige landbouw te bedrijven. Het oerwoud, dat zo’n 90 procent van de oppervlakte van het land bedekt, moet daarvoor wijken.

Ontbossing in Suriname (Foto: Erlan Sleur)

‘Grond zoekt boer’

Het gebruik en eigendom van grond is een ingewikkelde kwestie in Suriname. Volgens artikel 41 van de Surinaamse grondwet is de staat eigenaar van alle natuurlijke hulpbronnen en rijkdommen. Grondhuur in Suriname, een systeem vergelijkbaar met erfpacht in Nederland, is alleen toegestaan voor natuurlijke personen met de Surinaamse nationaliteit, of stichtingen die in Suriname zijn ingeschreven.

Net als op veel andere plekken in de wereld vormt die formulering van het eigendomsrecht ook in Suriname een probleem voor inheemse en tribale gemeenschappen, omdat zij zichzelf beschouwen als collectieve eigenaar van de grond waarop zij al generaties lang leven, een vorm van eigendom die niet erkend wordt door de staat. Deze gemeenschappen zijn al decennialang bezig om de overheid zover te krijgen om hun grondrechten vast te leggen. Sleur: ‘Inheemsen hebben overal ter wereld, ook in Suriname, nauwelijks politieke vertegenwoordiging. Terwijl de wereld juist naar hen zou moeten luisteren als het gaat om duurzaam natuurbeheer. Zij zijn de enige echte beschermers van het bos.’ 

Toen de onrust onder Nederlandse boeren vanwege de stikstofwetten begon, riepen de president en de Surinaamse ambassadeur in Nederland boeren op om zich in Suriname te vestigen.

Erlan Sleur heeft zelf inheemse voorouders. Geboren in Paramaribo kwam hij als tienjarige jongen naar Nederland, waar hij biologie, scheikunde en natuurkunde studeerde. Pas op zijn 41e keerde hij terug naar Suriname, waar hij ging werken bij overheidsorganisaties die zich bezighielden met natuurbeheer. Toen hij ontdekte hoe die organisaties gebruikt worden om illegale en schadelijke goudwinning in de binnenlanden te verdoezelen, trok hij aan de bel. Sindsdien werkt hij met zijn stichting ProBioS aan het blootleggen van corruptie en het beschermen van de Surinaamse natuur. 

Verschillende inheemse gemeenschappen zochten hun toevlucht tot het internationaal recht om hun collectieve gebruik van het land, en daarmee hun manier van leven én de biodiversiteit, te verankeren in de wet. Er zijn verschillende uitspraken gedaan, onder andere door het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens.

Volgens het hof heeft de Surinaamse overheid de rechten van Inheemsen geschonden door houtkap in hun leefgebied toe te staan en is de staat verplicht om volkeren collectieve grondrechten op hun traditionele leefgebied te verlenen. Die uitspraken hebben tot op de dag van vandaag weinig tot geen gevolg gehad. Sterker nog, toen de onrust onder Nederlandse boeren vanwege de stikstofwetten begon, riepen de president en de Surinaamse ambassadeur in Nederland boeren op om zich in Suriname te vestigen, onder het motto ‘grond zoekt boer.’ Suriname is CO2-negatief, was de logica, dus het land kon die uitstoot wel aan.

Grondhuur

Deze oproep staat op gespannen voet met de belofte om ontbossing in de Amazone, waar het Surinaamse regenwoud onderdeel van uitmaakt, tegen te gaan. De Surinaamse regering lijkt op twee paarden tegelijk te wedden: investering in landbouw enerzijds, en anderzijds proberen over te komen alsof ze stappen zet om het regenwoud te beschermen. Niet zelden belijdt ze met de mond wat ze met haar daden ongedaan maakt.

Sleur geeft een voorbeeld: in augustus 2023 kwam de top van de Amazon Cooperation Treaty Organization (ACTO), een verbond tussen de Amazonelanden voor duurzame ontwikkeling van het gebied, bijeen in Belém, Brazilië. President Lula da Silva van Brazilië presenteerde daar zijn ambitieuze programma om tegen 2030 een einde te maken aan de ontbossing van het regenwoud, een plan waar hij de steun van alle landen in het Amazonegebied voor nodig heeft. Erlan Sleur bezocht de conferentie namens ProBioS en FOSPA, een sociaal forum dat zich inzet voor de verdediging van het regenwoud.

‘Wij waren daar om het initiatief van Lula te steunen. Achteraf horen we in de perskamer dat Suriname, Guyana en Bolivia geweigerd hebben hun handtekening onder het verdrag te zetten. Dat was voor ons even slikken, maar nog erger is dat Ramdin, de Minister van Buitenlandse Zaken, verklaarde dat Suriname het verdrag wél getekend heeft.’

De Ware Tijd, de grootste krant van Suriname, kopte op 10 augustus dat de Belém-declaratie unaniem is aangenomen, terwijl CNN Brasil schreef dat Guyana, Suriname en Bolivia de vergadering hebben verlaten zonder tot een gedeelde aanpak van ontbossing te komen.

‘Ik was daar vreselijk woest over. Ik ben in media verschenen, en heb gezegd dat het een leugen is wat deze minister heeft verklaard. En ik heb in harde woorden ook duidelijk gemaakt dat dit gelieg van deze regering een keertje moet stoppen. Ik ben openlijk in de publiciteit, ik noem deze minister een leugenaar, maar hij heeft mij niet voor de rechter gedaagd. Waarom niet? Omdat hij weet dat het waar is. Het bewijs is er. Maar hij komt ermee weg. Zolang de overheid, de leiders van het land, niet toegeven dat er iets fout is, gaat de gemeenschap willen geloven dat alles in orde is. Ook al ben ik een klokkenluider, er is maar een klein deel van de gemeenschap dat mij wil geloven. De overheid is de grootste werkgever van Suriname. Mensen kunnen zich niet veroorloven om de leugen in te zien, en al helemaal niet om die tegen te spreken.’

Mennonietenkolonie Esperanza in Bolivia (foto: Erlan Sleur)

Terra Invest

Dezelfde dynamiek zien we terug in hoe de overheid omgaat met de vestiging van de mennonieten in de Surinaamse binnenlanden. Volgens president Chandrikapersad Santokhi is er sprake van een pilot project, waarin 50 mennonietenfamilies uit Bolivia toestemming krijgen om zich in Suriname te vestigen.

De president hield echter vol dat er geen staatsgrond naar de mennonieten zou gaan, en dat ze ook geen land zouden kunnen kopen dat aan tribale gemeenschappen toebehoort. Tegelijkertijd kwamen er documenten naar buiten die erop wezen dat een bedrijf genaamd Terra Invest Suriname & Guyana als tussenpersoon optrad om grond aan te vragen bij de Surinaamse staat.

Sleur: ‘Er dook ook ineens een filmpje op, waarbij een Nederlander genaamd Ruud Souverein een pak grondpapieren overhandigt aan een groep mennonieten in een hotellobby.’ Sleur laat de video zien: vier mannen zitten in een hotellobby aan tafel: rechts zit Ruud Souverein, die een pak papier waarop kaarten te zien zijn, overhandigt aan twee mannen, die met hun tolk aan tafel zitten. Souverein zegt duidelijk dat het gaat om ‘78 bereidverklaringen’ van grondhuur, documenten ondertekend door de Minister van Grondbeheer, die hen in staat stellen om de grond te gebruiken. Deze papieren zijn nu ook in handen van de redactie. 

De toezeggingen in de papieren die in de video overhandigd worden, gaan vermoedelijk over stukjes grond van kleiner dan 500 hectare, die samen neerkomen op zo’n 300.000.

Op de Facebookpagina van Terra Invest Suriname en Guyana — zijn website is uit de lucht — staat te lezen dat het in Groningen, Suriname gevestigde bedrijf zichzelf ziet als een ‘representant van de mennonieten in Suriname’. In een tekst gepubliceerd op 7 januari van dit jaar, staat te lezen:

Grootschalige landbouw in Suriname kan alleen als een gedeelte van het bos ingezet zal worden voor die landbouw. Als Suriname kiest om bijvoorbeeld 2% van haar landoppervlakte te gebruiken voor landbouw dan levert dat op jaarbasis meer dan 1 miljard USD op en blijft Suriname met 91% ‘by far’ het meest bosrijke land van de wereld. De opbrengst voor de economie kan ook gericht gebruikt worden voor adequate bescherming van het bos, jongeren kunnen door het ontstaan van werkgelegenheid weer terugkeren naar hun gemeenschappen en er ontstaat de gelegenheid om niet meer afhankelijk te zijn van schadelijke, kleinschalige mijnbouw (goud e.d.).

In diezelfde post staat te lezen dat mennonieten alleen grond zullen kopen als vooraf duidelijk is dat die reeds bestemd is voor landbouw, en dat er geen aanspraken zijn van inheemse of tribale volkeren. En daar zit de leugen, volgens Sleur: ‘Het is geen gekochte grond. We hebben gezien dat het ministerie van LVV [landbouw, veeteelt en visserij, red.] een aanvraag heeft gedaan bij het ministerie van grondbeheer. We hebben al die documenten ook in handen. Daarin staat te lezen dat 300.000 hectare aan bos in het binnenland gereserveerd moet worden voor landbouw.’

Sleur denkt dat de papieren in kwestie naar buiten gekomen zijn door een klokkenluider bij het Management Instituut voor een Grondregistratie en Land Informatiesysteem (MI-GLIS), de overheidsinstantie die het bezit van onroerende goederen registreert.

Elke aanvraag van grondhuur boven de 500 hectare moet goedgekeurd worden door De Nationale Assemblée, het parlement van Suriname. De toezeggingen in de papieren die in de video overhandigd worden, gaan vermoedelijk over stukjes grond van kleiner dan 500 hectare, die samen neerkomen op zo’n 300.000. ‘Een smerige truc,’ zegt Sleur. ‘We dachten eerst: dat kan niet. Dat is onmogelijk. Maar we hebben het bewijs in handen. Vooral in het binnenland, waar die grond is uitgegeven, is er veel onrust onder de bevolking. Het gaat onder andere om land van de Matawai, de Kwinti, en andere inheemse gemeenschappen.’ 

Rechtszaak

Erlan Sleur weet waar hij over spreekt: hij gaat geregeld met zijn drone en zijn camera de binnenlanden van Suriname in, om houtkap, goudwinning en andere legale en illegale vormen van extractie vast te leggen. Hij doet dat in de regel alleen, om zo geen andere mensen in gevaar te brengen: het risico op een gewelddadige confrontatie met werkers of beveiligers is groot.

De corruptie van de regering die Sleur ziet in de mennonietenkwestie past in een patroon: ‘Ik zie wat er al in de Amazone gebeurt. We zien dat soja en maïs richting Europa gaan als veevoer. Maar het gaat ook om hout. Het gaat ook om goud. De hoogte van de goudprijs op dit moment vormt een krachtige stimulans om het bos in te gaan om daar goudwinning te gaan doen. Wat jullie moeten begrijpen, is dat de corruptie in Suriname het rijke Noorden ten goede komt. Het wordt gestimuleerd. Multinationals kunnen natuurlijk veel makkelijker een mooie deal maken met een corrupte regering.’ 

Om de mennonieten te confronteren met de illegale wijze waarop de grond is verkregen en de protesten onder de inheemse bevolking is Erlan Sleur afgereisd naar Bolivia, naar de kolonie Esperanza. ‘Hun zaakgelastigden hebben hun daar niets over verteld,’ aldus Sleur. 

Afgelopen voorjaar spanden vijf organisaties die de belangen van Inheemsen behartigen een kort geding aan tegen de Surinaamse staat, Terra Invest, en andere partijen die probeerden grond te regelen voor de mennonieten. De rechter oordeelde dat de mennonieten moeten voldoen aan de eisen van de tribale en inheemse gemeenschappen, en dat de aangevraagde grond niet uitgegeven kan worden volgens het internationaal erkende principe van Free, Prior and Informed Consent (FPIC), dat stelt dat inheemse mensen toestemming moeten geven voor handelingen die hun grondgebied of rechten kunnen beïnvloeden. De dreiging lijkt vooralsnog van de baan. 

Eind oktober geeft Sleur telefonisch de laatste update over de situatie: na de rechtszaak is er nog een klein groepje van de mennonieten die zich in Suriname zouden gaan vestigen, opgedoken op een sinaasappelplantage nabij Lelydorp. ‘Het is allemaal heel geheimzinnig. Ze verbergen zich daar, lijkt het. Waarschijnlijk wachten ze af tot ze hun grond alsnog op een andere manier krijgen. Mijn vermoeden is dat zij dit niet op gaan geven; ze hebben er al zoveel geld aan uitgegeven, en in de regering zijn er krachten rondom [vicepresident, red.] Ronnie Brunswijk die maar wat graag aan dit zaakje willen verdienen, en dat vermoedelijk al gedaan hebben.’ 

Reactie Terra Invest Suriname & Guyana

Ruud Souverein, CEO: ‘Terra Invest Suriname & Guyana nv is een commercieel bedrijf gelieerd aan vergelijkbare bedrijven in Zuid-Amerika. Wij begeleiden aankoop van land en vestiging in die gebieden. De Mennonieten zijn een belangrijke klant. Terra Invest en de Mennonieten zijn 100% zeker niet betrokken geweest bij de aanvraag van 300.000 hectare. Wij hebben steeds aangegeven voor land te willen betalen, en willen alleen over land willen beschikken in gebieden waar inheemsen en Marrons het toejuichen dat Mennonieten komen helpen aan de ontwikkeling van het binnenland. ‘Betalen’ kunt u in dit geval opvatten dat wij met financiële middelen willen en kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van inheemsen en Marrons.

Wij doen dit met open vizier en zijn bereid hierover overeenkomsten af te sluiten. De Mennonieten zijn in staat veel werkgelegenheid te creëren, en zullen hun bijdrage leveren aan het onderhoud van wegen en bruggen. Bovenal zal men met wederzijds respect ook de cultuur van inheemsen en Marrons respecteren en ook het traditioneel gezag respecteren.

Bij het selecteren van land zijn wij altijd zorgvuldig te werk gegaan. Als wij in een bepaald gebied waren, meldden we ons altijd bij het traditioneel gezag en controleerden we of er vanuit de gemeenschap aanspraken waren. In dit kader hebben er zelfs voor de hele bevolking van een gemeenschap informatiebijeenkomsten plaatsgevonden. In veel gevallen zijn we ook door mensen van gemeenschappen rondgeleid en in éen geval hebben mensen van een gemeenschap zelfs geholpen bij de afbakening.

Terra Invest Suriname & Guyana nv en/of de Mennonieten hebben geen stichtingen opgericht en hebben die behoefte ook niet. Wij werken alleen met nv’s waarvan duidelijk is wie de directeur is en wie de aandeelhouders. De stichtingen die in de media zijn gekomen, zijn niet aan ons gelieerd.

Hannah van Binsbergen is hoofdredacteur van Jacobin Nederland

Steun de groei van het socialisme in Nederland

Abonneer je voor €20 en krijg toegang tot alle artikelen of voor €30 en ontvang jaarlijks twee nummers op papier