Het Koreaanse elektronicabedrijf Samsung is ’s werelds grootste fabrikant van geheugenchips. Als het om de productie van smartphones gaat is het bedrijf ook meestal zijn grote rivaal Apple voor. Tot vorige maand hadden werknemers van Samsung in de 55-jarige geschiedenis van het bedrijf nog nooit gestaakt, terwijl in deze periode in Zuid-Korea wel een sterke arbeidersbeweging opkwam.
Maar na een eendaagse staking in juni heeft de vakbond die de werknemers van Samsung vertegenwoordigt, de National Samsung Electronics Union (NSEU), besloten om hun staking op 10 juli tot nader order te verlengen omdat het bedrijf de onderhandelingen over lonen en vakantiedagen blijft ontwijken. De NSEU vertegenwoordigt ongeveer 25 procent van de 125.000 werknemers van Samsung. De staking voor onbepaalde tijd is de meest recente poging van de vakbond om de druk op de techgigant op te voeren. Deze weigert tot nu toe om een dialoog aan te gaan en zich verschuilt zich achter het feit dat de vakbond geen meerderheidsvertegenwoordiging heeft [inmiddels is er wel contact geweest, maar vooralsnog is er geen akkoord en gaat de staking door, red.]
De actie van de vakbond lijkt strategische invloed te hebben op het bedrijf, aangezien ongeveer 90 procent van de leden van de NSEU werkzaam is bij device solutions, dat een integraal onderdeel van de chipproductie is. De vakbondsleiding heeft gezegd dat de staking de chipproductie geleidelijk zal verlammen: tot nu toe hebben slechts ongeveer 6.500 werkers hun gereedschap neergelegd.
Als volgende stap belooft de bond zich niet alleen te richten op DRAM- en NAND-chips, waarin Samsung wereldwijd een dominante positie heeft, maar ook op chips met een geheugen met een hoge brandbreedte (HBM), die essentieel zijn voor kunstmatige intelligentie (AI). Het bedrijf is begonnen met grote investeringen op dit gebied om de wereldleider, zijn Taiwanese aartsrivaal TSMC, in te halen.
Samsungs bedrijfscultuur
De staking treft Samsung op een kritiek moment. Juist nu de winstcijfers na een aantal jaar van dalende verkoop en inkomsten de goede kant op lijken te gaan. In april bedroeg de bedrijfswinst van Samsung voor het eerste kwartaal 6,61 biljoen won [circa 4,4 miljard euro, red.], een stijging van maar liefst 932,8 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van vorig jaar, toen het cijfer daalde tot het laagste punt in veertien jaar.
De laatste kwartaalcijfers verbloemen nog steeds Samsungs voortdurende falen om zich te ontworstelen aan de te grote afhankelijkheid van traditionele geheugenchips, die bekend staan om drastische prijsschommelingen, en een smartphonemarkt die steeds verder in het slop raakt. Het rooskleurige perspectief werd mogelijk dankzij de wereldwijde AI-boom, die niet alleen HBM’s, het belangrijkste onderdeel voor AI-chipsets, maar ook de gevestigde NAND- en DRAM-chips van Samsung eindelijk een impuls begint te geven.
Toch kwamen de HBM-chips van Samsung in mei nog niet goed uit de test om gebruikt te worden in de AI-chipsets van Nvidia, de Amerikaanse chipontwerper die de wereldwijde AI-boom aanjaagt. Dit versterkte de angst dat de chipfabrikant, die in Zuid-Korea van oudsher de grootste bijdrage levert aan de vennootschapsbelasting, buiten de snel groeiende AI-markt zou vallen.
In april haalde de Galaxy, het paradepaardje van Samsung, de iPhone van Apple in als ’s werelds bestverkochte smartphone. Dit was niet omdat Samsung Apple technologisch aftroefde, maar eerder vanwege de expansiemogelijkheden in China. Door de politieke spanningen met Washington konden lokale merken uit het hogere segment het territorium van hun Amerikaanse rivaal op de Chinese markt vergaand verkleinen.
Dit is niet de eerste keer dat het grootste bedrijf van Zuid-Korea zich moet aanpassen aan de snel veranderende en zeer concurrerende mondiale technologiemarkt. Aan het eind van de jaren tachtig begon Samsung aan een ambitieuze koersomslag om een wereldmerk te worden in plaats van een imitator van Japanse bedrijven als Sony en Toshiba, die destijds de consumentenelektronica domineerden. Sindsdien is het bedrijf er consequent in geslaagd de concurrentie voor te blijven door met enorme investeringen en veel personeel op nieuwe niches in te zetten.
Terwijl de Zuid-Koreaanse met belastingkredieten en goedkope directe leningen overheid altijd de financiële risico’s afdekte, kon Samsung zich tegoed doen aan het toptalent van het land, van O&O tot de werkvloer. Het bedrijf maakte van hen in Korea de best betaalde werkers met de meest genereuze arbeidsvoorwaarden en extraatjes. Een gemiddelde werknemer van Samsung Electronics verdient meer dan 120 miljoen won (80.000 euro) per jaar, vergeleken met een BBP per hoofd van de bevolking van 30.000 euro.
Een zeldzaamheid voor Zuid-Korea in de jaren negentig was dat zowel de beloning van leidinggevenden als die van niet-leidinggevenden gekoppeld was aan een eenvoudige, rechttoe rechtaan winstdelingsregeling. Werknemers bij Samsung ontvingen speciale voordelen die berekend werden op basis van een combinatie van individuele en bedrijfsprestaties.
Deze stimulansen dreven werknemers ertoe harder en langer te werken, vaak ten koste van zichzelf. Samsung was trots op deze werkcultuur. In 1991 plaatste het concern een advertentie in alle belangrijke publicaties, getiteld ‘Een koffiepauze om drie uur ’s morgens’ over onderzoekers die tot in de vroege uurtjes doorwerkten om een nieuwe geheugenchip te ontwikkelen.
In 2012, tijdens een patentrechtszaak die Apple vanwege de Galaxy-telefoon tegen Samsung inspande, kon de buitenwereld een glimp opvangen van de harde arbeidsrealiteit bij Samsung. Ontwerpster Wang Jeeyuen zei dat ze twee tot drie uur per nacht had geslapen en gestopt was met borstvoeding om het bedrijfstijdschema voor het ontwerpen van pictogrammen voor het smartphonescherm bij te kunnen benen. Wang zei verder dat ze net zo hard had gewerkt als elke andere Apple ontwerper, hoewel de kern van de zaak was of ze creatief genoeg was om geen ideeën van Apple te hoeven stelen.
Arbeid en loon
De ‘3:00 uur ’s morgens-advertentie’ en Wangs getuigenis toonden drie decennia van meedogenloze inspanningen die Samsung transformeerden in de enige techreus die tegelijkertijd de wereldwijde markt voor geheugenchips als die voor smartphones domineert. Deze positie kon alleen worden bereikt omdat de werknemers geloof hadden in het compromis tussen heel hard werken en een relatief hoog loon.
De NSEU wil nu een loonsverhoging van 3,5%, iets minder dan eerder werd geëist, en een verbetering van het vakantiegeld. Het echte twistpunt is echter de metriek voor prestatiebeloning, bekend als EVA [economische toegevoegde waarde, economic value added, red.], die tussen de 30 en 50 procent van de totale compensatie uitmaakt.
EVA is de bedrijfswinst na belastingen min de kapitaalkosten, met berekeningsformules die naargelang het bedrijf en de sector variëren. Met andere woorden, een voor EVA gecorrigeerde aanmoedigingspremie zal dalen wanneer een bedrijf veel investeert of leent. Hierdoor krimpt de aanmoedigingspremie voor individuen, vaak ongeacht de prestatie van de werknemer. De werknemers dragen dus in feite een deel van de investeringskosten, zoals leningen en dividenden uit aandelen. Dit is de reden waarom EVA zelden wordt toegepast bij werknemers die geen leidinggevende functie hebben – zelfs niet in de Verenigde Staten, waar allerlei financieel gemanipuleerde trucs worden toegepast.
Erger nog, de formule van Samsung voor EVA blijft vertrouwelijk, waardoor niet duidelijk wordt hoe ze meten. Voor 2023, met de geheugenchiplijn van Samsung in het rood, zagen veel Samsung-werknemers hun compensatie dalen, terwijl de leidinggevenden nog steeds grotere salarissen ontvingen. CEO Han Jong-hee ontving 6,9 miljard won (4,8 miljoen dollar) aan totale bezoldiging, een stijging van ongeveer 49 procent ten opzichte van het voorgaande jaar, zonder dat de reden voor de stijging werd toegelicht.
De NSEU eist de vervanging van EVA door bedrijfswinst als een transparantere maatstaf voor prestatiebeloning. Ze zijn van mening dat het gebruik van EVA hun beloning voortdurend onder druk zal zetten en de ongelijkheid tussen de beloning van leidinggevenden en niet-leidinggevenden zal vergroten in een tijd waarin Samsung op grote schaal geld investeert om TSMC en andere producenten van AI-chips en op maat gemaakte chipfabricage te overtroeven. Alleen al voor de eerste drie maanden van 2024 gaf de techgigant 11,3 biljoen won (7,5 miljard euro) uit, waarvan 9,7 biljoen won (6,5 miljard euro) voor apparaten en halfgeleiders.
Nog maar vier jaar geleden, in 2020, maakte Samsung formeel een einde aan een al lang bestaand beleid tegen vakbondsvorming. Dit was een tegenslag voor de nieuwe voorzitter, Lee Jae-yong. De derde generatie telg van de oprichtersfamilie van het conglomeraat stond op dat moment onder druk omdat hem vanwege een politieke corruptiezaak een gevangenisstraf boven het hoofd hing.
Lee had het roer van het conglomeraat overgenomen door de toenmalige president Park Geun-hye en haar sjamanistische entourage om te kopen. Zij oefenden op hun beurt druk uit op de Nationale pensioendienst om via aandeelhoudersstemmen Lee’s opmars te steunen. Zijn wangedrag was de directe aanleiding voor de afzetting van Park in 2017, na maanden van massaprotesten, die nu ‘de Kaarsenrevolutie’ worden genoemd.
Lee zelf kreeg in eerste instantie een straf van vijf jaar, die in hoger beroep werd verminderd en voorwaardelijk gemaakt. Nadat een hogere rechtbank een nieuw proces had bevolen, kreeg hij in 2021 een straf van tweeënhalf jaar. In 2022 verleende de conservatieve regering Lee gratie in wat zij voorstelde als een poging om ‘de economie een stimulans te geven door hem meer vrijheid te gunnen om Samsung te runnen’.
In 2018 bracht het uitgebreide onderzoek van de overheid naar de omkoping door Lee ongeveer 6.000 vertrouwelijke documenten aan het licht die lang gekoesterde vermoedens bevestigden dat het concern vakbondsonderdrukkende campagnes en de onderdrukking van vakbondsactiviteiten bij zijn filialen en dochterondernemingen organiseerde. Sommige documenten onthulden dat Samsung op zijn minst sinds 2012 ‘angel agents’ had ingehuurd om werknemers die met vakbondsvorming bezig waren en externe activisten in de gaten te houden.
Sommige van deze bevindingen leidden ertoe dat 32 managers werden beschuldigd van het onderdrukken van vakbondsinspanningen in een uitbestedingsnetwerk voor reparatiediensten van Samsung in de periode van 2013 tot 2016. In deze jaren – die grotendeels samenvielen met de periode waarin Lee vriendjes werd met corrupte politici om zijn controle over het bedrijf te versterken – leidde het oprollen van de vakbonden door Samsung, in combinatie met de zware arbeidsomstandigheden, ertoe dat ten minste twee werkers op het werk stierven en een ander uit protest zelfmoord pleegde.
Werken bij Samsung maakt ziek
Eén specifiek incident illustreert hoe een werkplek zonder collectieve arbeidsvertegenwoordiging zelfs beter betaalde werkers ernstig kan schaden: Bij Samsung was er een opvallende toename van bloedaandoeningen onder werknemers. Deze tragedie begon waarschijnlijk in stilte aan het eind van de jaren negentig, toen Samsung geheugenchips produceerde op het moment dat de wereldwijde groei van personal computers en internet zijn aanvang had.
Het fenomeen bloedziekte kwam in 2007 in de openbaarheid, grotendeels dankzij Hwang Sang-ki, een taxichauffeur uit een kleine stad die zijn 23-jarige dochter Yumi, een medewerkster in de geheugenchipfabriek van Samsung, verloor aan leukemie. Na haar diagnose bleef de verder gezonde dochter, zonder familiegeschiedenis van een dergelijke aandoening, twee jaar bedlegerig.
Ze had slechts twintig maanden bij Samsung gewerkt nadat ze was geslaagd voor de middelbare school. In datzelfde jaar, toen hij vernam dat twee andere collega’s van zijn dochter aan dezelfde aandoening waren overleden, vormden Hwang en een handvol arbeids- en volksgezondheidsactivisten een belangengroep, bekend onder de naam Sharps, die zich richtte op Samsung.
Van 2012 tot 2020 werkte ik als vrijwilliger de Engelstalige blogs van de belangengroep bij. Toen ik mijn eerste bericht plaatste, had de groep al vastgesteld dat ongeveer honderd werknemers van Samsung door hun werk waren overleden. Tegen de tijd dat ik mijn laatste bericht plaatste, was dat aantal bijna verdubbeld.
Voormalige en huidige werknemers van Samsung bleven maar sterven of werden chronisch ziek, terwijl Samsung elke fout of nalatigheid ontkende. Het compensatiebureau dat de belangen van de werknemers moest beschermen, schakelde Samsungs eigen advocaten in om de petities van de slachtoffers af te wijzen.
Voor mij betekende schrijven over Samsung in die tijd het schrijven van eindeloze overlijdensberichten voor deze jonge vrouwelijke werknemers. Het patroon van hun ziekte en dood was bijna vanzelfsprekend. Samsung stuurde busladingen met het beste talent van middelbare meisjesscholen in kleine steden naar zijn steeds groter wordende fabrieken waar ze geheugenchips of LCD-schermen maakten zonder enige beschermende uitrusting of veiligheidstraining.
Deze meisjes waren de trots van hun familie omdat ze een baan hadden gevonden waarmee ze genoeg konden sparen om hun eigen studie en die van hun broers en zussen te betalen en waarmee ze hun familie konden overladen met Samsung-gadgets die ze met personeelskorting konden kopen. Dit was voordat ze halverwege hun twintiger jaren of nog eerder het slachtoffer werden van verschillende ongeneeslijke bloedziektes. Samsung voert nu regelmatig een soortgelijke wervingscampagne in Vietnam, waar het de meeste Galaxy-smartphones bouwt.
Het duurde vier jaar voordat Sharps en Hwang in 2011 een gerechtelijke uitspraak wonnen ten gunste van het postume verzoek om schadevergoeding van zijn dochter. Dit was de eerste publieke erkenning dat een bloedaandoening verband hield met omstandigheden op de werkplek. Pas na een sit-in van Hwang en de groep op het hoofdkantoor van Samsung, die meer dan duizend dagen duurde, gaf Samsung uiteindelijk toe en bood honderden slachtoffers een formele verontschuldiging en compensatie aan.
Samsungs brute anti-arbeidsrechtverleden en de opofferingen van veel van zijn werknemers zouden de mythe aan diggelen moeten slaan dat goede secundaire arbeidsvoorwaarden en lonen genoeg zijn om de eigen collectieve onderhandelingskracht van werkers te vervangen. Als er een vakbond was geweest, hadden Yumi en haar collega’s waarschijnlijk hun diploma gehaald en waren ze verder gegaan met hun leven. De impact van de huidige staking van onbepaalde duur zal – ongeacht de uitkomst – zeker blijven resoneren. Want ze werd veroorzaakt door het besef dat zelfs de best betaalde werknemers niet altijd kunnen vertrouwen op de welwillendheid van hun werkgever.
Kap Seol is een Koreaanse schrijver en onderzoeker die in New York woont. Zijn artikelen verschenen in Labor Notes, In These Times, Business Insider en andere publicaties.
Vertaling: Tina Hoenderdos