Door heel het land vinden studentenprotesten plaats tegen de genocide in Palestina en de rol die onderwijsinstellingen daarin spelen. Onderzoek van Follow the Money toonde afgelopen week aan dat negen Nederlandse universiteiten, waaronder de Universiteit van Amsterdam (UvA), werken aan technologieën die ingezet kunnen worden door het Israëlische leger. Inmiddels hanteert het College van Bestuur (CvB) van de UvA de omschrijving ‘genocidaal geweld’ in plaats van ‘conflict’, ‘oorlog’ of ‘situatie’, maar het is nog altijd niet bereid de genocide te erkennen. Belangrijker nog is dat er tot op de dag van vandaag wordt samengewerkt met Israëlische universiteiten. Eerder dit jaar verbrak de UvA op aanwijzing van een adviescommissie banden met één Israëlische universiteit, maar het CvB liet universiteitsblad Folia later weten van plan te zijn een nieuwe samenwerking met diezelfde universiteit aan te gaan.
Sinds maandag staat er opnieuw een tentenkamp van protesterende studenten op het gazon van de UvA. De studenten eisen een einde aan de samenwerking tussen de UvA en Israëlische instanties. Jacobin sprak drie van hen: woordvoerder Sam, voorzitter van de Activistenpartij UvA Hidde en geschiedenisstudent Stef.
Waarom staan jullie hier? Wat zijn jullie eisen?
Sam: Met het Al-Najjarkamp willen we de druk opvoeren op het College van Bestuur (CvB) en op de UvA als geheel om de banden met Israël te verbreken. Het maatschappelijk draagvlak is groter geworden, ook de Centrale Studentenraad en de Centrale Ondernemingsraad staan achter onze eisen. Dit is ons moment om de UvA een mogelijkheid aan te reiken om het juiste te doen en om haar medeplichtigheid aan de genocide stop te zetten.
Jullie stonden hier een jaar geleden ook. Wat is er in dat jaar gebeurd?
Sam: De banden zijn nog niet verbroken. De onderhandelingen van vorig jaar zijn op niets uitgelopen. Daarom staan we hier nu weer. Wel is de beweging breder geworden. Meer studenten aan de UvA zijn betrokken en meer mensen zien dat de structuren om ons heen, waaronder de universiteiten, medeplichtig zijn aan genocide.
Stef: Er zijn door het hele land encampments en onderhandelingen geweest, maar in feite is er weinig gebeurd. Aan de UvA is er sowieso nog veel te weinig gedaan. We hebben nu een andere strategie dan vorig jaar. We kleuren binnen de lijntjes, we gedragen ons netjes en vragen het ‘lief’, maar helaas heeft dat nog niet het gewenste resultaat. Inmiddels zijn de onderhandelingen stopgezet.
Waarom zijn de onderhandelingen stukgelopen?
Hidde: De rector magnificus Peter-Paul Verbeek zei op de tweede dag van de onderhandelingen al dat het verbreken van de banden niet op tafel ligt voor de universiteit als geheel. Vandaag was hij er niet bij en spraken we alleen met de decanen. We dachten dat er bij hen meer spelingsruimte zou zijn, maar die was aanzienlijk kleiner dan we hadden gehoopt.
Stef: Zelfs kleine eisen, zoals geen nieuwe banden aangaan met Israëlische universiteiten, werden geweigerd. We hebben er geen vertrouwen in dat het CvB van plan is banden te verbreken.
Hoe is het om hier te staan?
Sam: Het is goed om hier te zijn, omdat het echt een dikke middelvinger is naar de universiteit. De positie van het universiteitsbestuur is om razend van te worden. We zijn hier met allemaal kameraden die hetzelfde voelen, dat geeft het gevoel dat je er niet alleen voor staat. Het is ook de perfecte plek om educatiesessies te organiseren en wakes te houden. Het is een plek om Palestina centraal te zetten, die is er in het dagelijks leven vaak niet.
Wat voor reacties krijgen jullie?
Stef: Mensen delen spullen, mensen delen kennis. Het is een fijne omgeving. Vorig jaar had de UvA schijnbaar brieven aan omwoners gestuurd over aangifte doen van overlast. Maar de relatie met de buurt is goed. ’s Nachts zijn we stil. We willen natuurlijk geen mensen wakker maken.
Sam: De reacties uit de buurt zijn overweldigend positief. Mensen komen slaapzakken en eten brengen, heel lief. Ik denk dat de docenten ons bijna unaniem steunen. Dat is ook zo gek: het CvB gaat linea recta in tegen zijn eigen docenten en gemeenschap. De professoren van de afdeling Genocidestudies aan de UvA zeggen unaniem: het is een genocide. Het is een hele grote ‘fuck you’ naar je eigen docenten als je dat niet serieus neemt.
Reactie van UvA-werknemers
Werknemers worden vertegenwoordigd door de centrale ondernemingsraad. Het is – samen met studentenraden – het enige orgaan met een democratisch mandaat. Een ondernemingsraad wordt gekozen. Bestuurders worden daarentegen benoemd door een Raad van Toezicht, die weer aangewezen wordt door de minister van onderwijs. Universiteitsbestuurders zijn in laatste instantie verantwoording verschuldigd aan de staat en zo dus zelf representanten van de staat.
Nu, op 27 mei riepen de centrale studentenraad (CSR) en de centrale ondernemingsraad (COR) het bestuur van de UvA in een gezamenlijke verklaring op ‘alle lopende samenwerkingsverbanden met Israëlische academische instellingen tijdelijk op te schorten totdat een grondige evaluatie heeft plaatsgevonden’.
Met deze verklaring heeft de ondernemingsraad zich achter de studenten opgesteld. Zoals vaak bij vertegenwoordigende lichamen volgt de ondernemingsraad daarbij sociale bewegingen. Vakbond FNV organiseerde een staking in december 2024 tegen (samenwerking met zusteruniversiteiten die meewerken aan) genocide en tegen (het aangifte doen tegen demonstranten, leidend tot) politiegeweld op de campus. UvA-staff for Palestine steunt de eisen van de studenten al vanaf het begin. Een recente verklaring in universiteitsblad Folia, ondertekend door ruim 200 UvA-medewerkers, maakte dat nog eens duidelijk: ‘Als medewerkers van de UvA blijven wij de eisen van het huidige protestkamp volledig steunen.’
De toon en benadering van het bestuur wijkt af van die in mei 2024. Toen werd onmiddellijk aangifte gedaan tegen een tentenkamp (er werd geen aangifte gedaan tegen een extreemrechtse knokploeg die het tentenkamp aanviel). Een bestuurslid verwijst naar de situatie in Palestina met ‘genocidaal geweld’, maar wijst de beschrijving genocide expliciet af. Hiermee wijkt hij af van een expert van de UvA. U.Ü. Üngör, hoogleraar Holocaust en Genocide Studies, stelde in het NRC-artikel (getiteld, Zeven gerenommeerde wetenschappers vrijwel eensgezind: Israël pleegt in Gaza genocide): ‘Wetenschappers die zeggen dat het geen genocide is, zijn er vast nog wel. Maar ik ken ze niet.’ Het UvA-bestuur betwist de eigen expert met een woordspel – is het nu wel of geen genocide – om af te leiden van de omstandigheid dat het wil blijven samenwerken met een regime dat genocide of in de eigen bewoordingen ‘genocidaal geweld’ pleegt. Genocidaal geweld zou toch al voldoende reden moeten zijn om elke samenwerking meteen te stoppen. Waarom doen de drie bestuurders dat dan toch niet?
De enige verklaring voor de weigering het internationaal recht te volgen, de eigen studenten en werknemers – inclusief studenten- en ondernemingsraden – te negeren en aan (dat mag men toch wel aannemen) het eigen geweten voorbij te gaan, is dat het bestuur van een universiteit niet de academische gemeenschap vertegenwoordigt maar de staat. En de staat levert onverminderd steun aan het uitroeien van een volk: het levert namelijk wapens aan Israël. De academische gemeenschap moet in naam van het internationale recht en academische vrijheid afstand nemen van deze staat. Ook als het eigen bestuur dat niet doet – juist dan.
UvA staff for Palestina laat weten een staking te willen plannen aan het begin van het volgende academische jaar.
Savina van Rielová is redacteur van Jacobin Nederland
David Hollanders doceert economie bij Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam en is redacteur van Jacobin Nederland.